Plenair Van der Voort bij behandeling Registratie uiteindelijk belanghebbenden vennootschappen en andere juridische entiteiten



Verslag van de vergadering van 16 juni 2020 (2019/2020 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.32 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Voort i (D66):

Voorzitter. Met genoegen spreek ik vandaag voor het eerst uw Kamer en de minister toe namens de fractieleden van D66. We spreken vandaag over financiële en fiscale wetgeving, en dat is voor een medicus geen eerste natuur. Maar in mijn opleiding als arts-assistent en zeker in mijn daaropvolgende positie als medisch specialist in een algemeen ziekenhuis werd de importantie om een zekere basiskennis hiervan te bezitten al snel duidelijk. Dat heeft zich verdiept naar organisatieniveau bij de universiteit waar ik doceer. Nu mag ik het woord voeren namens de D66-fractie over de voorliggende Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten, in de wandelgangen de "UBO-regeling" genoemd. Wij, de fractie van D66, hechten eraan om onze visie hierop kenbaar te maken en een aantal aanvullende vragen te stellen aan de minister. Wij beoordelen daarbij deze nieuwe wet op rechtmatigheid, doelmatigheid en uitvoerbaarheid en relateren dat uiteraard aan bekende D66-visies en -standpunten.

Het voorliggende wetsvoorstel is een uitwerking van de wijziging van de vierde EU-anti-witwasrichtlijn. Het wetsvoorstel maakt onderdeel uit van een reeks maatregelen en wetsvoorstellen tegen witwassen en terrorismefinanciering. Het bestrijden van witwassen en van de financiering van terrorisme, daar kan denk ik niemand tegen zijn, behalve dan de begunstigden van deze malafide activiteiten. Zogenaamde ultimate beneficial owners, UBO's, van vennootschappen en andere juridische entiteiten die zich hiermee bezighouden, dienen daarom volgens de genoemde richtlijn te worden geregistreerd, zodat hier zowel een preventieve werking alsook een betere opsporing kan plaatsvinden.

De problemen die mede door deze wet moeten worden aangepakt, zijn groot en overstijgen nationale grenzen. Fraude en drugs zijn de belangrijkste bronnen voor witwasbehoefte. De omvang van witwassen is moeilijk precies vast te stellen, maar het gaat over veel geld. De schatting is dat in Nederland de witwasbehoefte 12 miljard tot 20 miljard euro per jaar is. Geld dat bijvoorbeeld voor publieke diensten gebruikt zou kunnen worden, zeker in de huidige crisis. De D66-fractie vindt het daarom urgent dat er effectief wordt ingegrepen door de regering.

De golf aan terroristische aanslagen die de afgelopen vijf jaar over Europa heen is gegaan, heeft vanuit de EU een aantal maatregelen opgeleverd die zijn beschreven in de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn. Het is dan ook een uitgelezen onderwerp waarvoor een internationale aanpak, een EU-brede aanpak op zijn plaat is. Zonder Europese samenwerking, met name in EU-verband, is de aanpak van de financiering van terrorisme en het tegengaan van witwassen moeilijker en minder effectief. "Denk en handel internationaal", een van de D66-Richtingwijzers, betekent in mijn ogen, toegespitst op voorliggend wetsvoorstel, dan ook: bestrijd de financiering van terrorisme en witwassen internationaal.

De Nederlandse Vereniging van Banken heeft recent een blauwdruk gepubliceerd met vijftien punten voor een Europese aanpak van witwassen. De UBO-registratie waar wij vandaag over spreken, wordt daar ook in benoemd, naast onder andere grensoverschrijdende harmonisering van toezicht op banken en het intensiever Europees uitwisselen van gegevens binnen de grenzen van privacy. De banken stellen echter dat toegang tot alle relevante gegevens voor het uitoefenen van hun taak in het voorliggende wetsvoorstel niet is geregeld. Kan de minister toelichten waarom dat niet geregeld is, of aangeven dat het nog geregeld gaat worden en op welke manier dat dan zou kunnen?

Wij realiseren ons dat de UBO-registratie een klein onderdeel is van een omvattender aanpak. Met de huidige wetsvoorstellen zijn we er natuurlijk niet. Bovendien zijn criminelen innovatief en dus ontwikkelen terrorismefinanciering en witwassen zich in de uitvoering snel. Onze vraag aan de minister is dan ook: welke aanvullende initiatieven met betrekking tot internationale wetgeving of EU-richtlijnen zijn onderweg of zullen, mede door deze bewindspersoon, het komende jaar worden geïnitieerd?

De vierde anti-wiswasrichtlijn heeft alleen betrekking op Europees Nederland. Caribisch Nederland, te weten Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, is in dit wetsvoorstel niet betrokken. Ik vraag de minister om toelichting of dit een hiaat in de wetgeving is, via welke alsnog financiering van terrorisme of witwassen mogelijk gaat blijven. Gaan UBO's in Caribisch Nederland niet geregistreerd worden? Zijn er naast aanpassing van het Burgerlijk Wetboek BES nog aanvullende maatregelen nodig om deze registratie ook in Caribisch Nederland te organiseren?

Nederland heeft internationaal niet zo'n goede naam als het gaat om witwassen van geld via de financiële sector, alsmede belastingontduiking. Bij de openbaarmaking van de Panama Papers in 2016, zoals al eerder is aangegeven, is ook Nederland niet ongenoemd gebleven. De D66-fractie vindt het belangrijk dat Nederland zijn reputatie op dit gebied gaat verbeteren, maar dit imago en de onderliggende oorzaken zijn natuurlijk niet eenvoudig en op korte termijn weg te krijgen. Maar ieder initiatief dat aan dit imago afbreuk doet, is voor mijn fractie welkom. Wij vragen de minister daarom welke andere maatregelen hij en zijn staatssecretaris willen nemen of welke voorstellen verder aanstaande zijn om ons imago op dat gebied te verbeteren.

Deze wet is maar een klein onderdeel in de bestrijding van terrorismefinanciering en witwassen. Het wordt hiermee inzichtelijk wie belanghebbend is in besturen van organisaties, de ultimate beneficial owner. Daarmee kan in voorkomende gevallen de bestrijding gerichter plaatsvinden en wellicht gaat er een preventieve werking van uit. De vraag die wij hebben, is hoe groot de minister het effect acht van deze wet op het totaal van wat moet worden bereikt in de preventie van terrorismefinanciering en witwassen, ofwel: in welke mate draagt deze wet bij tot het einddoel en is de administratieve last die hiermee is gemoeid proportioneel?

Het doel van de registratie van UBO's om transparantie te verschaffen, heeft als inherent nadeel dat personen in naam openbaar zijn. Indien de organisatie een specifiek doel kent, zoals een religieus doel of een politiek doel, is daarmee de persoonlijke affiniteit met dat doel transparant. Is dat een probleem? In juridische zin niet, maar sommigen zullen dat in persoonlijke zin een probleem vinden. De in de UBO vastgelegde gegevens zijn beperkt inzichtelijk en er is een mogelijkheid om afscherming van gegevens te vragen en te krijgen. De fractieleden van D66 vinden privacy zeer belangrijk en zijn daarom kritisch met betrekking tot dit wetsvoorstel. Alles overwegende, zijn wij er desondanks van overtuigd dat op grond van privacy geen belemmering is om voor dit wetsvoorstel te stemmen.

Met betrekking tot de uitvoering: deze is belegd bij de Kamer van Koophandel, zoals ook het Handelsregister daar belegd is. Wij vragen de minister of hij een inkijkje kan geven in de stand van zaken bij deze Kamer van Koophandel. Is deze ondertussen voldoende toegerust om deze registratie zorgvuldig en betrouwbaar te voeren en hoe borgt de Kamer van Koophandel de juistheid van de gegevens? Dit is namelijk ook een zorg die leeft bij de banken. Welke mogelijkheden heeft de Kamer van Koophandel bij geconstateerde fouten om tot herstel te dwingen?

Tot slot een vraag over de kosten die met de raadpleging van het register zijn gemoeid. Van het register moet ook een preventieve werking uitgaan. Wij vragen of er van een kosteloze raadpleging niet een grotere preventieve werking te verwachten valt dan bij de voorgestelde betaalde raadpleging.

Ik kom hiermee aan het eind van mijn betoog en wacht de beantwoording van de vragen door de minister af.

De voorzitter:

Meneer Van der Voort. Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

U studeerde geneeskunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waarna u promoveerde aan die andere Amsterdamse universiteit op het onderwerp Stress Ulceration in the Critically Ill Patient. In diezelfde periode behaalde u uw European Diploma in Intensive Care en werd u opgeleid als internist-intensivist in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam. Van 2004 tot 2006 volgde u aan de VU nog de masteropleiding Epidemiologie.

Sinds 1998 werkt u als intensivist. Eerst in het Medisch Centrum Leeuwarden, later in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam en sinds oktober 2019 als hoofd van de afdeling Intensive Care Volwassenen van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Sinds 2010 bent u verbonden aan de opleiding Executive Master Health Administration aan Tilburg University. Tevens bent u op 1 januari 2020 hoogleraar Intensive Care Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen geworden.

Voor degenen onder ons die niet precies weten wat een intensivist doet: hij of zij is gespecialiseerd in de zorg voor ernstig zieke patiënten. De afgelopen maanden heeft u de intensivisten leren kennen als dé deskundigen op het gebied van de intensieve zorg, de intensive care, voor ernstig zieke coronapatiënten.

Een van die gezichten in de landelijke media was u, meneer Van der Voort. In een interview half maart in de Leeuwarder Courant vertelde u hoe u al begin februari — toen het virus nog niet in ons land was — wakker lag. Het leek alsof een vrachtwagen met donderend geraas op u afkwam, zo omschreef u uw nachtelijke zorgen. Vervolgens bent u aan de slag gegaan zodat het ziekenhuis en de intensivecareafdeling voorbereid waren op de toestroom van patiënten.

Op 4 februari jongstleden bent u beëdigd als lid van de Eerste Kamer namens D66, precies in de periode van de slapeloze nachten. Ruim een maand later ging de Kamer over tot sluiting van het gebouw als een van de eigen tijdelijke coronamaatregelen en gingen de vergaderingen deels digitaal verder.

U liet in hetzelfde interview weten uit te zien naar volledige hervatting van het Kamerwerk. Ik citeer: "Als politicus bekijk je de zaken vanaf een hoger abstractieniveau. Ik vind het belangrijk dat ik niet alleen de c van corona op mijn bureautje heb staan." Vandaag kunt u naast de c van corona de u van UBO zetten.

Nogmaals van harte welkom, en we kijken uit naar uw verdere inbrengen.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat de leden u kunnen feliciteren. Ik verzoek u zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties, waarbij ik u als Voorzitter graag als eerste feliciteer.