Plenair De Vries bij voortzetting behandeling Wet financiële defensieverplichtingen



Verslag van de vergadering van 17 juni 2025 (2024/2025 nr. 34)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 13.56 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer De Vries i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Zoals u ziet, heeft er een gedaantewisseling plaatsgevonden sinds gisteravond. Ik zal nu mijn eigen plaats weer innemen.

Voorzitter. Allereerst wil ik de minister en de initiatiefnemers danken voor de beantwoording van de vragen die onze fractie heeft gesteld. Wij beschouwen dit wetsvoorstel nog altijd als een noodzakelijke stap om te komen tot een stabiele bescherming van onze nationale veiligheid, ook in internationaal verband.

Sterk is ook dat dit wetsvoorstel niet alleen voorziet in de beschikbaarheid van middelen, maar ook in de doordenking van het defensiebeleid, via een langetermijnvisie en een monitor om deze visie te kunnen bijstellen aan de hand van actuele ontwikkelingen.

Wat ons betreft is voldoende aangetoond dat dit wetsvoorstel geen ontkrachting van het budgetrecht van het parlement is. Integendeel, met de aanvaarding van dit voorstel neemt het parlement juist zijn verantwoordelijkheid in relatie tot dit recht. We besluiten nu zelf om voor een aantal jaren de noodzakelijke stabiliteit in onze defensie-uitgaven te waarborgen. Er is wat ons betreft dus geen grond om tegen dit wetsvoorstel te zijn.

Dat hier sprake zou zijn van een afwijking van andere beleidsterreinen, waarop er juist geen ondergrens voor budgettering wettelijk wordt vastgelegd, lijkt ons niet juist. In zekere zin verplicht elke wet tot uitgaven die nodig zijn om die wet in te voeren. Als in een milieugerelateerde wet verplichtingen ten aanzien van concentraties van stoffen worden vastgelegd, heeft dat net zo goed gevolgen voor de begroting, die daardoor minder vrij vast te stellen is. Onze fractie ziet dus ook hierin geen argument om tegen dit wetsvoorstel te stemmen.

Duidelijk is ook dat wij het vandaag alleen hebben over de 2%-norm en niet over een eventuele verhoging naar 3,5% of 5%. Dat is een afzonderlijke discussie, evenals de vraag op welke wijze die verhoging zou moeten worden vastgelegd. De 2% is een minimum dat nodig is om in een situatie van niet-acute bedreiging onze defensie op orde te houden. Dat staat los van wat nodig is in een veranderende situatie waarin wél acute bedreigingen zijn en een hoger budget nodig is. Opnieuw dus wat onze fractie betreft geen gegronde reden om tegen dit wetsvoorstel te stemmen.

Voorzitter. Wat onze fractie betreft verdient dit wetsvoorstel steun. Om er nog één spreuk tegenaan te gooien: wij hopen dat tijdens de stemming het wetsvoorstel in gepersonifieerde vorm kan zeggen "luctor et emergo"; ik worstel, maar kom boven.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Vries. Dan is het woord aan de heer Kemperman namens de Fractie-Kemperman.