Plenair Ganzevoort bij behandeling Door niet-ingezetenen gekozen kiescollege voor de verkiezing van de Eerste Kamer en herijking Grondwetsherzieningsprocedure



Verslag van de vergadering van 6 oktober 2020 (2020/2021 nr. 4)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.02 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit me graag aan bij de catch 22 die collega Schalk beschreef: we zijn er nog niet aan toe, en tegelijkertijd moet het wel snel. Dus laten we dit debat niet te lang maken, dan kan de minister vanavond nog volgende stappen gaan zetten. Ik zeg dat ook omdat wat ons betreft deze wet in zijn eenvoud en bescheidenheid — ik heb het dan even over de kiescolleges — wat ons betreft akkoord is. Zeker, er ligt nog veel open en er zijn fundamentele vragen over. Maar in zijn eenvoud steunen wij de gedachte dat we het op deze manier ook voor de Nederlanders in het buitenland mogelijk maken om invloed te hebben op de samenstelling van de Eerste Kamer. Tegelijkertijd is het niet zo dat we dat dan zo meteen bij de tweede lezing gaan oplossen. Want bij de tweede lezing doen we niets anders dan nog een keer tegen het voorstel wat er dan ligt, naast het voorstel dat er nu ligt, ja of nee zeggen. Het gaat over de uitvoeringswet, de Kieswet. Daar zitten de wezenlijke zaken en op dat punt vraag ik inderdaad de voortvarende aandacht van de minister.

Dank voor de toezegging voor het zoeken naar een zo optimaal mogelijke evenredigheid van de stemwaarde. Wij vinden dat van belang. Dat zien we dan ook graag voor die tijd tegemoet, want ik denk dat het goed is om de vaart erin te houden. Als we snel beginnen met rekenen, komen we een heel eind.

Nog eventjes de vinger op de zere plek van de Caribische landen. De reden dat ik daarop inging, is dat het direct raakt — ik hoorde dat volgens mij ook in de vragen van collega Bikker — aan de verhoudingen binnen het Koninkrijk. Het raakt aan de manier waarop we als landen met elkaar omgaan. Het raakt aan het besef van een democratisch deficit dat steeds weer wordt gevoeld. Het raakt ook aan een gevoel dat leeft in het Caribisch deel van ons Koninkrijk over een soort Nederlandse arrogantie: wij bepalen de dingen wel en u heeft maar te volgen. Aangezien wij geen goede Koninkrijksregering hebben en aangezien wij eigenlijk in de Nederlandse regering en in het Nederlandse parlement beslissen over allerlei zaken die ons allemaal raken, wordt het des te pijnlijker als Nederlanders in het buitenland met een dubbele nationaliteit wel mogen stemmen en zij niet. Dat was eigenlijk mijn belangrijkste punt. Dat is een grotere discussie, die we op een ander moment zullen moeten voeren. Op dit moment staat dat niet in de wet. De beide wetten die voorliggen, kunnen wij steunen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ganzevoort. Dan is het woord aan de heer Dittrich namens D66.