Plenair Kox bij behandeling Wet werken waar je wilt



Verslag van de vergadering van 12 september 2023 (2022/2023 nr. 43)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Om te beginnen: alles verandert. Ik begrijp dat we sinds kort echte glaasjes hebben. Die hadden we toch vroeger niet, of wel? Het moet niet gekker worden. Het moet niet gekker worden, voorzitter. Alles verandert.

Alles verandert, maar soms wordt het ook beter. Twintig jaar geleden leverde ik hier mijn maidenspeech af. Ik vond 'm niet slecht, maar ik moet eerlijk bekennen: het is er zeker niet slechter op geworden. Ik bedoel daarmee te zeggen dat de maidenspeeches van onze collega's Van Gasteren, Ramsodit, Van der Goot, Van de Sanden en straks Belhirch maidenspeeches zijn om de hoed voor af te nemen. Nou geef ik altijd graag complimenten, maar deze keer meen ik het ook echt. Ik vind dat jullie allemaal enorm veel werk gemaakt hebben van de voorbereiding voor dit op zich beperkte wetsvoorstel — dat mag ik toch wel zeggen — om hier een goede, inhoudelijke beoordeling voor te leggen. Ik ben er een beetje door verrast, in positieve zin. Hier wil ik elke dinsdag wel voor terugkomen. Ik weet niet of jullie erin slagen om het elke dinsdag zo te doen, maar ik vond dat de collega's die vandaag niet hun maidenspeech afleverden, ook niet als een plumpudding ingezakt zijn. Het was best goed. Aan het einde van een parlementair jaar en aan het begin van een periode na de zomer vind ik dit een compliment waard. Onze maidenspeechers hebben ook wel de hele zomer de tijd gehad om alles voor te bereiden. Ik weet niet of dat altijd zo zal lukken.

Meer complimenten ga ik niet geven. Hoewel … We hebben mooie speeches gehad, maar hebben we het ook over een mooie wet? Collega Van Weyenberg zal zeggen: ik denk van wel, want ik heb dit voorstel tweeënhalf jaar geleden op tafel gelegd en de wet is door de Tweede Kamer met overgrote meerderheid aangenomen, dus ik heb goed werk geleverd. De minister, die tegenwoordig ook vicepremier is geworden — nogmaals mijn felicitaties — heeft gezegd: het is een mooie wet. En de Tweede Kamer heeft per saldo gezegd: wij gaan hier voor de wet. "Wij willen het goede stichten", zoals Donker Curtius in 1848 zei. Dat is de rol van de Tweede Kamer en dat is gebeurd. Zelfs de SP in de Tweede Kamer heeft voor deze wet gestemd, dus dat is nog een groter compliment.

De werkelijkheid is wel dat nadat de Tweede Kamer deze wet heeft aangenomen, het aan de Eerste Kamer is om de tweede stap te zetten. Wij hebben een tweekamerstelsel en dat brengt ook verplichtingen met zich mee. De Tweede Kamer verdedigt dit wetsvoorstel. Dat moeten we zuiver zeggen. Het is collega Van Weyenberg die hier zit en zijn naam zal natuurlijk voor eeuwig aan deze wet verbonden worden, maar hij verdedigt het wetsvoorstel namens de Tweede Kamer. En hij denkt dat om goede redenen te doen.

Aan de Eerste Kamer is het in eerste instantie volgens Donker Curtius niet zozeer om het nog beter te maken, om het goede te stichten zoals de Tweede Kamer deed. De principiële rol van de Eerste Kamer is om te kijken: oké, we hebben geprobeerd om het goede te stichten, maar we moeten ook het kwade voorkomen. Dat is toch de eerste taak van de Eerste Kamer: om nog een keer te reflecteren of we per saldo echt wel het goede doen en of we niet moeten voorkomen dat we misschien fouten maken.

De woordvoerder van de ChristenUnie, mevrouw Huizinga-Heringa, zei tegen ons: de wet kan geen kwaad. Nou klinkt dat goed, maar ook wel licht badinerend, zou je kunnen zeggen. Dat was ook de reden waarom ik vroeger altijd vroeg: waarom moet ik naar de kerk, in Tilburg of ergens anders? Dan zei mijn vader: het kan geen kwaad.

Het is tegelijkertijd wel de werkelijkheid. Doet deze wet kwaad? Wij moeten dat beoordelen. Ik denk niet dat deze wet kwaad doet. Ik denk niet dat datgene wat in deze wet staat, de rechtspositie van werkgevers of werknemers benadeelt. De vraag is of het voldoende is om deze wet door te laten gaan. Is het niet al te mager geworden en heeft, zoals onze collega Van Gasteren zei, de markt de wetgever niet ingehaald? Is er nog wel een probleem, zoals meerderen van ons hebben gezegd? Ik denk dat je je dat kan afvragen, maar ik denk dat op dit moment het wetsvoorstel, dat in de Tweede Kamer is aangenomen, per saldo geen kwaad doet en vastlegt wat de normale toestand zal blijven. Dat hopen we in ieder geval. Maar dat is geen gegeven. Dingen kunnen veranderen, het tij kan keren.

Voorzitter. Daarom wil ik namens mijn fractie op een positieve manier naar dit wetsvoorstel kijken. Ik doe dat in de wetenschap dat dit niet moeders mooiste is geweest. Het had, denk ik, beter gekund, maar dat is niet onze taak. Ik kijk naar de mogelijke voorstellen van collega Van der Goot om het nog iets beter te maken. Onze taak is om het kwade te voorkomen. Dat is op dit moment geen reden om te zeggen dat wij niet voor deze wet zouden kunnen stemmen. Maar ik luister graag naar de beoordeling van de initiatiefnemer en de minister om te vernemen of dit per saldo inderdaad een mooie wet is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de SGP.