Plenair Rietkerk bij behandeling Grondeigendom Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 3 maart 2020 (2019/2020 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank ik de minister voor haar antwoorden. Ik heb vijf korte punten.

Het eerste punt noem ik naar aanleiding van het debat over het amendement-Ronnes c.s. De VNG en het IPO richten zich op voortzetting van de bestaande praktijk zoals die gegroeid is in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Dat wordt nu dus organisch geregeld. Is dat beeld juist? En wordt er bij de voorhang-AMvB, die nader uitgewerkt wordt, ook gebruikgemaakt van de kennis en de inhoud van de NEPROM, naast die van VNG en IPO, zodat die belangen er ook in worden meegewogen?

Dan het punt van het Rijksvastgoedbedrijf. Het is duidelijk dat dat een prominente rol heeft in sommige projecten waarin het Rijk gronden maar ook vastgoed in eigendom heeft. Het voorbeeld van Katwijk/Valkenburg is genoemd en er zijn ook andere interessante projecten. Klopt het dat ik de minister heb horen zeggen dat er een informatiebrief komt aan de Tweede Kamer? Daar zou de Eerste Kamer dan namelijk ook in geïnteresseerd zijn, om te horen op welke wijze er een extra impuls kan uitgaan, met name bij woningbouwprojecten, om tempo te maken op de uitvoering.

Dan het punt van de NOVI; de heer Crone heeft dat ook genoemd. We gaan inderdaad reikhalzend uit van maart; het was eerst februari. We moeten niet op een soort bananenschil terechtkomen. Waarom is dat van belang? De nationale belangen, die onvoldoende in de NOVI verankerd zijn — daarover zijn keuzes gemaakt — hebben we nodig om er uiteindelijk ook uitvoering aan te geven. Daar moeten wij ook op toezien als Eerste Kamer. Ik hecht aan tempo, want als er geen nationaal belang is, kan het Rijk zijn instrumentarium niet inzetten en dat is een grote zorg voor de CDA-fractie.

Dan mijn op één na laatste punt. De minister gaat straks nog in op mijn interruptievraag over het volgende. Een provincie kan een inpassingsplan maken bij een provinciaal belang, als een gemeente draalt of het een gemeente niet lukt. Het Rijk kan een inpassingsplan maken als het van nationaal belang is als het in de NOVI staat, zoals bij woningbouw, en kan dan ook gebruikmaken van instrumentarium dat nu alleen bij een gemeente ligt. Het amendement-Ronnes reikt dus, denk ik, verder dan we we denken. Ik zou daar graag duidelijkheid over willen hebben. Dat vraagt ook om meer tempo op de NOVI-brief, want dat betekent dan dat het Rijk zelf medeverantwoordelijk is voor het dralen in het tempo van woningbouw.

Tot slot noem ik even de onafhankelijke evaluatiecommissie, waar we naar gevraagd hebben. De minister heeft toegezegd om niet pas bij de voorhang-KB met nadere informatie te komen, maar eerder. Wij hebben namelijk wel behoefte om naar aanleiding van de toezegging die de minister heeft gedaan over een onafhankelijke evaluatiecommissie en een jaar lang digitale informatie krijgen, te weten wat dat dan is. Is het dan een rapportage of een evaluatie? Ik hoor nu weer: een evaluatie, gekoppeld aan vijf jaar. Wij vinden dat te laat, dus ik wil graag duiding daarop hebben, eventueel schriftelijk.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rietkerk. Dan is ten slotte het woord aan de heer Crone.