Plenair Faber-van de Klashorst bij voortzetting debat naar aanleiding van de regeringsverklaring



Verslag van de vergadering van 15 februari 2022 (2021/2022 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.47 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Dank u, voorzitter. Ik heb niet zo heel veel spreektijd, dus ik zal het heel kort houden.

Na de beantwoording van de minister-president — dank daarvoor — komt de PVV-fractie toch wel tot de conclusie dat het nodig is om deze tijdelijke plenaire zaal meer cachet te geven met een nationaal symbool. Zo worden we eraan herinnerd dat we hier in eerste instantie voor Nederland staan. Dit is niet zozeer een oproep aan de regering, maar meer aan de Eerste Kamer zelf. We hebben natuurlijk Algemene Politieke Beschouwingen en dan mag je in principe elk onderwerp op tafel leggen. In de Tweede Kamer hebben de SGP en de PVV gezamenlijk een motie ingediend voor een nationale vlag in de plenaire zaal. Samen met de SGP dien ik dan ook de volgende motie in. Die is medeondertekend door meneer Schalk van de SGP.

De voorzitter:

Door de leden Faber-van de Klashorst, Van Strien, Ton van Kesteren, Bezaan, Van Hattem en Schalk wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op 2 november 2017 de Tweede Kamer der Staten-Generaal de motie-Van der Staaij/Wilders (34775, nr. 45) heeft aangenomen met de volgende strekking:

"overwegende dat in de vergaderzaal van het parlement de nationale vlag een mooie en duidelijke functie heeft als symbool van de natie;

constaterende dat het in verreweg de meeste landen allang een heel goed gebruik is om de vlag op te hangen;

van mening dat ook in Nederland de nationale driekleur een plaats verdient in de vergaderzaal van de Tweede Kamer;

verzoekt het Presidium stappen te ondernemen die ertoe leiden dat ook in de plenaire vergaderzaal van het Nederlandse parlement de nationale vlag zichtbaar wordt gemaakt, en gaat over tot de orde van de dag";

constaterende dat in de plenaire zaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal een nationale vlag ontbreekt;

constaterende dat in de plenaire vergaderzaal van de huidige tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer der Staten-Generaal nationale symbolen geheel ontbreken, dit in tegenstelling tot de plenaire zaal van de Eerste Kamer aan het Binnenhof waar bijvoorbeeld de Rijksleeuw in de zaal aangebracht is;

overwegende dat voor de vergaderzaal van de Eerste Kamer dezelfde argumenten van toepassing zijn zoals aangevoerd in de motie-Van der Staaij/Wilders;

overwegende dat de Eerste Kamer als onderdeel van de Staten-Generaal eveneens deel uitmaakt van het parlement zoals bedoeld in de motie;

verzoekt de Huishoudelijke Commissie in overleg met het College van Senioren stappen te ondernemen die ertoe leiden dat ook in de plenaire zaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal de nationale vlag zichtbaar wordt gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (35788).

Dank u wel, mevrouw Faber. Dat zijn dus twee moties, begrijp ik?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Nee, ik heb het eerste gedeelte van de motie in de Tweede Kamer voorgelezen en dit is hoe ik haar indien.

De voorzitter:

O, ik dacht even dat het om stapeling ging, maar dat is dus niet zo. U had het over het Presidium. Dat kent de Eerste Kamer niet. O, ik begrijp nu dat u het had over het Presidium in de Tweede Kamer. Excuus. Overigens wijs ik u erop dat in het wapen van de Eerste Kamer, dat daar voor u zichtbaar is, de Nederlandse leeuw wel degelijk verwerkt is, als ik goed geïnformeerd ben. Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dan heb ik nog één opmerking. Die betreft kwalificaties. Als ik kwalificaties geef aan bewindspersonen, dan zijn die altijd onderbouwd. Tot zover.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Huizinga.