Plenair Nicolaï bij Interpellatie-Van Hattem en Nicolaï over de tekortschietende en uitblijvende informatievoorziening vanuit het kabinet en over de uitvoering van de motie-Van Hattem c.s. (35.526, I) en de motie-Nicolaï (35.695, E)



Verslag van de vergadering van 20 april 2021 (2020/2021 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nicolaï i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. We hebben in de Kamer gediscussieerd over een wijziging van de Wet publieke gezondheid. In artikel 58p werd een grondslag gegeven om regels te stellen die ertoe zouden leiden dat vervoerders van personen vanuit het buitenland naar Nederland zouden kunnen eisen dat de betrokkenen een negatieve test dienen te tonen. In die discussie is aan de orde geweest dat er een verdragsrechtelijk grondrecht op terugkeer van ingezetenen naar Nederland bestaat. Dit brengt met zich mee dat een betrokkene niet door een particuliere vervoerder, bijvoorbeeld de conducteur op het station in Paris-Nord of iemand bij de incheckbalie op het vliegveld, kan worden tegengehouden, als deze betrokkene zich beroept op de bepaling waarin staat dat die verplichting niet kan worden ingeroepen wanneer de betrokkene niet in staat is geweest om de testuitslag te krijgen.

Dat heeft ertoe geleid dat een motie is aangenomen, waarin de regering is verzocht om, ter toelichting van het bepaalde in het vijfde lid van artikel 58p Wet publieke gezondheid, aan de vervoerder en alle andere bij de toepassing betrokkenen, schriftelijk aan te geven dat in concreto de toetsing of terecht een beroep kon worden gedaan op het vijfde lid van artikel 58p Wet publieke gezondheid dient te geschieden door de Nederlandse autoriteiten bij binnenkomst in Nederland. Er is mij niet gebleken, uit geen enkele informatie die inmiddels verstrekt is door de minister, dat er een schrijven met een dergelijke inhoud is geweest. Sterker nog, in de nadien vastgestelde Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, gebaseerd op artikel 58p, staat gewoon dat de aanbieder er zorg voor dient te dragen dat hij alleen vervoer aanbiedt, toegang verstrekt en gebruik toestaat aan iemand die over een negatief testresultaat beschikt. Dat is in strijd met datgene wat wij verzocht hebben aan de regering.

Mijn vraag is: hoe kan dat? Is er nooit een schrijven geweest? Is de minister bereid dat schrijven op heel korte termijn alsnog te realiseren? Of zegt de minister: ach, het is eigenlijk een beetje een dode letter, het staat er wel in, maar er is geen vervoerder waarbij dit ertoe leidt dat mensen inderdaad geweigerd worden wanneer ze een beroep doen op het feit dat ze niet over een testbewijs hebben kunnen beschikken? Als dat zo is, dan wil ik dat graag weten. Ik zou ook graag willen weten in hoeveel gevallen er dan geweigerd is. Is de minister bereid om de regeling zoals die nu vervat is in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 aldus aan te passen? Daar zou dan duidelijk staan dat de betrokkene die zich beroept op artikel 58p, vijfde lid, niet de toegang kan worden geweigerd in het vliegtuig of de trein en dat die bij binnenkomst in Nederland door de Nederlandse autoriteiten kan worden getest, gecheckt, eventueel in quarantaine kan worden genomen of welke andere maatregel dan ook kan krijgen.

Voorzitter, dat waren mijn vragen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nicolaï. Dan komen we nu bij de beantwoording door de regering in eerste termijn. Ik geef het woord aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.