Plenair Faber-van de Klashorst bij voortzetting debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie



Verslag van de vergadering van 8 februari 2022 (2021/2022 nr. 16)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.17 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Dank u, voorzitter. Ten eerste wil ik de nieuwe ministers welkom heten in de Eerste Kamer. Met minister Hoekstra hebben we natuurlijk weleens eerder een debat gevoerd, maar met minister Bruins Slot nog niet. Ik wil u in ieder geval succes wensen in uw nieuwe functies. Natuurlijk hadden wij liever een ander kabinet gezien, maar daar hebben we het volgende week over. Daar gaan we het nu niet over hebben.

Voorzitter. Rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie. Hoe verzin je het? De termen in die zin zijn al een tegenspraak. De Unie zwelgt in haar eigen arrogantie en is continu op zoek naar nieuwe prooien om haar territorium uit te breiden, en dat zonder onderliggende democratische besluitvorming. De Europese Raad zet de strategische lijnen achter gesloten deuren uit. Wat er precies wordt besproken en hoe er wordt gestemd, blijft geheim. Hoe het stemgedrag van de minister-president is, is dan ook gissen. Gecombineerd met de vele leugens en het selectieve geheugen waar wij in de afgelopen jaren telkens onaangenaam mee geconfronteerd zijn, maakt dit van democratische controle een onmogelijke opdracht.

Vervolgens gaat de Europese Commissie, waarvan de leden zorgvuldig op grond van politieke leest zijn geselecteerd, het beleid uitvoeren. Juncker ging daar prat op. Zonder enige gêne gaf hij aan: "Niemand weet dat ik de laatste zes kandidaten voor de Commissie, die door de nationale regeringen werden voorgesteld, heb afgewezen. Vergeet niet dat de regeringen enkel voorstellen mogen doen. De Commissiepresident is degene die een kandidaat accepteert en hem verantwoordelijkheid toewijst." Dit laat onverbloemd zien wat onze positie is. Daar sta je dan met je democratische rechtsstaat.

Voorzitter. De dictaten die bekokstoofd zijn in de Brusselse krochten worden uiteindelijk voorgelegd aan een vadsig orgaan dat zich het Europees Parlement noemt. Een papieren tijger, die enkel ja of nee mag zeggen tegen voorgekookte en uitgekookte voorstellen. Het was Rutte zelf die het Europees Parlement omschreef als een feestcommissie op zoek naar een feest. En vervolgens belanden de verordeningen op het bordje van de nationale parlementen, die deze verplicht moeten opnemen in hun nationale wetgeving.

Vele verordeningen zijn opzettelijk zo gruwelijk complex en ingewikkeld gemaakt dat het voor een parlementariër vrijwel onmogelijk is om de zaak goed te doorgronden. En alsof dat niet genoeg is, gebruiken Rutte en zijn trawanten behendig Brusselse dictaten en methoden om de agenda van de elite uit te rollen. Het volk en hun volksvertegenwoordigers worden misleid met mooie praatjes, valse beloftes en besloten overleggen. Het machtsspel gaat niet meer tussen links en rechts of tussen conservatief en progressief, maar tussen de elite en het volk. Het volk zit opgescheept met een paternalistische elite die het volk haar levenswijze wil opleggen en het volk de wet wil voorschrijven.

Voorzitter. Achter gesloten deuren aan de klimaattafels wordt onze manier van leven bedreigd en afgebroken. Verslagen tracht men onder het tafelkleed te moffelen. En als je na heel veel moeite de minister zover hebt gekregen om die verslagen prijs te geven, word je het bos in gestuurd met zwart bekladde bladzijden. Blijkbaar hebben de tafelaanschuivers een hogere status dan de Kamerleden. Hoelang laten wij ons nog schofferen?

Buitenparlementaire besluitvorming is een onderdeel van het nieuwe normaal geworden. Dat zie je ook terug in allerlei adviesorganen met hun ondoorgrondelijke rekenmodellen. Schimmige rekenmodellen en Natura 2000-bastions binnen het stikstofdossier zijn verworden tot instrumenten om de totalitaire agenda uit te rollen. Boeren worden gedwongen het veld te ruimen, met als gevolg dat een groot deel van de voedselproductie plaats moet maken voor tienduizenden opvreters die ons land overspoelen.

Maar hoe zit het dan met die rechtsstaat? Hoe zit het met dat Dublinakkoord? Waarom zitten die veiligelanders hier nog? De vorige staatssecretaris was zo wanhopig dat ze een aanwijzing in de strijd wierp om gemeenten te dwingen gelukszoekers op te nemen. Schoorvoetend moest zij later toegeven dat het kabinet daar helemaal geen juridische grondslag voor had. Zo ziet u maar dat de regering bestaande wet- en regelgeving niet wil toepassen, en niet-bestaande wet- en regelgeving wél wil toepassen.

Met de massa-immigratie kwam de islam als culturele sluipmoordenaar ons land binnen. Dat er een ongewenste verschuiving plaatsvindt van democratie naar mensenrechten is koren op de molen van de islam, een ideologie die niets heeft met democratie. "Mensenrechten" klinkt sympathiek, maar het is de afbraak van het gelijkheidsbeginsel, dat iedere burger gelijke rechten en een gelijke behandeling in gelijke gevallen toekent. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het westerse begrip "het gelijkheidsbeginsel", met zijn wortels in de Verlichting en het humanisme, botst met de duistere islam, dat zwelgt in discriminatie.

Terwijl deze chambre de réflexion staat te filosoferen over de rechtsstaat, wordt diezelfde rechtsstaat tegelijkertijd keihard ondermijnd door de mocromaffia, gewelddadige Grijze Wolven en ander gemigreerd tuig. Het resultaat van decennialang wegkijken en van pappen en nathouden. Franse moslims noemen Nederland niet voor niets een pakje boter. En heb je daar zo je eigen mening over, dan kan het zomaar zijn dat je voor het hekje bij de rechter komt te staan.

Om de burgers nog verder te manipuleren, zet de Europese Unie via het project Respect Words journalisten aan om het volk te desinformeren. Zo is er in het handboek met richtlijnen voor journalisten onder andere te lezen: "Zorg ervoor dat termen als 'moslim' of 'islam' niet verder worden gestigmatiseerd door ze te associëren met bepaalde handelingen. Laat de beweringen van extremisten over handelingen in naam van de islam niet onbetwist. Benadruk de diversiteit van moslimgemeenschappen." Ondertussen poetst de Europese Commissie haar blazoen op met het door haarzelf gesponsorde actieplan tegen desinformatie. Hoe duidelijk wil je het hebben? Maar ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waarvan de leden op voordracht van de minister-president worden benoemd, is er niet vies van om ongemakkelijke feiten te laten verdoezelen. Deze Raad, die als taak heeft onafhankelijk advies te geven aan de regering, stelt voor om bijvoorbeeld het woord "allochtoon" te schrappen en te vervangen door "mensen met een migratieachtergrond". En als het aan de WRR ligt, moet ook het begrip "niet-westers" eraan gaan geloven. Het zijn allemaal cadeautjes voor deze regering om haar eigen wanbeleid in nevelen te hullen.

Voorzitter. Bekleed met mensenrechten is er een machtsgreep gaande op de nationale soevereiniteit en op de zelfbeschikking van het volk. Patriotisme is een vies woord geworden. Bepaalde woorden en zinsneden worden afgedaan als beledigend. Een onschuldig woord als "negerzoen" is not done. Maar wat is er nou fout aan een neger? Of aan een zoen? Ook de Nederlandse vertaling van het eerste deel van de hel van Dantes meesterwerk, De Goddelijke Komedie, moest het ontgelden bij uitgeverij Blossom Books. Zo werd de profeet Mohammed uit een passage geschrapt. Het zou te kwetsend zijn. Je gaat je afvragen hoever ze nog gaan doordraven. Wellicht had de Russische schrijver Fjodor Dostojevski, 200 jaar geleden geboren, al een vooruitziende blik. In het boek Schuld en boete schreef hij: "De tolerantie zal ooit een niveau bereiken waar het intelligente mensen verboden zal worden zich te uiten uit vrees om de imbecielen te kwetsen".

Voorzitter. Het onder druk zetten van de vrijheid van meningsuiting, zet ook de democratie onder druk. Geheimhouding, censuur en desinformatie zijn de dood in de pot voor de democratie. De katalysator in dezen is de Europese Unie zelf. Blijkbaar heeft zij angst voor een maatschappelijk debat over haar eigen huidige opvattingen en haar eigen bestaande instellingen. Versluierd onder een roze wolk van zogenaamde mensenrechten, gendergeneuzel en woke gewauwel is er stiekem een bikkelharde strijd gaande om de macht over de rug van het gewone volk.

Voorzitter. Waar is nu die rechtsstatelijkheid? Waar zijn die grondrechten? Waar is de democratie in de Europese Unie?

Tot zover, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. De heer Backer heeft nog een vraag.

De heer Backer i (D66):

Er zijn natuurlijk veel vragen te stellen over dit betoog, maar ik heb er eigenlijk maar één. Acht mevrouw Faber het een kenmerk van de rechtsstaat dat de regering niet alleen de ministers beveiligt, maar ook de oppositie?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Uiteraard. Ik begrijp niet dat de heer Backer een vraag stelt die zo'n open deur is.

De heer Backer (D66):

Zo'n open deur is het niet, want er zijn ook een aantal landen in Europa, met een leiding waar u erg positief over bent, waar de nodige aanvallen zijn geweest, waar journalisten zijn vermoord, die ook een rol spelen in de rechtsstaat, en waar mensen zijn verdwenen. Het is zeker niet zo dat elke oppositieleider in de Europese lidstaten de bescherming verdient die die krijgt, maar is het niet toch ook een positieve kant van de Nederlandse rechtsstaat — ik ben blij dat we daar zo over denken — dat dat in dit land gebeurt? Is dat, na alles wat u over de Nederlandse rechtsstaat zegt — het zijn uw woorden — toch niet een positief punt dat gemarkeerd mag worden?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Natuurlijk is het positief als je beschermd wordt, maar ondertussen is er natuurlijk wel een strijd gaande tegen de vrijheid van meningsuiting. Dat zien we hier in deze zaal al en ook bij andere volksvertegenwoordigingen. Als je bepaalde feiten benoemt, wordt je de mond gesnoerd. Dat gebeurt er weer wel. Wat ik wil zeggen, is dat het al zover is in dit land, dat we al zover zijn afgedaald, dat er politici zijn die beschermd moeten worden als zij hun mening uiten over iets wat gevoelig ligt. Als we bijvoorbeeld kijken naar de moord op Pim Fortuyn, dan is hij niet enkel en alleen vermoord door Volkert van der G. Nee, hij is daartoe in feite aangezet door bepaalde politici van de bestaande politieke partijen. Zij hebben meegewerkt aan de demonisering van Pim Fortuyn. Indertijd wilden ze Pim Fortuyn ook niet beschermen, want dat lag allemaal een beetje lastig. Ik bedoel dus dat de politiek daar ook aan heeft meegewerkt. Dan moeten we hier niet een beetje de gebraden haan gaan uithangen en zeggen: ja, mevrouw Faber, in andere landen willen ze politici niet beschermen, enzovoort, enzovoort.

Natuurlijk ben ik ervoor dat mensen beschermd worden, maar ik vind het wel een gotspe dat we in Nederland zover zijn gekomen dat er politici beschermd moeten worden. Waardoor komt dat vooral? Een van de heetste hangijzers in dit land is momenteel de discussie over de islam. Ik zie het aan mijn eigen partijleider, Wilders. Hij leeft in feite al zestien jaar in een strenge lockdown. Zo kan je het gewoon wel noemen. Dat is alleen omdat hij bepaalde ideeën heeft en die ook naar voren brengt.

De heer Backer (D66):

Nog even over de rechtsstaat. U haalt wat betreft bepaalde woorden de heer Wilders aan. Hij is door de hoogste rechter veroordeeld. Mag ik dat even vaststellen? Dat hoort ook bij de rechtsstaat. Dat is gebeurd.

Ik wil nog even terug naar het andere punt. U heeft het over Pim Fortuyn. Ik denk niet dat we het debat zo breed moeten maken. Dit is ook de dag waarop Els Borst acht jaar geleden werd vermoord. Ik wil niet aangeven dat dat kwam door allerlei opruiing. Het is gebeurd. Ik stel het vast. Ik denk dat we samen een opdracht hebben om het debat binnen een zeker kader te houden, zodat het beheersbaar blijft. Ik denk ook dat de gedragsregels in de Kamers daarover gaan. Die zijn er niet om de vrijheid van meningsuiting te beperken, maar die gaan over een vorm van gedrag in de politiek, voor ons allemaal, zodat we het debat beheersbaar houden en een voorbeeld geven aan de Nederlandse kiezer, de Nederlandse burger, die dat debat ziet. Is mevrouw Faber dat met mij eens?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik wil even op twee punten ingaan. Ten eerste is dat de veroordeling van meneer Wilders, die u noemde. Ze konden pas tot veroordeling komen toen ze Marokkanen als ras hadden bestempeld. Dat vond ik al heel erg bijzonder. Dan ben je wel met een hele rare U-bocht bezig om iemand te kunnen veroordelen. Daarbij ging de minister van Justitie van de VVD zich ermee bemoeien, want Wilders liep in de weg. Er zit dus wel een luchtje aan dat hele proces. Dan hebben we het nog niet eens gehad over Hans Jansen. Dat was daarvoor, bij een ander proces. Ze hebben toen geprobeerd om de rechter te beïnvloeden met een etentje. Die hele zaak stinkt dus als ik weet niet wat.

Dan had u een andere vraag. U zegt eigenlijk dat we een kader moeten afspreken om de zaken fatsoenlijk te houden. Dat is dan wel een kader dat de gevestigde orde wil hebben. Het is een kader waarvan men zegt: dat is fatsoenlijk. Op het moment dat je het bijvoorbeeld hebt over bussen vol migranten die hier naar binnen komen rijden, met migranten die vrijwel niets bijdragen aan de economie, dan wordt het al gevoelig. Dan word je al in een bepaalde hoek gedrukt. We zijn namelijk al zover dat we bepaalde feiten, die niet lekker liggen, hier al niet meer mogen benoemen. U zegt dan: we moeten een kader afspreken en we moeten het fatsoenlijk houden. Maar het probleem is dat we de feiten niet meer willen benoemen.

Dan zijn er ook partijen die eigenlijk wel vinden dat we een beetje gelijk hebben, maar die dat niet zo hard willen zeggen. Zij gaan dan een beetje met meel in de mond praten. Nou, wij doen daar niet aan mee. Wij zeggen gewoon: grenzen dicht. Wij zijn daar heel simpel in. Ik noem met "grenzen dicht" maar een voorbeeld. Daar zit gewoon geen licht tussen. Dat zou je dan niet mogen zeggen. U zegt dan: wij willen jou een kader opleggen om jou in feite voor een stukje de mond te snoeren. Daar gaan wij gewoon nooit in mee.

De heer Backer (D66):

Om maar een term uit de rechtspraak te gebruiken: I rest my case. Maar dat is dan voorlopig.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Backer. Dank u wel, mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u.

De voorzitter:

Er mag nog gezegd zijn dat de vrijheid van meningsuiting in deze zaal een groot goed is. De vrijheid van meningsuiting wordt in artikel 7 van de Grondwet ook begrensd. Dat gebeurt ook in ons Reglement van Orde. Daar waar belediging, ordeverstoring of het oproepen tot onwettigheden plaatsvinden, houdt de vrijheid van meningsuiting wel op. Ons Reglement van Orde is ook gefundeerd in de Grondwet. Daar zijn dus grenzen. Maar zolang ik hier voorzitter ben, zal de vrijheid van meningsuiting van alle leden hier worden geborgd.

Dan is het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.