Plenair Lintmeijer bij voortzetting behandeling Verzamelwet Brexit



Verslag van de vergadering van 19 maart 2019 (2018/2019 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Lintmeijer i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. De winst van dit debat is dat ik mij als nooit tevoren heb verdiept in de topografie van halfgeleiders, en daarbij weer eens tot de conclusie ben gekomen dat wij een vitale industrie hebben, onder andere rond Eindhoven.

Ik dank de minister voor de antwoorden. Er zijn toch wat punten die ik graag nog even wil beschouwen. Voor een deel is dit debat een pragmatisch debat. Het gaat over het oplossen van problemen die we voorzien als gevolg van de brexit. Die problemen kunnen we oplossen, al dan niet met wettelijke kaders. In de meeste gevallen die in artikel I tot en met IX staan, inclusief die halfgeleiders, heeft het kabinet gewoon onze steun. Wij kunnen snappen wat u doet. We vinden het nog steeds een bijzonder lijstje, maar de beantwoording maakte dat wel duidelijk.

Daarnaast is dit ook een principieel debat. Het gaat over de democratische legitimatie van besluiten die u al dan niet onvoorzien moet nemen. Je moet dan een beetje het vraagstuk afpellen van wanneer je dat soort besluiten nou neemt, wanneer je de wet op voorhand aan de kant zet en er alleen aan de achterkant nog enige controle mogelijk is — een achterkant die overigens wel versterkt is, met name door de Tweede Kamer. Je kunt dan een paar dingen doen. Je kunt kijken wat nou de definitie is van "nood" — laten we dat woord nog maar even gebruiken — of die bijzondere situatie. De minister zegt: daar kom je eigenlijk nooit uit, want je kunt niet definiëren wat je niet precies weet. Wat dan overblijft is dat je naar casuïstiek kunt kijken. In die casuïstiek kan het gaan om hele grote dingen. Dan hebben we een coördinatiewet met noodmaatregelen. Daarvan zegt de minister: dat is te groot voor deze omstandigheid. Dan hebben we een aantal situaties, met betrekking tot bijvoorbeeld financiën, water of volksgezondheid, waarvoor eigenlijk al voorzieningen in de wet staan. Als je verder afpelt, komen we weer bij de traditionele wagen met vee op de kade. Daarvoor is via de NVWA eigenlijk ook een wettelijke grondslag te vinden in de Wet dieren of in Europese regelgeving.

Kortom, het blijft heel erg lastig om te vatten wat er dan nog overblijft. Dan kom je op onbekend terrein. Ik ben blij dat de minister aangeeft dat het speelveld nog veel kleiner wordt bij een gereguleerde brexit op basis van een overeenkomst. Tegelijkertijd blijft het stuk dat overblijft buitengewoon onvatbaar. Het verschil met andere vangnetregelingen in wetgeving is dat die altijd casuïstiekgebonden zijn. Die zijn altijd gebonden aan een beleidsterrein, waarbinnen we aan het eind van de streep zeggen: er kan nog wat overblijven; dan doen we weer wat met een vangnet. De ingewikkeldheid bij deze wet is dat het over alle beleidsterreinen kan gaan, en dat daarmee de diffusiteit alleen maar groter wordt. Met dat gegeven worstelt mijn fractie, in alle eerlijkheid. Wij zullen de antwoorden van de minister moeten wegen versus de democratische legitimatie, die voor een deel niet wordt afgedekt. We zullen dat doen in de fractie en volgende week tot een eindoordeel komen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Lintmeijer. Ik geef het woord aan de heer Ester.