Plenair Kluit bij voortzetting behandeling Wijzigingen fosfaatrechtenstelsel



Verslag van de vergadering van 22 februari 2022 (2021/2022 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.47 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Kluit i (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Het is een interessant debat geweest. Ik vrees — ik kijk naar mevrouw Prins — dat we er nog niet over uit zijn wat nou wel of niet het effect van deze wet is. Ik vind dat in zichzelf eigenlijk al een vrij zorgwekkende kwestie. We zouden toch aan het einde van de wetsbehandeling met z'n allen heel helder moeten hebben wat de effecten van wetgeving zijn in de praktijk. Ik blijf dus maar bij onze eigen mening. Meneer Karakus heeft dat fantastisch afgepeld. Er gaat een deel van de dieren buiten het systeem om. We weten niet hoeveel. We weten niet wat er met ze gaat gebeuren, maar één ding weten we wel: ze blijven poepen, dus de fosfaatuitstoot zal gaan toenemen en dat zal buiten het zicht gebeuren.

We hebben nog een aantal vragen. De eerste gaat over de 100 kilogramlease en de permanente inzet daarvan. Natuurlijk kan een boer die elk jaar aannemen en weer teruggeven, aannemen en weer teruggeven. Maar dat kan hij ook tien jaar achter elkaar doen. Als hij dat tien jaar achter elkaar doet, dan kan hij er volgens mij twee, drie koeien bij houden. Graag een reactie van de minister hoe hij dit gaat voorkomen.

Dan de renovatielease. Ik begreep niet helemaal hoe dat nu met de AMvB gaat lopen. Het wordt geen formele voorhang, maar we worden wel geïnformeerd. Welke zeggenschap hebben wij dan als Eerste Kamer? Het is belangrijk dat wij, wanneer wij stemmen over een wet, weten waarover wij nou precies stemmen en wat de gevolgen daarvan zijn. In dit geval is dat niet zo. Dit is juist een onderdeel waar we relatief enthousiast over kunnen zijn, dus we zouden ons daar graag over willen buigen.

Dan de uitvoerbaarheid. De heer Janssen vroeg daar al flink op door. Ik wil vragen of de minister nog eens bij de NVWA wil vragen of zij op papier kan stellen hoe ze deze extra taken gaat uitvoeren. Wij hebben er in deze commissie namelijk heel veel ervaring mee dat uitvoeringsorganisaties zeker een nieuwe minister graag ter wille zijn en zeggen "dat gaan we doen; het komt goed", maar dat we er dan later achter komen dat er onvoldoende mensen waren en dat de systemen niet op orde waren. Misschien kan de minister het antwoord aan ons terugkoppelen op de vraag: hebben ze voldoende capaciteit en kennis, en zijn er voldoende systemen op orde?

Dan komen we tot de oordeelsvorming. Wij denken: er komt een toename van dieren en een toename van problemen. Daarbij worden de transitiepaden, die voor alle boeren openstaan, bemoeilijkt. Ook wij zijn voor alle boeren, maar wij vinden dat die boeren wel een bepaalde kant op moeten. De fosfaatbank wordt minder gevuld, dus de transitiepaden worden bemoeilijkt. Dat geldt voor alle boeren. Dat is niet wat we moeten willen. We gaan daarbij ook onverantwoorde risico's aan voor de boeren die nu onder de derogatie werken. Wij zijn ervan overtuigd dat ze in Europa heel goed kijken naar wat wij op dit moment met elkaar bespreken, en niet alleen met betrekking tot een technische wet. Ik zou tegen mijn collega's die overwegen om voor deze wet te stemmen, het volgende willen zeggen. Dit wordt luid en duidelijk gehoord. Als je voorstemt en als de derogatie zo meteen sneuvelt, dan zadelen we — ik zeg niet "we", want wij gaan tegenstemmen — dan zadelen jullie de boeren op met een enorme financiële strop in het al lopende jaar. Dus die consistentie van beleid ... Ik heb de minister luid en duidelijk gehoord over waar hij met ons over in gesprek wil. Die consistentie van beleid is ontzettend belangrijk. Wij vinden dat hij vandaag moet beginnen. De minister geeft aan dat hij er heel druk mee bezig is en er bij ons op terugkomt, en dat we er dan echt mee van start gaan. Op het boerenerf komt alles samen. Het is slecht uit te leggen dat wij vandaag zeggen "u kunt een paar koeien erbij krijgen door te leasen", terwijl we over een paar maanden zeggen: helaas, er moeten toch extra rechten van af. Of: er moeten plafonds naar beneden gehaald worden. Wij zijn voor helderheid, dus helaas kunnen wij de minister deze keer niet helpen. Maar ik hoop dat dat de volgende keer anders zal zijn.

De heer Schalk i (SGP):

We zijn in de "julliesfeer" terechtgekomen, meen ik.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Excuus. Via de voorzitter, alles via de voorzitter.

De voorzitter:

En ook eigenlijk uw collega's hier vousvoyeren, niet tutoyeren.

De heer Schalk (SGP):

Ik heb toch nog een vraag aan mevrouw Kluit. De minister heeft aangegeven dat hij volop bezig is met de derogatie, met allerlei onderwerpen die daarbij gehaald en gesleept worden. Denkt mevrouw Kluit nu dat men in Europa de afgelopen weken en maanden niet heeft geweten dat dit liep en dat dit echt de doorslaggevende reden zal zijn waarom de derogatie niet doorgezet zal worden?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik denk dat de evaluatie van de visserij waar we het net over hadden, precies dat heeft laten zien. Elk stapje dat genomen wordt, wordt geplaatst in het grotere kader van de normen en de doelen die in de Europese richtlijnen op ons neerkomen. Daar moeten wij ons aan houden en moeten wij ons toe verhouden. Het is nooit zo dat het op één moment misgaat. Het is een heel palet, waarvan zij zeggen: is dit nou de kleur die wij willen zien in een land?

De heer Schalk (SGP):

Dan zijn we in ieder geval terug bij dat het dus het hele, brede palet is dat altijd zal meespelen. Maar ik kan me niet voorstellen dat de minister — maar misschien wil hij daar straks nog op reageren — met deze geringe aanpassing zo'n enorme zaak als de derogatie in de waagschaal zou stellen. Ik ben benieuwd wat de minister daarvan vindt.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we naar mevrouw Faber-van de Klashorst namens de fractie van de PVV.