Plenair Ester bij behandeling Inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren



Verslag van de vergadering van 9 juli 2019 (2018/2019 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.39 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ester i (ChristenUnie):

Dank, voorzitter. Dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording van onze vragen. De ChristenUniefractie en de SGP-fractie zullen graag voor dit wetsvoorstel stemmen en het liefst vandaag. Wij wilden nadrukkelijk helderheid geven aan de groep die het kindgebonden budget zal ontvangen.

De stevige verhoging van dat kindgebonden budget voor gezinnen met middeninkomens steunen wij van harte. Het is goed — de staatssecretaris zei het al — om gezinnen die de economische crisis aan den lijve hebben ondervonden een financieel steuntje in de rug te geven. Dat komt hen ook toe.

Voorzitter. Onze beide fracties zijn behoorlijk geschrokken van de uitvoeringsperikelen. We hebben daar uitvoerig over gesproken. Vele gezinnen zijn hierdoor getroffen. Maar we hebben vandaag toch een staatssecretaris aan het woord gezien die deze perikelen zeer serieus neemt. Het blijft jammer dat haar collega van Financiën vandaag niet aanwezig was, maar dat is dan kennelijk niet anders. Onze fracties zijn blij dat het niet-indexeren van de baan is.

Ik probeerde in mijn bijdrage wat dieper te graven door ook te wijzen op de enorme complexiteit van ons stelsel van toeslagen en regelingen in het sociale domein. Dat is bepaald niet bevorderlijk voor een soepele uitvoering door de Belastingdienst. We raken hier toch echt professionele grenzen. Kwetsbare groepen moeten volledig op de overheid kunnen vertrouwen wat betreft de uitvoering van socialezekerheidswetten die hun verlichting moeten bieden. Onze fractie en de SGP-fractie zijn blij met de toezegging van de staatssecretaris om ook vanuit burgerperspectief een integrale visie te wijden aan het ibo-rapport, aan die complexiteit en of we daar wellicht iets aan kunnen doen in corrigerende zin. Wij zien uit naar die reactie.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ester. Dan geef ik het woord aan de heer Kox.