Plenair Schalk bij Algemene politieke beschouwingen (voortzetting eerste termijn Kamer)



Verslag van de vergadering van 30 oktober 2018 (2018/2019 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.06 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Dit zijn de laatste Algemene Politieke Beschouwingen voor de Eerste Kamer in deze samenstelling. Ik kan me zo voorstellen dat de minister-president in de ministerraad heeft gezegd: jongens en meisjes, laten we de fracties van de Eerste Kamer nu eens beloven dat ze allemaal iets mogen vragen dat echt niet bij hen past en dat wij dat dan honoreren. Hoe zou het er dan vandaag uit kunnen zien? Ik doe een poging en begin voor mij links, met de PVV.

Na wat afstemming komt de PVV over de brug: gerichte inzet van ontwikkelingshulp voor hulp aan de verre naasten. SP: kiest voor het verbeteren van de handelsrelatie met Israël. OSF zegt: stop die doorgeschoten genderneutraliteit, want wij in de provincie willen gewoon kunnen pronken met Friese hengsten en met het Zeeuws meisje. 50PLUS: doe ons maar een ministerie voor jeugdzorg. Partij voor de Dieren: oog voor milieu maar wel ruimte voor de boeren. GroenLinks: voor Defensie, op naar de NAVO-norm. En de Partij van de Arbeid kiest voor nationale soevereiniteit over het aantal op te nemen asielzoekers. Een mooi pakket van die oppositie, toch?

Nu de coalitie. De ChristenUnie wilde eigenlijk ingaan op de afschaffing van de dividendbelasting, maar die hebben hun zin dus al gekregen. De VVD: alle ruimte voor ondernemers midden in de week, maar 's zondags niet. Het CDA, als ze dan toch even los mogen: stop met die wietwet. D66 aarzelt natuurlijk geen moment over iets wat ze nooit zouden doen: gelijke behandeling van een- en tweeverdieners.

En ten slotte de SGP: mevrouw de voorzitter, die is het deze keer met iedereen eens. Dat gebeurt niet elke dinsdag, dus dat boeken we in. Want stel dat het kabinet al deze voorstellen zou honoreren: dat zou natuurlijk geweldig zijn. Dan zou de samenleving versterkt worden op vier kernwaarden:

1. balans in zorg en werk;

2. een gezond ondernemersklimaat;

3. veiligheid en vrede, dichtbij en veraf;

4. eerbied voor het leven en ontzag voor de dood.

Dat zijn vier pijlers, net als de vier pijlers beneden ons, want deze zaal rust, zoals u weet, in de Noenzaal op vier pijlers, die een naam hebben: Liefde, Vrede, Eendracht en Trouw. Ik verbind ze aan mijn vier kernwaarden en loop ze graag met u langs.

Eerst de balans in zorg en werk, de pijler liefde.

De heer Koffeman i (PvdD):

Eerbied voor het leven, een kernwaarde van de SGP. Ik vind het geweldig; echt, dat meen ik oprecht.

De heer Schalk (SGP):

Zeker, dank u.

De heer Koffeman (PvdD):

Maar ik zou toch het volgende willen vragen. Vandaag staat in Trouw, een christelijke krant, een overzichtje van hoe de kiezers van alle politieke partijen kijken naar de veehouderij en de veestapel in Nederland. In Nederland slachten wij 650 miljoen dieren per jaar, dus 650 miljoen keer zonder eerbied voor het leven. De kiezers van de SGP staan onderaan als het gaat om de wens om de veestapel te verkleinen. Die van de Partij voor de Dieren staan bovenaan. Kan collega Schalk aangeven hoe hij eerbied voor het leven kan koppelen aan het slachten van 650 miljoen dieren, elk jaar weer?

De heer Schalk (SGP):

Dat is een indringende vraag. 650 miljoen: daar zitten kleine dieren bij, maar ook runderen en dergelijke. Ik weet niet precies hoe de aantallen liggen, maar dat maakt uiteindelijk niet uit. Het gaat over het leven dat wordt aangetast. Mijn partij vindt dat in ieder geval de veehouderij de zorg voor het dier bovenaan moet zetten. Dat is niet alleen maar een gedachte van de SGP op zich. Het is zelfs een Bijbelse gedachte: de rechtvaardige kent het leven van zijn dieren. De Here Jezus geeft prachtige voorbeelden van hoe je om moet gaan met een dier dat in nood is. Alleen, de SGP vindt ook dat dieren gebruikt mogen worden voor consumptie. Dat is het grote verschil tussen de Partij voor de Dieren en de SGP.

De voorzitter:

Tot slot op dit punt. Ik kijk namelijk naar de klok. We moeten een beetje rekening houden met de tijd.

De heer Koffeman (PvdD):

Ik begrijp het, voorzitter, maar het is echt een belangrijk punt. Afijn, er zijn kennelijk verschillende opvattingen mogelijk over eerbied voor het leven, maar het is wel heel belangrijk om te weten dat in het meest veedichte land van de wereld de rechtvaardige het leven van zijn dier niet meer kent. Er zijn maar weinig boeren die het leven van hun dieren kennen. Ik zou ook willen vragen aan collega Schalk of hij met mij van mening is dat het leven van een kip — dat is dan maar een klein dier — of het leven van een koe voor dat dier net zo belangrijk is als uw leven voor u en mijn leven voor mij.

De heer Schalk (SGP):

Laat ik eerst even iets zeggen over die boeren. Ik was onlangs op een boerderij. Die boer had iets van 180 koeien. Ik stond in de melkput en de boer zegt: dat is die en die koe. Ik vroeg: hoe weet je dat? Hij zei: dat zie ik natuurlijk; ik weet welke koeien ik heb. Dat is veel ingewikkelder als je 10.000 kippen hebt. Dat zal iedereen begrijpen. 180 koeien, dat is nog te doen. 75 namen in deze Kamer kunnen we leren, maar alle 17 miljoen mensen in Nederland kennen we niet allemaal bij naam. Maar u heeft in die zin een punt. Zeker als het over enorme aantallen gaat, wordt het afstandelijker. Maar dat betekent nog niet dat die boer geen hart voor dat dier heeft. Dat zou ik niet willen zeggen op het moment dat je ze niet kent. Ik ken ook heel veel mensen niet, maar ik heb een hart voor die mensen.

De voorzitter:

Kort, echt heel kort, meneer Koffeman.

De heer Koffeman (PvdD):

Ja, tot slot. Collega Schalk zegt dat het niet betekent dat de boer geen hart voor het dier heeft. Dat kan in zekere zin zo zijn. Maar u weet ook heel veel voorbeelden met mij dat de boer heel hard voor zijn dieren is. Dat strookt niet met uw christelijke opvattingen. Ik denk echt dat de SGP daarvoor een andere positie zou moeten innemen. Als u zegt: "De rechtvaardige kent het leven van zijn dier", zet u zich daar dan ook voor in?

De heer Schalk (SGP):

Als de heer Koffeman zegt dat er boeren zijn die hard zijn voor hun dieren, dan zeg ik met hem: dat hoort niet!

Ik was bezig met de eerste pijler: balans in zorg en werk. Ik heb de pijler "liefde" daarbij genomen. De SGP gaat uit van de Bijbelse notie dat God man en vrouw heeft geschapen, die binnen het huwelijk in liefde en trouw zorg en werk in het gezin en in de samenleving mogen uitvoeren. Bij zorg gaat het natuurlijk om de eigen verzorging, maar ook om zorg in gezin, familie en buurt. Maar het gaat ook om zorg voor de kinderen, waarbij de school vanuit een eigen visie meewerkt aan burgerschap en vorming. En bij werk hoort zowel betaald als onbetaald werk. In onze samenleving lijkt het steeds meer te draaien om het eigen perspectief, om zelfontplooiing en zelfontwikkeling. Maar juist hier zou de regering moeten inzetten op participatie, niet alleen vanuit betaald werk, maar in het kader van een breed welvaartsbegrip, zoals dat vandaag al een paar keer is genoemd. Mijn vraag aan de minister-president is of het mogelijk is om waarde toe te kennen aan mantelzorg of aan zorg in het gezin.

Mevrouw de voorzitter. In dit verband kom ik terug op een thema dat mijn fractie al jaren na aan het hart ligt: de positie van de eenverdieners. De hele samenleving schreeuwt op alle fronten om gelijke behandeling. De vraag is: wanneer zijn zij aan de beurt? Ongetwijfeld heeft de minister-president kennisgenomen van het CPB-rapport Eenverdieners onder druk, van februari 2018. De eerste twee zinnen van de samenvatting zijn deze: "Het verschil in belastingdruk voor een‐ en tweeverdieners is sterk opgelopen. De vraag rijst of een verdere stijging wenselijk is met het oog op gelijkheid en doelmatigheid". Mag ik de minister-president vragen om op deze vraag uit dit rapport te reflecteren?

De tweede pijler: een gezond ondernemersklimaat. Daar kies ik de pijler "eendracht" bij. De fractie van de SGP vindt ruimte voor ondernemen prima, maar wel zo dat de samenleving daar niet de dupe van wordt. In dat kader prijst de SGP het kabinet voor het afzien van de afschaffing van dividendbelasting. Het besluit om op andere manieren het vestigingsklimaat te versterken kan de SGP billijken, maar er zijn nog wel wat andere belangrijke doelen. Ik noemde al de eenverdieners, maar ik denk ook aan het aflossen van de staatsschuld. Waarom is daar niet voor gekozen?

Bij een gezond ondernemersklimaat hoort een goede balans tussen de zaak en thuis, tussen werk en rust. De toenemende zondagsarbeid, met name door de steeds toenemende openstelling van winkels, gaat ten koste van de zondag als heilzaam moment van rust, een geschenk van onze goede God. Is de minister-president het met mijn fractie eens dat een vast rustpunt voor iedereen het meest wenselijk is? En hoe staat het inmiddels met het wetsvoorstel van mevrouw Keijzer over de wurgcontracten voor winkeliers in winkelcentra?

Mijn derde punt: vrede en veiligheid, dichtbij en veraf. Dat is natuurlijk de pijler "vrede". De spanning tussen de grootmachten neemt toe. Laten we de rust bewaren. Dat is ook nodig bij het land dat ik zojuist al noemde: Israël, de enige democratische rechtsstaat in het Midden-Oosten. Laten we hen moreel steunen en waar mogelijk de economische relaties en handelsrelaties verder aanhalen. Verschillende landen hebben terecht hun financiële hulp aan de Palestijnen teruggeschroefd, omdat de Palestijnse autoriteit terroristen financieel beloont. Aanslagen belonen werkt averechts op het vredesproces. Is deze regering bereid om de geldkraan dicht te draaien als de praktijk niet verandert?

In het kader van vrede en veiligheid is Defensie een continue zorg voor de SGP-fractie. Steeds opnieuw blijf ik hameren op het feit dat we de Europese normen nog niet eens halen, laat staan de NAVO-norm. Er is zeker waardering voor de extra gelden die er inmiddels zijn uitgetrokken. Maar kan de minister-president een indicatie geven van hoelang het duurt voordat we in de buurt van de NAVO-norm komen?

Nog één punt in dit kader en dat gaat over het migratiebeleid, met de enorme stapeling van procedures. Dat levert alleen maar verliezers op. Nu is er weer een commissie ingesteld die dit gaat onderzoeken. Alweer een commissie. De indruk ontstaat dat er voor elk probleem geen oplossing komt, maar een commissie. Kan de minister-president een overzicht geven van alle commissies die op dit moment bezig zijn met onderzoek op lastige dossiers?

De vierde kernwaarde: eerbied voor het leven en ontzag voor de dood. Ik gebruik daar de pijler "trouw" bij. Ik kan er maar niet aan wennen dat er elke dag, 365 dagen per jaar, 100 mensen worden gedood. 30.000 abortussen, 6.500 euthanasiegevallen. Ontstellend! Daar komt nog bij dat er nog veel meer doden kunnen vallen als we als samenleving toegeven aan de wens om het zogenoemde voltooide leven te kunnen beëindigen. Het regeerakkoord geeft aan dat er nader onderzoek moet komen. Hebben de recente ontwikkelingen op dit terrein al geleid tot een schrikreactie binnen het kabinet? En wat abortussen betreft: vorig jaar heb ik gewezen op de recidive. Ik herhaal nog maar eens dat het daarbij gaat om 10.000 gevallen van vrouwen die voor de tweede, derde of vierde keer een abortus laten plegen. Aan dat probleem zou gewerkt worden. Kan de minister-president aangeven of er al stappen zijn ondernomen en wat het effect daarvan is?

Mevrouw de voorzitter. In dit verband is het goed om stil te staan bij een prachtig kunstwerk hier op het Binnenhof, tussen de Eerste en Tweede Kamer. Hier, achter de voorzitter, ziet u een enorm schilderij van koning Willem II. Hij schonk dit uit onvrede over het feit dat hij na 1848 geen invloed meer had in dit huis en zei: "dan ben ik altijd bij u". Als dit schilderij vervangen zou worden door een groot venster, dan zou u zicht hebben op de fontein op het Binnenhof, waarop de beeltenis van een eerdere Willem II stond, graaf van Holland en Zeeland en koning van het Heilige Roomse Rijk in de dertiende eeuw. Een mooi, goudkleurig beeld. Heel bekend. Maar niet zo bekend is de Latijnse spreuk, eveneens in goud uitgevoerd. Ik maak me sterk dat niemand weet wat daar staat. Het is een spreuk uit de Vulgata, de bekende Latijnse Bijbelvertaling. De vertaling daarvan is: "U bent mijn enige hoop, Heer, mijn God, van jongs af vertrouw ik op U. Al vanaf mijn geboorte steun ik op U, al in de moederschoot was U het die mij droeg." Deze tekst waarschuwt natuurlijk niet alleen tegen het aantasten van nieuw leven in de moederschoot. Deze tekst biedt ook geweldig veel hoop voor ons allen, als we ons vertrouwen op God stellen, in alle fases van het leven, bij alle thema's die ik noemde, gekoppeld aan liefde, eendracht, vrede en trouw. Dat vertrouwen gun ik de minister-president en alle ministers en staatssecretarissen heel persoonlijk, maar ook in het hoge ambt waarin zij mogen dienen. Dat geeft een extra dimensie aan het motto van deze regering: vertrouwen in de toekomst.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Ik geef het woord aan de heer Nagel.