Plenair Verkerk bij voortzetting behandeling Wet hersteloperatie toeslagen



Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.43 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Verkerk i (ChristenUnie):

Voorzitter. Als eerste zou ik de staatssecretaris en de ambtenaren willen danken voor de antwoorden en al het werk dat ze gedaan hebben. Dank u wel daarvoor. Ik wou toch even aangeven dat u heeft toegezegd dat u in de tweede termijn terugkomt op de vraag of er slachtoffers zijn die niet vallen onder de twee normen van institutionele vooringenomenheid en hardheid van het stelsel. Omdat u zegt dat u de groep zo ruim mogelijk wilt maken, zou ik u de suggestie willen doen om de norm toe te voegen dat ook slachtoffers van onrechtmatig handelen door de overheid hiertoe behoren. Ik vraag u om dat toe te zeggen. Het gaat hier dus om of de ene norm of de andere norm of die derde norm.

Voorzitter. Het tweede wat mij opviel, is dat de staatssecretaris meerdere keren zei: we moeten aansluiten bij de individuele situatie. We weten allemaal dat je bij een complex dossier als dit — u heeft ook aangegeven hoe complex het is en dat de wet daarom ook wat complex is — niet alles in woorden kunt vangen. Nu ga ik niet praten over de slachtoffers, maar over de kant van de ambtenaren. Daarvan wordt gevraagd dat ze veel empathie of veel gevoel voor de menselijke maat hebben. Janny Bakker, een wethouder die hierop gepromoveerd is, heeft daarvoor het woord "responsiviteit" gemunt. Dat wil zeggen dat ze echt moeten antwoorden op de situatie waarin de slachtoffers zich bevinden. Ik zou de staatssecretaris willen vragen op welke manier zij ervoor zorgt dat de UHT-organisatie in haar handelen echt gekenmerkt wordt door responsiviteit. Dat betekent dat ze echt naast de burger gaan staat, dat zo de menselijke maat volledig tot uitdrukking komt en dat dat de cultuur in de organisatie zal zijn. Ik weet dat cultuur moeilijk te sturen is. Aan de andere kant ben ik organisatiedeskundige, en ik weet dat daar ook het nodige wél aan kan gebeuren. Ik krijg dus graag een reactie van de staatssecretaris. Het liefste wil ik eigenlijk de toezegging hebben dat de staatssecretaris ervoor zorgt dat die cultuur er gaat komen.

Voorzitter. Ik heb ook nog gevraagd hoe de staatssecretaris denkt dat een reële groei van 1.200 naar 1.900 fte kan worden gerealiseerd. Daar zou de staatssecretaris in de tweede termijn op terugkomen.

Voorzitter. Het vierde punt is het volgende. In de eerste termijn heb ik ook aangegeven dat wij toch wat moeite hadden met stoom en kokend water. We hebben er wel begrip voor, ook vanuit het oogpunt van de rechtmatigheid van de uitgave, dat u als argument gaf. Daarom is dit voor onze fractie lastig, maar we accepteren het. Wel wil ik de staatssecretaris de volgende vraag stellen. Als wij additioneel beleid krijgen rond deze toeslagenaffaire, kan de staatssecretaris dan toezeggen dat de Eerste Kamer voldoende voorbereidingstijd krijgt om dit op zorgvuldige wijze te doen? Het gaat immers om een kerntaak van de senaat.

Voorzitter. Dan het volgende punt. Onze fractie heeft ook in de eerste termijn gesproken over de noodvoorziening van €500 om materiële noden van gedupeerde ouders en hun kinderen weg te nemen. In onze visie is dat bedrag te laag. Alle argumenten zijn hier genoemd, niet in het minst de geweldig grote stijgingen van veel kosten. Je ziet dat de inflatie nu al 17% is en wat dat doet met een bedrag van €500. Daarom wil de fractie een motie indienen om dit bedrag te verdubbelen. Die ga ik nu voorlezen.

De voorzitter:

Door de leden Verkerk, Van Apeldoorn, Crone, Karimi, Prast en Schalk wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wetsvoorstel Hersteloperatie toeslagenaffaire voorziet in een regeling noodvoorziening, die maximaal €500 per huishouden bedraagt, en is bedoeld om gedupeerde ouders in staat te stellen noodzakelijke uitgaven te doen in acute noodsituaties;

constaterende dat de kosten van levensonderhoud onder andere door inflatie en energieprijzen fors zijn gestegen;

overwegende dat de noodvoorziening te krap is om gedupeerde ouders voor wie de voorziening is bedoeld, naar behoren financieel te ondersteunen;

constaterende dat het totale budget van 5,2 miljard voor de hersteloperatie financiële ruimte biedt;

verzoekt de regering te onderzoeken of een verdubbeling van de noodvoorziening tot €1.000 mogelijk is, en de Kamer daarover zo spoedig mogelijk te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (36151).

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Voorzitter, ik ga door. De tijd liep net door tijdens het voorlezen van de motie, dus ik neem aan dat u mij een paar seconden extra geeft. Er is eerder gesproken over de erkenningsbrief voor zowel de ouders die gedupeerd zijn als de kinderen. Ik zou aan de staatssecretaris willen vragen hoe die eruit gaat zien. Als we daarin termen aantreffen als "institutionele vooringenomenheid" en "hardheid van het stelsel", heb ik niet de indruk dat het over gaat komen. Er is veel kennis op dit punt, maar ik wil echt de toezegging van u dat ouderpanels of andere representatieve panels voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire de brief te zien krijgen voordat die uitgaat en dat die zeggen: dit is een begrijpelijke brief; ik snap wat hierin wordt gezegd.

Het tweede daaraan is het volgende. Bij dit soort onrecht — het rapport spreekt van "ongekend onrecht" — vraag ik me echt af of het sturen van een brief wel voldoende is. Ik begrijp wat ik zeg en wat ik oproep als ik vraag: moet deze brief niet persoonlijk overhandigd worden of moet die niet in een andere context overhandigd of gestuurd worden? Maar ik zou graag willen dat de staatssecretaris mij toezegt dat deskundigen zich buigen over de vraag wat de beste manier is om hiermee om te gaan. Anders weet ik namelijk zeker dat het vertrouwen in de overheid niet a priori verbetert als je een brief krijgt.

Voorzitter. Ik heb nog twee kleine punten. Het eerste is dat het een complexe wet is. Ik zou aan de staatssecretaris willen vragen om toe te zeggen dat de voorlichtingen aan ouders heel goed en heel begrijpelijk gebeuren, zodat ze precies weten waar ze recht op hebben en daar geen onduidelijkheid over is.

Voorzitter. Ik sluit af. Al met al steunt de ChristenUniefractie de voorstellen die aan de hersteloperatie ten grondslag liggen. Slagvaardigheid en voortvarendheid zijn nu geboden. De slachtoffers van de toeslagenaffaire hebben recht op een daadkrachtige afhandeling van deze ongemeend pijnlijke en beschamende affaire. Hopelijk kunnen we hun terechte wantrouwen in overheid en politiek nu snel herstellen.

Voorzitter. Ik heb ook geconstateerd dat het debat op bepaalde momenten wat moeizaam was. Als wij hier leren dat debat moeizaam kan zijn, hoop ik dat wij daaruit leren hoe belangrijk dit is voor burgers die niet die opleiding en die vaardigheden hebben die wij hebben, en dat voor slachtoffers het proces niet meer moeizaam zal zijn. Ik zie uit naar de antwoorden van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Verkerk. Dan is nu het woord aan mevrouw Geerdink namens de VVD-fractie.