Plenair Prast bij voortzetting behandeling Vierde anti-witwasrichtlijn



Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 10.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Prast i (D66):

Dank u wel voorzitter. Allereerst hierbij de vraag die mij zojuist ontschoten was in mijn interruptie. Ik had in eerste termijn gevraagd of de minister kan toezeggen dat hij banken niet zal toestaan klanten te weigeren simpelweg omdat ze geassocieerd zijn met een politieke prominent en daarom financieel onaantrekkelijk zijn. Het gaat mij daarbij dus niet om een integriteitsvraag. Hierop is de minister niet ingegaan. Dat interpreteer ik zo dat hij dat op dit moment niet wil of kan toezeggen.

Ik dank de minister voor zijn antwoord. Hij heeft duidelijk kennisgenomen van de vragen die hier leven. Uit de antwoorden van de minister is mij veel duidelijk geworden, namelijk dat er nog een heleboel onduidelijkheden zijn, ook bij de minister, over wat deze wet in de praktijk zal gaan betekenen. De minister moet onder andere wachten op informatie van De Nederlandsche Bank en op andere informatie over details met betrekking tot de vraag wie er nu tot de zakelijk geassocieerden behoren.

Ik denk dat we het over het doel van het wetsvoorstel eens kunnen zijn; nu spreek ik namens de D66-fractie. Er zijn echter veel vragen overgebleven, met name over de naastbetrokkenen van de PEP's. De minister heeft al aangegeven sommige vragen schriftelijk te willen beantwoorden. Hij zou het wetgevingsproces helpen door de vragen die nu zijn overgebleven, samen met zijn collega van Justitie en Veiligheid op basis van nader te vergaren informatie te beantwoorden en deze antwoorden naar de Kamer te sturen. Op basis daarvan zouden we het debat zo nodig kunnen voortzetten of afronden. Op dit moment vind ik het moeilijk om mijn fractie van een gefundeerd eindadvies te voorzien.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Prast. Ik geef het woord aan de heer Ester.