Plenair Doornhof bij voortzetting behandeling Opneming bepalingen correctief referendum in Grondwet



Verslag van de vergadering van 19 januari 2021 (2020/2021 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.54 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Doornhof i (CDA):

Voorzitter. Felicitaties namens de CDA-fractie aan de heer Raven met zijn beëdiging en ook met zijn maidenspeech. Succes in deze Kamer!

Ik zei het al bij interruptie: de heer Van Raak noemt zichzelf een procesbegeleider, maar hij heeft zich ook een voorvechter betoond van het wetsvoorstel en hier met verve betoogd waarom zijn wetsvoorstel het aannemen waard is. Af en toe, moet ik toegeven, is hij wel wat ongrijpbaar.

Wij hebben ook even gediscussieerd over het feit dat wij in Nederland te maken hebben met een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Op dat punt heeft de amendering van het voorstel echt voor een probleem gezorgd. Ik heb dat al naar voren gebracht, maar ik doe dat nogmaals heel kort, door de heer Van Raak toch nog even de vraag te stellen of hij daar nog iets over kan zeggen. Hij zegt dat het juist de bedoeling is om het aan decentrale overheden te laten of ze een referendum willen. Alleen zou bij voorbaat moeten vaststaan — dat is ook het uitgangspunt van de heer Van Raak — dat een aantal beslissingen op lokaal of provinciaal niveau niet voor een referendum in aanmerking komt. Dat is precies het punt waar in de ogen van mijn fractie die amendering niet goed is gegaan, waardoor je op dit punt een groot probleem in het wetsvoorstel moet constateren.

Er is heel lang gepraat over de hoge uitkomstdrempel. Laat ik maar meteen dit zeggen: ik vind dat het de heer Koole, maar ook de fractie van GroenLinks en andere fracties, siert dat ze, hoewel ze in beginsel het referendum omarmen, belangrijke consequenties verbinden aan het feit dat je hier met een dode mus te maken hebt. De motie is in dat opzicht sympathiek, alleen vraag ik ook een beetje begrip bij de indieners ervan dat mijn fractie de motie niet zonder meer kan steunen, vanwege het feit dat de wet dan hier weer terugkomt en dan waarschijnlijk door die fracties, zou de motie worden uitgevoerd, wel gesteund zou worden, terwijl binnen mijn fractie juist principiële bezwaren tegen het referendum bestaan. Ik geef de suggestie mee — dat is wellicht heel brutaal — om juist het staatrechtelijke gebrek dat ik zojuist constateerde ook even mee te nemen bij de reparatie, als u toch begonnen bent met het sleutelen aan het wetsvoorstel dat er nu ligt.

Ik heb me wat kritisch uitgelaten in de richting van mevrouw de minister. Als zij zegt dat het niet makkelijk zal zijn om via een referendum een wet tegen te houden omdat de uitkomstdrempel best hoog is, dan miskent de regering dat je heel veel geweld doet aan de kwaliteit van de Grondwet. Er zijn fracties hier die zeggen: het is een soort van organisch proces, laten wij nu maar even voorstemmen en dan komt het misschien wel een keer goed, op welke manier dan ook. Maar de regering zit hier toch ook om de kwaliteit van de Grondwet te bewaken. Op dat punt had ik, juist vanwege de wetenschappelijke adviezen die door deze Kamer zijn gevraagd, van de regering een verandering in haar appreciatie van dit wetsvoorstel willen zien — misschien zelfs had mogen verwachten — ook omdat je hiermee, en daar is de minister ook verantwoordelijk voor, meer kwaad dan goed doet als het gaat om het vertrouwen van mensen in de politiek.

Daar wilde ik het bij laten.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Doornhof. De heer Otten.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

De heer Doornhof spreekt over het vertrouwen van mensen in de politiek. Ik weet niet u of u kennis hebt genomen van hetgeen uw partijgenoot Pieter Omtzigt zojuist aan de overkant gezegd heeft in het debat over de val van het kabinet. Hij heeft letterlijk gezegd: de tegenmachten in de Nederlandse democratie functioneren niet meer. Nederland is een bananenmonarchie. Partijleden zijn alleen maar bezig met hun partij en niet met de kiezer. De kiezer komt alleen in beeld tijdens een verkiezingscampagne. Dat heeft uw partijgenoot en prominent CDA-lid zojuist allemaal gezegd in de Tweede Kamer. Nu, ik denk dat zijn analyse spot-on is. De commissie-Remkes komt met de oplossing voor de wijze waarop wij dit enigszins kunnen kanaliseren via een bindend correctief referendum met een realistische uitkomstdrempel. U hebt tegen die wet gestemd. U bent voor een hogere uitkomstdrempel. Hoe denkt het CDA deze onvrede, die blijkbaar ook in de top van uw eigen partij leeft, te gaan kanaliseren? Dat heb ik nog niet gehoord van u.

De heer Doornhof (CDA):

Ik twijfel een beetje over wat ik nu wel of niet nog naar voren kan brengen. Ik breng het debat in herinnering dat we op 4 februari vorig jaar hebben gehad. Daar is het rapport van de staatscommissie uitvoerig besproken. Mijn fractie heeft juist in duidelijke termen de probleemanalyse en ook heel veel van de oplossingen onderschreven. De vraag is of je met dit referendum, zeker in de vorm zoals dat nu voorligt, het probleem dat in het rapport van Remkes wordt gedefinieerd, niet juist veel groter maakt. Dat is het standpunt van het CDA dat ik nu naar voren breng.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik hoor geen antwoord. Hoe ziet u dan die disconnect tussen de kiezer en de politici? De Ostrogorski-paradox, dat is allemaal gememoreerd. Maar hoe gaat het CDA die oplossen? Want die is er gewoon en die gaat niet weg als je de kiezer gaat tegenwerken met belachelijk hoge uitkomstdrempels.

De heer Doornhof (CDA):

Even over de vraag of je via structuurveranderingen altijd het beste voor kiezers bereikt. Er is ook al gesproken over het geven van extra gewicht aan de voorkeursstem en over dat je als kiezer veel meer binnen een soort "district" je vertegenwoordigers hier in Den Haag kiest. Dat zijn allemaal structuurveranderingen. Daar moeten we niet alles van verwachten, maar het zijn wel veranderingen waardoor je de politiek dichter bij de burgers trekt. Maar met voorstel dat er nu ligt, bereik je, even los van de staatsrechtelijke bezwaren, juist het tegenovergestelde.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Als je het zo doet, is het inderdaad selffulfilling prophecy. Dat ben ik met hem eens.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Frentrop namens de fractie van Forum voor Democratie.