Plenair Vos bij behandeling Wijziging van de Mediawet 2008



Verslag van de vergadering van 2 februari 2021 (2020/2021 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 9.39 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vos i (PvdA):

Voorzitter. In het debat over de andere Mediawet, die over de versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep gaat, hebben we bijna allemaal uitvoerig stilgestaan bij het belang van de publieke omroep voor onze steeds veranderende samenleving. De PvdA-fractie heeft dan ook met waardering gesproken over het imperfecte, pluriforme bestel dat wij hebben in Nederland. Er bestaat geen perfect geordende publieke omroep, of zoals ik het thuis altijd zeg: a clean desk is the sign of a sick mind. Desalniettemin behandelen wij vandaag de voorstellen om onze publieke omroep weer net wat strakker te organiseren: de Ster, de NPO en de taken van het Commissariaat voor de Media. Dat zijn goede wijzigingen. Mijn voorgangers in dit debat hebben het daar al over gehad. Onze fractie heeft daar geen opmerkingen over. Er is in de Tweede Kamer een amendement ingediend. De collega's De Blécourt en Janssen hebben het daar al uitvoerig over gehad. Dat bleek ongrondwettelijk. Deze Kamer heeft inderdaad haar werk gedaan. Het amendement is teruggestuurd. De Raad van State heeft gezegd: ongrondwettelijk, niet goed. Ik sluit me aan bij de vraag van collega Janssen: hoe zit het met de advisering van de minister tijdens het debat in de Tweede Kamer? Wij hoeven de novelle verder niet te behandelen, want die ziet er goed uit. De PvdA-fractie heeft wel opmerkingen over twee onderdelen in deze wet die de publieke omroep niet gaan verbeteren. We zijn ook ontevreden over de manier waarop een van de onderdelen is gepresenteerd.

Voorzitter. De leden van de PvdA-fractie zijn, als ik het netjes zeg, chagrijnig. Al maanden pingpongen wij, en aan de overkant de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA, met de minister over een zogeheten technische wijzing in de indexatie van het budget. Pas na een rechterlijke uitspraak geeft de minister toe dat het inderdaad om een wetswijziging en niet om een verduidelijking gaat. Pas weer daarna komt de aap uit de mouw: de minister had niet genoeg budget gereserveerd.

Voorzitter. Van deze regering hebben we nu zo vaak, ook in andere dossiers meegemaakt dat informatie te laat komt of voortijdig naar de pers wordt uitgelekt. Dit is weer een ander geval. In een debat in de Tweede Kamer is deze wijziging aan de orde geweest. De minister bleef stug volhouden dat de Kamer iets anders had bedoeld dan de Kamer zelf had gezegd. Uiteindelijk moest er dus een rechter aan te pas komen. Maar concreet leidt deze wijziging tot een bezuiniging. Waarom doet de minister dit? Waarom was dit nodig? Waarom moest de Kamer, zoals de heer Bovend'Eert dat zegt, op het verkeerde been gezet worden? Waarom heeft de minister niet van begin af aan open kaart gespeeld: "beste Kamerleden, ik wijzig de wet omdat ik te weinig geld heb gereserveerd"? Dan had de Tweede Kamer daarover kunnen praten en had zij een afgewogen besluit kunnen nemen. De Tweede Kamer heeft ook budgetrecht. Vindt de minister bij nader inzien — "bij nader inzien" is een heel mooi leerstuk in deze Kamer — dat dit anders had gemoeten en ook anders had gekund?

Voorzitter. Naast dat mijn fractie ontstemd is over de gang van zaken, vindt zij dat de bezuiniging die deze wetswijziging de facto betekent, ongedaan gemaakt moet worden. De publieke omroep heeft al heel veel bezuinigingen moeten doorstaan de laatste jaren en die werden vaak afgewenteld op de medewerkers — de kwaliteit van de arbeidscontracten, flexcontracten, zoals afgelopen jaar ook weer is gebeurd — en dus ook op het inkomen van de makers. Onze publieke omroep maakt voor betrekkelijk weinig geld heel veel goede programma's, zeker als je het vergelijkt met de BBC of de Duitse publieke omroep, waar wij ons vaak graag mee vergelijken. Wij doen het allemaal heel zuinig, voor weinig geld, maar wel van goede kwaliteit.

Wil onze Nederlandse publieke omroep de concurrentie met nieuwe media, vooral alle nieuwe video on demand, goed kunnen aangaan, dan kun je gewoon niet verder bezuinigen. Daar hebben we in het vorige debat ook uitvoerig over gesproken. Voor een gemeenschappelijk idee over wat Nederland is in al zijn pluriformiteit, zeg ik tegen de collega van de PVV, wat waar is en niet waar, voor een goed debat over feiten en vooral voor goede onderzoekjournalistiek, waarbij mensen de tijd hebben om feiten te checken en hoor en wederhoor te plegen, heb je een goede publieke omroep nodig. Dan kan het niet zo zijn dat voor een appel en een ei journalistieke programma's worden gemaakt.

In reactie op de rechterlijke uitspraak zegt de minister dat hij de uitspraak van de rechter volgt, maar alleen waar het gaat om de omschrijving. Het is geen verduidelijking, het is een wijziging. Dat geeft de minister toe, maar hij volgt de uitspraak van de minister niet dat de indexering op zowel het aandeel rijksmediabijdrage als het aandeel Ster-bijdrage moet plaatsvinden. Hij zegt dat hij te weinig geld heeft. Daar is de PvdA-fractie het gewoon niet mee eens. Na alles wat er gebeurd is, moet de regering gewoon het hele bedrag indexeren. Het gaat naar schatting jaarlijks over 0,5% tot 1% van de begroting van de publieke omroep. Dat noemen wij thuis een knabbelbezuiniging — dat hebben we ook meegemaakt met de rentes van de banken — maar het blijft een bezuiniging.

Voorzitter. Wij kennen de minister als iemand met een warm hart voor de publieke omroep en voor de pluriformiteit. Is hij het met de PvdA-fractie eens dat de zoveelste bezuiniging, hoe klein ook, er gewoon niet meer bij kan? Deze bezuiniging loopt de komende jaren op tot enkele miljoenen. In de Tweede Kamer wordt die geschat op 25 miljoen euro. Dat is gewoon veel geld voor omroepen, waar al het vet al is weggesneden. Stel dat dit wetsvoorstel aangenomen wordt, is de minister dan bereid om alsnog het geld uit te trekken waar de NPO recht op had ingevolge de oorspronkelijke betekenis van artikel 2.148a, tweede lid, dus indexatie op basis van het hele bedrag, inclusief de Ster-inkomsten? De afgelopen jaren is dat ook gebeurd, heb ik begrepen. Ik zou graag een toezegging hebben van de minister.

Uit de mouw van het ministerie wordt vaak verrassend veel geld geschud, zeker als je hard schudt. Als de minister dat niet wenst te doen, is hij het dan met mijn fractie eens dat de Tweede Kamer een ordentelijk debat had moeten kunnen voeren? Collega Veldhoen van GroenLinks heeft al gevraagd of de minister de wet eventueel wil terugnemen. Of wil hij, zoals staatsrechtgeleerde Bovend'Eert suggereert, de memorie van toelichting aanpassen? Het is een rare figuur, maar als de minister echt consequent wil zijn na zijn erkenning dat het om een wijziging ging, dan zou hij daarover in gesprek met de Tweede Kamer moeten gaan.

Of, en daarmee sluit ik eigenlijk aan bij de opmerking van de minister over de aard van de Ster-inkomsten — die wisselen nogal; sterker nog, ik denk dat ze in de toekomst nog meer gaan wisselen — is hij bereid om over een andere grondslag voor de indexering na te denken en de eventueel teruglopende Ster-inkomsten te compenseren? Zo'n nieuwe grondslag kan de publieke omroep meer zekerheid geven over indexering. Een nieuwe regering kan dan met een goed uitgewerkt voorstel van deze minister aan de slag. Wij hopen natuurlijk dat de nieuwe regering bestaat uit partijen die het belang van een sterke en pluriforme publieke omroep onderschrijven.

Mijn tweede punt van kritiek gaat over de beperking van de bewegingsruimte voor de publieke omroep. We blijven vraagtekens houden bij de bepalingen over de nieuwe dienstenprocedure. De collega van de VVD heeft al een aantal kritische vragen daarover gesteld. Wij begrijpen gewoon niet goed waarom de regering deze extra toets heeft gewild. We hebben begrepen dat de D66-fractie in de Tweede Kamer in 2014 daarover een opmerking heeft gemaakt. We hebben in de memorie van toelichting gezien dat we wat de Europese Commissie betreft in lijn lopen met staatssteunprocedures. Wat is precies de reden om dit ingewikkelder en trager te maken? Wiens belangen worden hiermee gediend? Uit de consultatie blijkt dat vooral commerciële partijen er blij mee zijn. Ik gun ze dat, maar is het nodig? Heeft de regering ook voorzien in extra fte voor de ACM? Zij heeft al eerder aangegeven dat de ACM geen prioriteit geeft aan dit soort vragen. De collega van de VVD heeft al opgemerkt dat dit kan leiden tot eindeloze vertraging.

De PvdA-fractie ziet niet in hoe deze wet, zoals hij nu voorligt, kan bijdragen aan de wendbaarheid van de publieke omroep vanwege de extra toets van de ACM en wij zien ook niet hoe hij kan bijdragen aan de financiering van de publieke omroep vanwege het schrappen van de extra bepaling in de indexering. De overige wijzigingen kunnen zoals gezegd rekenen op instemming van de PvdA, maar die zijn niet zo prangend en noodzakelijk dat ze de verslechteringen die deze wet bevat kunnen goedmaken.

Voorzitter. Is de minister het met de PvdA eens dat deze wet twee verslechteringen bevat voor de publieke omroep, namelijk die knabbelbezuiniging en de extra bureaucratische en onnodige horde? Zo ja, overweegt hij dan om binnen de mogelijkheden die hij heeft de wet te verbeteren en eventueel extra geld bij te plussen voor de NPO? Zo nee, wil hij dan met ons nadenken over de manier waarop de bezuiniging kan worden teruggedraaid en tot een andere grondslag voor indexering kan worden gekomen?

Voorzitter. De PvdA-fractie ziet uit naar de antwoorden van de minister. We hopen dat we hier gezamenlijk tot oplossingen kunnen komen die tot verbeteringen van de publieke omroep leiden. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vos. De heer Van Kesteren.

De heer Ton van Kesteren i (PVV):

Mevrouw Vos zegt dat het voorkomen van politieke invloed een kwestie van meer geld is. Daar pleit zij voor. Vindt mevrouw Vos ook niet dat het niet alleen een kwestie van meer geld is, maar ook een omslag zou moeten zijn bij de leiding van de NPO?

Mevrouw Vos (PvdA):

Nee, helemaal niet. Ik vind de leiding van de NPO prima. Ik heb vaak die opmerking van de heer Van Kesteren gehoord. Schuif iemand naar voren, solliciteer. Dat geldt ook voor de praatprogramma's. Ik heb begrepen dat de heer Wilders nooit op uitnodigingen ingaat. Het zou voor de gewenste pluriformiteit helpen als uw partijleider dat vaker wel zou doen.

De heer Ton van Kesteren (PVV):

Het zit niet vast op een uitnodiging van de heer Wilders. Er is 1 miljard beschikbaar. Het blijkt — dat wordt elke dag bevestigd — dat de journalistieke norm, de programmering, in disbalans is en dat de nieuwsvoorziening, het andere geluid zeg maar, genoodzaakt is om via social media zich aan het publiek te presenteren. Ontkent u dat? Herkent u dat? Wilt u daarover nadenken? Dat is mijn concrete vraag.

De voorzitter:

Wat is uw vraag in verband met deze wet op dit punt?

De heer Ton van Kesteren (PVV):

Pardon?

De voorzitter:

Wat is de relatie van uw vraag met deze wet?

De heer Ton van Kesteren (PVV):

De vraag bij deze wet? Ik vind dat de besturen van de publieke omroep vaak gelijkgestemd zijn en dat dit terug te zien is in de journalistieke norm en de programmering. Ik vraag mevrouw Vos of zij dit herkent. Het andere geluid moet zich daarom voornamelijk via social media presenteren aan het publiek. Ik vraag of zij dit herkent of daar op z'n minst over zou willen nadenken als senator.

Mevrouw Vos (PvdA):

Zeker denk ik daarover na. Maar er is één journalistieke norm die ik nogal heilig acht, en dat is hoor en wederhoor, check, dubbelcheck. Dat is precies wat de publieke omroep doet en dat is ook precies wat je moet doen als via sociale media de grootst mogelijke onzin ongecheckt wordt verspreid. Zeker als het gaat om het coronadebat en coronadiscussies doet het mij af en toe pijn wat voor ongeverifieerde onzin er via sociale media op ons afkomt. Dan ben ik heel blij dat we een publieke omroep hebben met journalisten die ook een interne code hebben dat gecheckt en dubbelgecheckt is voordat zij wat de media in slingeren. Dat debat mag en moet plaatsvinden. Dat vindt ook plaats in de praatprogramma's en dat wordt ook evenwichtig gebracht via de nieuwsbulletins.

De voorzitter:

De heer Van Kesteren, tot slot.

De heer Ton van Kesteren (PVV):

Dan zou ik toch mevrouw Vos onder de aandacht willen brengen of zij ook herkent — dat zal wel niet, denk ik, omdat ze zo stellig social media definieert als desinformatie — dat in allerlei lijstjes politiek gelijkgestemden veel meer aan bod komen bij de publieke omroep. Mensen met een tegengeluid worden weliswaar uitgenodigd en die komen ook aan bod, maar dat wordt vaak geridiculiseerd of afgedaan als desinformatie. Afgelopen zondag hebben we in Buitenhof gezien dat er een verhoor plaatsvond van een politieke beweging. Ik vraag aan mevrouw Vos of zij de komende uitzendingen bij Buitenhof waarin ook de andere lijsttrekkers aan bod komen nog eens de verschillen wil observeren, gewoon heel objectief, los van politieke kleur, om dan eens gewoon te kijken en te luisteren hoe de vraagstelling is, hoe de sfeer is en welke ruimte andere lijsttrekkers daar krijgen. Dat verzoek doe ik aan de PvdA.

De voorzitter:

Mevrouw Vos, graag een kort antwoord.

Mevrouw Vos (PvdA):

Dat heb ik uiteraard al gedaan. Ik heb gezien dat de voormalig partijleider van de PvdA ook aan een verhoor is onderworpen. Dat was nogal kritisch. Ik heb ook de klachten op sociale media gezien over de toch vriendelijke behandeling van een aantal rechtse partijleiders in publieke praatprogramma's. Als je het heel objectief bekijkt, krijgt iedereen dezelfde kritische behandeling en het zou de heer Wilders, uw partijleider, sieren als hij zich ook zou onderwerpen aan dezelfde kritische behandeling die ook andere partijleiders zich laten welgevallen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vos. Dan is het woord aan de heer Pijlman namens de fractie van D66. Mag ik de leden er nog een keer aan herinneren dat 1,5 meter afstand voor uw eigen veiligheid de norm is in Nederland, als u functioneel toch echt in de zaal moet zijn. Dus voor uw eigen veiligheid herinner ik u daar graag nog even aan.