Plenair Reuten bij behandeling Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2019



Verslag van de vergadering van 11 december 2018 (2018/2019 nr. 11)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Reuten i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik bespreek namens de SP-fractie twee onderwerpen: eerst kringlooplandbouw en de klimaatdoelen, en vervolgens het meer specifieke probleem van de stikstofuitstoot door dierlijke mest.

In het kader van de LNV-begroting 2019 zond de minister ons haar toekomstvisie, getiteld "Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden. Nederland als koploper in kringlooplandbouw". Mijn fractie ziet deze visie als een belangrijke intentie. Wat nog ontbreekt zijn operationeel meetbare doelstellingen waardoor beleidsrealisatie meetbaar is. De termen "meetlat" en "toetsing" op bladzijde 37 zijn ongelukkig gekozen, en ik vraag de minister wanneer de Kamer een vervolg op haar visie ontvangt waarin wél operationeel meetbare doelstellingen staan.

Heikel is dat de minister kringlooplandbouw niet, of nog niet, koppelt aan regionale zelfvoorziening. Zo staat op bladzijde 31: "De omslag naar kringlooplandbouw zal veel innovaties vragen en uitlokken. Dat zal een impuls geven aan de agro-innovatie in Nederland die onze positie op de wereldmarkt ten goede zal komen". Mij lijkt dit spreken in de verleden tijd. Het bereiken van de klimaatdoelen en het uiteindelijke doel van 0% opwarming van de aarde liggen, reeds drie jaar na Parijs, steeds verder weg, zo blijkt uit recente rapporten, bijvoorbeeld het Nederlandse rapport "Noodzakelijk beleid Klimaatakkoord" van november. Het behalen van de doelen vergt rigoureuzere maatregelen dan thans beoogd. Het transport van internationale handel veroorzaakt 28% van de wereldwijde C02-uitstoot. We zullen dus moeten stoppen met het gesleep van producten over de planeet. Dat is een vloek voor de huidige Nederlandse exportgerichte delen van de agrarische sector, maar uiteindelijk is een halt onontkoombaar. Ik weet dat dit de lange termijn betreft, maar die lange termijn vergt doorlopend maatregelen op de korte termijn. Welke zijn de voorgenomen rigoureuze kortetermijnmaatregelen van de minister op dit vlak? En gaat de minister de sector nu aanzeggen dat export een aflopende zaak is, zodat betrokkenen daar bij voorgenomen investeringen rekening mee kunnen houden?

Wat betreft effectieve kortetermijnmaatregelen adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur om de btw op dierlijke producten te verhogen en die op plantaardige producten te verlagen. Ook het rapport Noodzakelijk beleid Klimaatakkoord adviseert dit en eerder deed eveneens de WRR dit. Vleesconsumptie heeft immers een relatief hoge CO2-voetafdruk. Senator Koffeman wijst hier al vanaf 2007 op. De minister schrijft in haar reactie op het Rli-rapport dat zij dit advies niet overneemt vanwege de btw-afspraken uit het regeerakkoord. Maar staat na het afsluiten van een regeerakkoord het denken bij dit kabinet stil? De minister kan bij nieuwe informatie en nieuwe adviezen haar collega's en de coalitie toch proberen te overtuigen? Zegt zij toe spoedig een poging daartoe te doen en de Kamer daarover te informeren?

Ik bespreek kort een tweede en specifieker onderwerp: de uitstoot van stikstof door dierlijke mest en de handhaving van de mestregels. Dit betreft een casus waarover een redelijke hoeveelheid cijfers beschikbaar is. Dat lijkt minder het geval voor bijvoorbeeld dierenmishandeling binnen de veehouderij, wat ernstiger is dan de mestcasus. Volgens recente CBS-cijfers is de totale uitstoot van stikstof door dierlijke mest in de afgelopen vijf jaar met 11% toegenomen. Is het de minister bekend of de CBS-cijfers gebaseerd zijn op rapportages van de sector zelf?

Ik ben geschrokken van het LNV-rapport Versterkte Handhavingsstrategie Mest van september 2018. Uit selecte steekproefinformatie door de NVWA in 2017 blijkt dat 47% van de bedrijven onvoldoende voldoet aan de mestregels. Dit betreft controles bij ongeveer 8% van de bedrijven. De opgelegde sancties acht de sector "in te calculeren omdat de pakkans laag is". De memorie van toelichting bij de begroting stelt dat de NVWA als toezichthouder uitgaat van vertrouwen, maar stevig optreedt als dat vertrouwen beschaamd wordt. Hoe rijmt de minister de stevigheid van het optreden, met name de hoogte van de boetes, met de overtredingen? Per welke datum worden de boetes zeer fors verhoogd? Of is zij het eens met de landelijk milieuofficier van het Openbaar Ministerie dat de regels in feite niet handhaafbaar zijn en dat minder mest slechts bereikbaar is door verkleining van de veestapel?

De genoemde 47% betreft een selecte steekproef. Ik herhaal wat ik de minister reeds in een mondeling overleg voorhield. Het goedwillende deel van de sector heeft er mijns inziens recht op dat de NVWA tevens controleert via een aselecte steekproef, bijvoorbeeld bij 1.000 bedrijven, zijnde een kwart van de gecontroleerde bedrijven. Graag deze toezegging van de minister.

Voorzitter, hiermee sluit ik af. Ik zie uit naar de antwoorden van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Reuten. Uw tekst op papier is wederom voorzien van een prachtig notenapparaat. Ik geef het woord aan de heer Binnema.