Plenair Van der Linden bij behandeling Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie



Verslag van de vergadering van 3 december 2019 (2019/2020 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.16 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Linden i (FvD):

Voorzitter. Afgelopen donderdag was ik in het hart van onze prachtige Rotterdamse haven. Daar, in Rotterdam, wordt het geld verdiend, het geld dat we hier in Den Haag uitgeven. De hijskranen, de logistiek, de schepen: die indrukwekkende activiteiten gaan 24 uur per dag door. En daarvoor is betrouwbare energie van levensbelang. Ik ging kijken bij de Maasvlakte Power Plant 3, de MPP 3, die in 2016 in bedrijf is genomen. Pas drie jaar is deze open. Nederland had met de MPP 3 op dat moment de minst vervuilende kolencentrale ter wereld. Met een capaciteit van 1.100 megawatt destijds goed voor 7% van de Nederlandse elektriciteitsvraag, met een zeer hoog rendement van maar liefst 46%, waar het gemiddeld 30% was, en met 25% minder CO2-uitstoot ten opzichte van een gemiddelde kolencentrale. Die Rotterdamse havenactiviteiten, die indrukwekkende prestaties van deze energiereus zouden ons trots moeten maken, maar trots is een deugd die in het huidige culturele discours toch wat onder druk staat. Zowel de haven als onze traditionele energievoorzieningen vallen ten prooi aan een radicale transformatieobsessie die zich politiek voltrekt.

Vandaag ligt een wet voor die dwingt tot vervroegde sluiting van kolencentrales. Laat het volgende nog eens goed tot u doordringen. Wij staan in Nederland dus op het punt om enkele van de meest moderne kolencentrales ter wereld, waar menig ander land stikjaloers op is, bij wet te verbieden. Dat is absurd. Ik heb drie hoofdargumenten, drie redenen, tegen deze wet. Eén: we slaan een economische flater. Twee: het alternatief, biomassa, is nog slechter. Drie: juridisch zit er een luchtje aan deze wet. Ik licht dat graag toe.

We slaan een economische flater. Ten aanzien van de modernste kolencentrales ter wereld, waarin voor miljarden is geïnvesteerd, stelt het kabinet voor om ze vervroegd te sluiten, zonder het voordeel van vele jaren extra goedkope stroom uit afgeschreven centrales te benutten. Ik hoorde net de woordvoerder van de VVD over het radarstation zeggen dat ruil van radarinstallaties een enorme kapitaalvernietiging zou zijn. Ik vraag hem wat dit dan is, als we het over kapitaalvernietiging hebben. De rest van de wereld kijkt jaloers naar zo'n betrouwbare en moderne energievoorziening. Zij hebben veel vervuilendere energievoorzieningen, zoals bruinkool en houtverbranding. Vooral hebben ze veel goedkope steenkoolcentrales, die wél zwaarvervuilend zijn. De sluiting van de kolencentrales staat niet op zich. Ook gas is door dit kabinet al in de ban gedaan. Nederlandse huishoudens moeten van het gas af. Betrouwbare betaalbare energie maakt door het beleid van dit kabinet plaats voor onbetrouwbare energie uit zon en wind.

Een tweede economisch punt. De Nederlandse overheid heeft zich onder minister Brinkhorst van D66 in het recente verleden enorm ingespannen om deze moderne en efficiënte kolencentrales te realiseren in Nederland, met succes. Maar nu worden de investeerders en ondernemingen geconfronteerd met wetgeving over vervroegde sluiting, ruim voor het einde van de economische levensduur. Forum voor Democratie trekt daaruit de conclusie dat door deze wet Nederland minder betrouwbaar en minder aantrekkelijk wordt voor investeerders in kernenergie. Immers, hoe de overheid hier handelt met betrekking tot kolencentrales, doet een investeerder in kernenergie wel drie keer achter de oren krabben.

De heer Crone i (PvdA):

Ik deel de trots op onze havenbedrijven, inclusief de energiesector. Ik heb daar vier jaar gewerkt, in een tijd dat ik bij de Vervoersbond FNV werkte, net als overigens de heer Rosenmöller, nu niet aanwezig. We hebben daar samen stakingen beëindigd, zal ik maar zeggen. Ik weet niet meer wie er begonnen is, maar we hebben de stakingen beëindigd. Ik was altijd zeer onder de indruk van die enorme hijskranen. Ze hebben daar grijpkranen die niet eens in deze ruimte passen; zo groot als een eengezinswoning. Die halen een luciferdoosje van de rand van het schip: zo veel vakmanschap is daar. Daar ben ik trots op. Maar ik ben er ook trots op dat mensen snappen dat we naar een duurzame economie gaan. We krijgen hele andere banen, veel meer werkgelegenheid en Europa gaat ons daarbij helpen. Kunt u niet de trots op de vernieuwingen die we doorvoeren delen?

Dan de tweede vraag. Kodak dacht ook ooit: dat wordt nooit wat met die pixels en die toestellen. Zij hebben gewoon een inschattingsfout gemaakt, want de markt, de technologische ontwikkeling en de kostenverlagingen hebben Kodak de das om gedaan. Dat is hier ook het geval. Dat is ondernemersrisico. Natuurlijk wilden vorige kabinetten weleens kolencentrales, maar ze hebben zich niet gecommitteerd aan bedrijfsrisico's. Die zijn voor de ondernemer.

De heer Van der Linden (FvD):

Wat betreft die eerste vraag, of ik trots ben op die vernieuwing. Het verhaal over de havens spreekt mij zeer aan. U bent er trots op. Ik heb het ook gezien. Ik denk dat het niet alleen een eengezinswoning is maar dat sommige zo groot zijn als een flatgebouw. Trots op die vernieuwing? Natuurlijk. Alleen, het wegsaneren van hypermoderne kolencentrales waar de wereld jaloers op is, om ze te vervangen door windmolens en zonnepanelen is geen vooruitgang. Dat is achteruitgang en dat is niet iets om trots op te zijn. Natuurlijk zijn we trots op innovatie, maar wij kiezen voor kernenergie en de opvolgers daarvan. Dat is het eerste punt.

Het tweede punt gaat over het bedrijfsrisico. Natuurlijk loop je als bedrijf risico's, maar hier gaat de omwenteling wel heel snel. De investeerders zijn destijds overtuigd om hier te investeren in centrales. Nu moeten ze als de wiedeweerga hun centrale sluiten zonder reële alternatieven. Daar kom ik straks nog op terug.

De voorzitter:

De heer Crone tot slot.

De heer Crone (PvdA):

Even kort over dat eerste punt. U kunt niet zeggen: ik wil het allebei. U zei niks over trots op duurzame energie. Ik ben blij dat u dat nu ook zegt. Dat is nu ook een hele nieuwe bedrijfstak. Maar u kunt niet bovenop de bestaande capaciteit nieuwe capaciteit plaatsen. Het een komt in de plaats van het ander, want we hebben al te veel capaciteit. U moet dan toch kiezen, óf voor het oude óf voor het nieuwe.

De heer Van der Linden (FvD):

Ja, en onze keuze is heel duidelijk: voor kernenergie, de opvolgers daarvan en thorium, en niet voor zon en wind, want dat is achteruitgang.

De heer Crone (PvdA):

Dat is heel jammer.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van der Linden (FvD):

Wij denken, nogmaals, dat door deze wet de kans op een investeerder in kernenergie drastisch afneemt, en het liep al geen storm. Kan de minister, die toch bekendstaat als lid van de fanclub voor kernenergie, aangeven of hij dat met ons eens is?

Het tweede argument: het alternatief, biomassa, is slechter. De sluiting van de kolencentrales is onderdeel van een breder klimaatbeleid waar Forum voor Democratie tegen is, dat mag u bekend zijn. Minder desastreus klimaatbeleid was een van de speerpunten van onze verkiezingscampagne. Maar op dat punt vinden wij elkaar vandaag niet in deze Kamer, denk ik. Deze wet bevat één element waarop links en rechts in dit huis elkaar volgens ons wel kunnen vinden, namelijk de aversie tegen biomassa: het kappen van bomen in Nederland, Estland, Canada en de Verenigde Staten om ze in stookolieschepen versnipperd naar Nederland te vervoeren en hier te verbranden. Martijn Katan schreef er deze week in NRC een goed stuk over. Hij merkte fijntjes op dat als we vrijkomend houtafval, wat dan duurzame biomassa is, willen gebruiken om de kolen te vervangen, een bos nodig is ter grootte van vijf keer Estland om alleen onze vier kolencentrales te laten draaien. Wij hebben de minister gevraagd naar het toekomstperspectief van biomassa. De minister geeft namelijk aan dat er momenteel veel centrales worden gebouwd en omgebouwd voor biomassa. Naar aanleiding van onze vragen werd aangegeven dat het PBL heeft berekend dat wereldwijd in 2030 het kantelpunt wordt bereikt. Dat jaar is er meer vraag naar bomen dan aanbod van bomen. Als we doorgaan met die biomassa vindt er dan dus structureel kaalslag, ontbossing, plaats. Wij concluderen: niet aan beginnen.

Dat jaar 2030 is ook om een andere reden belangrijk. Wij ontvingen recent de Klimaat- en Energieverkenning, de KEV, en we bespraken deze twee weken terug in dit huis met de opsteller, het PBL. In deze KEV maakt de CO2-uitstoot van Nederland na 2030 een flinke duikvlucht. Qua CO2-doelstellingen maakt Nederland volgens de modellen dan in één keer een grote klimaatklapper. Dat komt, zo zei het PBL, doordat de laatste kolencentrales sluiten door deze wet. Maar dat is, als biomassa doorzet, een illusie. Dat biomassa beter zou zijn voor milieu en klimaat is fake news. Biomassacentrales stoten evenveel of zelfs meer CO2 en fijnstof uit dan kolencentrales, ten koste van bossen.

Mevrouw Gerkens i (SP):

Ik hoor de heer Van der Linden biomassa gelijkstellen aan het verbranden van hout. Bedoelt hij dat ook te zeggen of kijkt hij wat diverser naar biomassa?

De heer Van der Linden (FvD):

We hebben natuurlijk een brief van de minister gehad over de subsidies waarbij het ook uit andere stromen komt, uit slib of uit afvalverwerking. De vraag is of die vormen van biomassa dan wel beter zijn voor het milieu. Wij denken het niet. Maar twee, de kolencentrales waar de brandstof nu vervangen moet worden door biomassa, zijn gigantisch en dit vindt wereldwijd overal plaats. Daardoor kan het straks niet meer met die duurzame vorm van biomassa. Je kunt geen uitdunhout gebruiken om zulke grote centrales te vullen en te laten draaien. Daar is gewoon niet voldoende grondstof voor.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik denk dat het goed is als de heer Van der Linden die twee dingen uit elkaar houdt, want er is wel degelijk ook schone biomassa, zij het dat het weinig is. Ik begrijp de vraag aan de minister zo dat het op een gegeven moment misschien op is als wij dat allemaal in die kolencentrales stoppen en of wat wij dan gaan stoken, slechter is dan kolen. Het helemaal stoppen met biomassa zou ook betekenen dat je die schone vormen weggooit. Zou je dan niet beter moeten kijken naar bijvoorbeeld het opheffen van subsidie op biomassa zodat je die perverse prikkel voor de verkeerde biomassa weghaalt? Hoe denkt de heer Van der Linden daarover?

De heer Van der Linden (FvD):

Dat is een punt waar we elkaar blindelings kunnen vinden. Wij hebben ons naar aanleiding van de motie al uitgesproken over het stoppen met subsidie op biomassa. Daar zijn wij helemaal voor, absoluut.

Voorzitter. Stel nou dat de eigenaren van de kolencentrales daadwerkelijk allemaal overstappen op biomassa; dat zij ingaan op het aanbod. Dan zijn er geen klimaatwinst en geen milieuwinst en dragen wij bij aan massale bomenkap; dat is onze overtuiging. Inmiddels is bekend geworden dat de pellets in onze biomassacentrales voor 80% worden gemaakt van bomen die anders niet gekapt zouden worden. Dat is deze week bekend geworden. De CO2-uitstoot van deze biomassa levert dus een toename van de uitstoot op. Dat die boom over 50 jaar misschien omvalt of verrot, heeft geen invloed op de huidige CO2-uitstoot. Als een nieuw boompje CO2 gaat opnemen in zijn toekomstige leven, dan duurt het toch op zijn minst tientallen jaren voordat dat gelijk staat aan die uitstoot. Dat staat volgens ons op gespannen voet met de urgentie die men predikt en uitstraalt bij het uitvoeren van het Parijsakkoord. Dit is, zelfs als je het klimaatbeleid nastreeft, een verslechtering. Het is volgens ons geen klimaatwinst, maar klimaatverlies. Dat grootschalige biomassa duurzaam zou zijn, is daarom volgens ons een van de kromste redeneringen van alle internationale klimaatafspraken. Ook liefhebbers van intensief klimaatbeleid worden hiermee in het ootje genomen.

Ik heb de minister gevraagd een vergelijking te maken tussen de CO2-uitstoot van kolencentrales en die van tot biomassa omgebouwde centrales om zodoende de besparing te berekenen. Het antwoord van de minister was dat de besparing 100% is. Alle CO2-uitstoot van kolen is klimaatwinst, want, zo is de redenering, de uitstoot van biomassa, ook al is die er wel, telt niet mee. Dat is namelijk internationaal zo afgesproken. Dus de uitstoot is er wel, die komt dadelijk gewoon uit de schoorsteen, maar hij telt niet mee. Vraag aan de minister: wat zou hij ervan vinden als alle eigenaren straks besluiten om over te gaan op 100% biomassa? Is het kabinet dan tevreden?

Voorzitter. Onze conclusie is dat klimaatwinst, als je daar toch al mee bezig bent, bij ombouw tot biomassa slechts op papier plaatsvindt, niet in de praktijk of anders tenminste na 2050. Dit zouden alle partijen in dit huis niet moeten accepteren. Biomassa is een slechter alternatief voor kolen.

Voorzitter. Dan het derde punt dat nauw aansluit op het tweede punt, namelijk dat er juridisch een luchtje zit aan deze wet. De minister wil met deze wet de sluiting van kolencentrales forceren, maar het mag juridisch geen sluitingswet heten. De reden is vrij simpel: een sluitingswet kost het kabinet geld, want dan moet de minister de eigenaren uitkopen en schadeloosstellen. En klimaatbeleid is al zo onbetaalbaar. Daarom is de gehele memorie van toelichting bij deze wet een groot juridisch woordenspel om deze sluitingswet vooral geen sluitingswet te noemen. De hele toelichting lijkt vooral geschreven om een schadeclaim te vermijden. Een belangrijk argument dat de minister daarbij gebruikt, is dat er mogelijkheden zijn voor alternatieve exploitatie. De kolencentrales kunnen worden omgebouwd tot energiecentrales die op alternatieve brandstof draaien. Dat is technisch mogelijk en de minister acht het ook bedrijfseconomisch haalbaar.

Wij geloven dit deels. Dat het technisch kan, zal best. Het zal technisch ook mogelijk zijn om er een pretpark van te maken, maar wij hebben twijfels bij de bedrijfseconomische haalbaarheid. Bovenal is dit niet relevant, omdat ombouw tot biomassa wat ons betreft politiek onwenselijk is. Wij willen het niet; de idealisten niet, maar ook de realisten niet. Naast biomassa noemt de minister andere alternatieven zoals hernieuwbare gassen, ammoniak, afvalstoffen, ijzerpoeder, waterstof. Deze alternatieven lijken misschien op sommige punten aantrekkelijk, maar ze zijn op dit moment nog volstrekt onrealistisch. Allereerst qua technische haalbaarheid — veel van deze technieken staan pas in de kinderschoenen — laat staan dat ze economisch haalbaar zijn. Zelfs in tien jaar vinden wij dat niet realistisch.

De heer Pijlman i (D66):

Volgens de heer Van der Linden zijn deze alternatieven niet haalbaar. In het begin van zijn betoog wees hij erop dat kernenergie of thorium dat wel is. Mag ik er even op wijzen dat thorium nog helemaal in de toekomst verborgen zit? Het onderzoek is in de jaren zestig om militaire redenen stilgelegd. Ik zou ook willen dat u eens even reflecteert op de bouw van de nieuwe kerncentrale in Groot-Brittannië. Tien jaar achter op schema, enorme subsidies en een elektriciteitsprijs die door de overheid moet worden gegarandeerd en veel hoger ligt dan de marktprijs doordat de centrale anders niet kan draaien Wat is dan het alternatief van het Forum voor Democratie ons waard?

De heer Van der Linden (FvD):

Op het eerste punt: thorium. Het duurt inderdaad ook nog wel even voordat dat er is. Wij zijn er wel voor om daarop in te zetten, omdat wij niet onder de druk leven dat er nu urgentie is om dingen te doen. Er is ook wel een tijdshorizon om te werken aan een betrouwbare innovatieve energievoorziening. Dat steunen wij ook, ook voor andere vormen die ik net noemde. Wij voelen ons niet gehinderd door die druk dat wij tot 2030 of nog sneller bepaalde cijfertjes moeten nastreven. Wij zien dat gewoon anders. Wij zijn zeker voor innovatie en de alternatieven die ik net heb genoemd, maar wij voelen die tijdsdruk niet. Wij vinden het niet reëel dat dit alternatief nu wordt gebruikt in de wetgeving. Dat op het eerste punt.

Dan het tweede punt dat u noemde: kernenergie en kijk eens naar Groot-Brittannië. Kernenergie heeft natuurlijk een belangrijk pluspunt en dat is dat het betrouwbaar is. Het gaat heel lang mee en het is een betrouwbare, langdurige, intensieve energievoorziening die heel weinig ruimte inneemt. Kernenergie heeft gewoon ontzettend veel voordelen ten opzichte van windmolens en zonnepanelen.

De heer Pijlman (D66):

Ja, behalve dan dat het op dit moment een veel grotere subsidievreter is dan wind en zon, en dat zou uw partij toch juist moeten aanspreken. Maar even terug: vindt u ook dat een handtekening onder een verdrag wat waard is? 2030, 2050, Parijs, vandaag wordt er in Madrid over gepraat. Of is zo'n handtekening niets waard voor het Forum?

De heer Van der Linden (FvD):

Een handtekening is voor Forum voor Democratie zeker iets waard, maar wij mogen toch zeker wel een andere politieke opvatting hebben over de klimaatplannen van dit kabinet? Ik geef daar argumenten voor en dat zullen wij de komende jaren ook nog doen. Ik heb in mijn bijdrage al betoogd dat wij het daar waarschijnlijk niet over eens worden vandaag, maar ik hoop dat wij het wel eens worden over de aversie tegen biomassa.

Mevrouw Gerkens (SP):

Als die handtekening wat waard is, dan zegt de heer Van der Linden dus dat hij achter de doelstelling staat om de CO2-uitstoot te verminderen, alleen wil hij dat via kernenergie doen. Is hij zich ervan bewust dat kernenergie bij de winning en delving zo veel CO2-uitstoot oplevert dat het eigenlijk een zeer vervuilende vorm van energie is?

De heer Van der Linden (FvD):

Dat is toch een wat vreemde redenering. Ik zeg dat een handtekening voor Forum voor Democratie wat waard is, maar dat wij wel strijden tegen die afspraken en de urgentie van het klimaatbeleid. Dat een handtekening voor ons iets waard is als wij een contract tekenen, betekent niet dat wij het eens zijn met de maatregelen van het Parijsakkoord. Dat lijkt mij evident.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dat zijn twee verschillende dingen. Is hij het eens met de maatregelen van het Parijsakkoord? Of zegt hij: nee, we moeten inderdaad zorgen dat er CO2-reductie komt? Volgens mij hoorde ik hem zeggen: wij willen die CO2-reductie ook, wij kiezen alleen voor andere maatregelen, namelijk kernenergie. Ik wijs hem er dan op dat kernenergie een zeer vervuilende vorm van energie is, omdat bij het delven van uranium enorm veel CO2 vrijkomt. Hoe oordeelt hij dan vervolgens over kernenergie?

De heer Van der Linden (FvD):

Ja, dat er bij het delven van uranium CO2 vrijkomt, is zonder meer waar. Maar dat is ook bij het delven van grondstoffen die de basis zijn voor windmolens en voor zonnepanelen. Dat is allemaal zo, maar het gaat veel langer mee. En een heel belangrijk argument, het is betrouwbaarder. Die obsessie met CO2-reductie delen wij politiek niet.

De voorzitter:

Mevrouw Gerkens, uw derde?

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik moet concluderen dat het inderdaad waar is dat bij het delven van de stoffen voor het bouwen van de windmolens ook CO2 vrijkomt. Alleen is dat bij kernenergie vele, vele malen erger. Dus het ís geen schone vorm van energie. Het zou goed zijn als de heer Van der Linden zich dat bewust is.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Van der Linden (FvD):

Dat ga ik doen, voorzitter.

Naast biomassa noemde ik de alternatieven waar ik het net over had. Wat de technische haalbaarheid betreft, veel van die technieken staan in de kinderschoenen en bedrijfseconomisch hebben wij er echt ook onze twijfels bij. Onze conclusie naar aanleiding daarvan is dat biomassa onwenselijk is en dus afvalt, en dat alternatieven niet reëel zijn. Ik wil graag van de minister horen hoe hij dit gegeven, als dit huis het daarmee eens is, juridisch nu beschouwt. Stel dat biomassa vandaag afvalt, omdat we ons daar wederom met een meerderheid politiek over uitspreken, kan de minister aangeven als er dan geen realistische alternatieven zijn voor deze kolencentrales, wat dan het juridische gevolg daarvan is voor de hier voorliggende wet?

Tot slot, voorzitter. Ik heb betoogd dat wij het met deze wet oneens zijn, omdat we vinden dat we een economische flater slaan, omdat we biomassa als alternatief slechter vinden en omdat er juridisch een luchtje aan deze wet zit. Ik begon mijn bijdrage met een bezoek aan de Rotterdamse haven. Het waaide die donderdagmiddag nogal hard, maar op een steenworp afstand van die hypermoderne MPP-3 kolencentrale stond een rij windturbines die middag stil. Het contrast tussen betrouwbare en onbetrouwbare energie was daarmee in één oogopslag duidelijk. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u, meneer Van der Linden. Dan is het woord aan mevrouw Teunissen namens de Partij voor de Dieren.