Plenair Van Apeldoorn bij voortzetting behandeling Pakket Belastingplan 2020



Verslag van de vergadering van 10 december 2019 (2019/2020 nr. 12)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.51 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter, dank. Dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording, die uitvoerig was. Toch hebben wij nog enkele antwoorden gemist. Ik loop verschillende zaken even na. In de eerste plaats — andere sprekers hebben er ook over gesproken — wil ik ingaan op het toptarief en waarom dat zo nodig verlaagd moet worden. Dan zegt de staatssecretaris: fracties pikken er één element uit, maar je moet kijken naar het totale pakket. Hij noemt dan bijvoorbeeld de verhoging van de algemene heffingskorting. Maar dat is op zich geen argument voor de structurele verlaging van het toptarief. Je zou ook de algemene heffingskorting kunnen verhogen en het toptarief eveneens kunnen verhogen, of in ieder geval niet verlagen. Op zich is dat dus geen argument. Ik verwijs naar wat de heer Crone heeft gezegd over de gevolgen hiervan, ook op de langere termijn.

Dan over vermogensongelijkheid. Daar heeft de staatssecretaris volgens mij uiteindelijk maar één zin aan gewijd. Ik zou hem willen uitnodigen om daar nog iets meer over te zeggen. Hij heeft er alleen over gezegd: er is lastig op te sturen, want we hebben geen goede indicatoren. Is de staatssecretaris het dan niet met mij eens dat we zeker weten dat de vermogensongelijkheid teruggedrongen wordt als we een miljonairstaks invoeren?

De staatssecretaris heeft ook gezegd dat het misschien in deze kabinetsperiode al mogelijk zou zijn, als er in de bouwstenen politieke meerderheden zijn voor bepaalde uitkomsten van het onderzoek. Ik hoop dat dat ook geldt voor het aanpakken van vermogensongelijkheid.

Ik kom op de Vpb en de winstbelasting die effectief betaald wordt. Ik heb de staatssecretaris gevraagd wat hij vindt van de dalende trend van 22% naar 17%. Volgens mij heeft hij daar niet echt op gereageerd.

En dan had ik gevraagd waarom het tarief omlaag moet als je de grondslag verbreedt, zeker als dat laatste gebeurt in het kader van het tegengaan van belastingontwijking. Het is toch zo dat de nog steeds voorgenomen verlaging van het hoge Vpb-tarief voor het grootste gedeelte gefinancierd zal worden uit de opbrengsten van de earningsstrippingmaatregel uit ATAD 1? Dat gaat dus om belastingontwijking. Dan is het toch gewoon een beloning van slecht gedrag? Zou de staatssecretaris daar alsnog op kunnen reageren?

Ik ben blij dat de staatssecretaris benadrukt dat hij net zo ambitieus is als de SP voor wat betreft de bronbelasting. Daar houden wij hem graag aan. Wij zijn het echter niet eens met zijn analyse. Wij baseren ons ook op onderzoeken van SOMO, Tax Justice en het CPB. Hun analyse is dat er nu niet meer gedaan had kunnen worden. Wij zijn blij met de toezegging van de staatssecretaris dat hij het zeker zal aanpakken en dat er nieuwe voorstellen komen, als blijkt dat er de komende tijd toch meer nodig is. Wij zullen dat nauwlettend blijven volgen.

Dan een punt dat voor ons belangrijk is, de verhuurderheffing. De argumentatie om die te handhaven, is mij nog steeds niet duidelijk geworden. Nogmaals, de heffing was destijds bedoeld om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Daarom herhaal ik mijn vraag. De overheidsfinanciën zijn nu op orde. Waarom moeten we dan vasthouden aan deze heffing?

Het andere punt is of het niet mogelijk zou moeten zijn om voor de woningcorporaties een uitzondering te krijgen voor ATAD 1, de earningsstrippingmaatregel en de renteaftrek. Dat blijft eerlijk gezegd een beetje mistig voor ons. De staatssecretaris zegt dat hij weet dat het niet mag en dat het juridisch niet kan. Hij laat eigenlijk met zoveel woorden weten dat hij dat altijd al wist, maar dat het nog even informeel is gecheckt in Brussel. Dat heeft ons gesterkt in onze overtuiging, zegt hij. En daarmee zijn ze niet optimistisch. Dan blijft mijn vraag: waarom heeft de staatssecretaris geen formeel advies gevraagd? Het sterkt ons in de overtuiging dat de regering het wel best vindt zo. Men wil die uitzondering niet voor de woningcorporaties en daarom heeft men er niet op aangedrongen.

Het punt blijft dat wij er meer informatie over zouden willen. De staatssecretaris zegt dat er een juridisch advies is. Ik weet niet precies over welk juridisch advies hij het heeft, maar wij hebben dat advies niet gezien. Er zijn bepaalde conclusies getrokken op basis van informeel advies bij het DG Competition. Daar zijn conclusies uitgekomen die in de beantwoording staan. Voor ons is niet goed na te volgen op grond waarvan de regering en de staatssecretaris gesterkt zijn in de opvatting die ze kennelijk al hadden. Er is geen advies op papier vanuit Brussel dat de staatssecretaris met ons kan delen. Als het er niet is, kan hij het ook niet met ons delen.

Misschien kan de staatssecretaris wel toezeggen om ons via een brief duidelijk te maken op grond van welke overwegingen de regering of de staatssecretaris na het inwinnen van het informele advies bij de Europese Commissie in Brussel tot deze conclusie gekomen is, dus gesterkt is in zijn overtuiging. Het liefst zien we die brief vóór de stemming van volgende week. Wat is de juridische analyse die daaraan ten grondslag ligt? Die is ons nog onvoldoende helder. Welke informatie die verkregen is uit Brussel heeft die conclusie versterkt? Kan de staatssecretaris dat nog een keer reconstrueren en voor ons op een rij zetten? Daar zouden wij zeker mee geholpen zijn. Ik neem aan dat hier geen belang van de Staat een rol speelt dat het verstrekken van deze informatie zou moeten tegengaan.

Ten slotte nog iets over de Belastingdienst. Ik spreek nogmaals de hoop uit dat bij de afhandeling "zo spoedig mogelijk" echt "spoedig" betekent en dat voor de vele gedupeerden licht komt aan het einde van de tunnel die voor velen een hele lange tunnel is geweest. Wij blijven dat nauwgezet volgen.

Voor het overige sluit ik mij graag aan bij wat de heer Ester heeft gezegd. Het is mooi dat de hele Tweede Kamer het erover eens is dat we af moeten van het toeslagenstelsel. Ik denk dat we er in dit huis ook al redelijke consensus over bereikt hebben. Waar we het nog niet over eens zijn, is wat ervoor in de plaats moet komen. Er is net al een debatje geweest over de inkomensafhankelijke zorgpremie, waar wij ook al jaren erg voor zijn.

Voor de kinderopvangtoeslag is wat ons betreft de oplossing gewoon drie dagen gratis kinderopvang. Dat mag je "staatscrèches" noemen, zoals Forum voor Democratie doet, maar met diezelfde logica kun je ook spreken van staatsscholen en van meer staatszaken, want er zijn meer dingen gratis. Het maakt mij niet uit hoe je het noemt, maar het zou een hele goede en structurele oplossing zijn. We hopen dat dit meegenomen gaat worden.

Ten slotte is het misschien niet zo'n heel verrassende conclusie dat ik met mijn collega Crone deel dat het lastig is voor een progressieve en linkse fractie om voor het Belastingplan te stemmen en voor het pakket maatregelen. Dat zal ik mijn fractie dan ook niet adviseren.

Dank, voorzitter.

De heer Schalk i (SGP):

Een korte vraag over die staatscrèches. Wie gaat die betalen?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Volgens mij is dat al voldoende gewisseld. Uiteindelijk is natuurlijk niets gratis. Het wordt gewoon opgebracht uit de collectieve middelen. Maar die toeslagen is ook een rondpompen van geld. Dat betalen we ook met z'n allen. Dit is een alternatief waarbij het uiteindelijk natuurlijk wel betaald moet worden, maar waarbij het als dienst geleverd wordt aan degenen die het nodig hebben. Dat is net zoals het onderwijs. Daar hebben we ook geen markt voor en daar vragen we ook geen geld voor. Dat wordt ook gewoon geleverd. Net zoals je dat ook zou kunnen doen voor de zorg, zoals de National Health Service in het Verenigd Koninkrijk, waar het ook gratis is op het moment dat mensen zorg afnemen. Dat is ook een prima stelsel. Maar natuurlijk moet het gefinancierd worden.

De heer Schalk (SGP):

Voor het onderwijs hebben we de Leerplichtwet. We zouden dan een soort kinderopvangwet moeten maken. De ene ouder heeft echter behoefte aan één dag kinderopvang, de volgende aan drie, de volgende aan zeven. Dat laatste hoop ik niet voor de kinderen. Een veel simpeler oplossing is toch via de kinderbijslag? Dan kan iedereen gewoon zelf weten wat hij met dat geld doet. Dan koop je kinderopvang of je zorgt zelf.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, het is ons bekend dat de heer Schalk van de SGP-fractie een alternatief voorstel heeft. Wij vinden ons voorstel beter. Dat voorstel hebben we trouwens al jaren geleden gedaan. Het gaat overigens niet om onbeperkt gratis kinderopvang. Het voorstel is om drie dagen in de week aan te bieden voor ouders die werken en behoefte aan opvang hebben. Dat is prima te financieren.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Wenst een van de leden nog het woord in de tweede termijn? Ik kijk met name even naar de heer Crone, die zijn interruptie nog niet had beëindigd. Ik kan me voorstellen dat dat vervelend is. Wilt u uw interruptie nog voltooien? De heer Vendrik komt graag nog even naar voren, zie ik.

Zo niet, dan schors ik de vergadering voor de dinerpauze.