Verslag van de vergadering van 8 juli 2025 (2024/2025 nr. 38)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.14 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Jaspers i (BBB):
Voorzitter, dank u wel. De Voorjaarsnota en de begroting van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur bieden dit jaar ruimte voor voorzichtig optimisme. Vanuit de BBB-fractie spreken wij onze waardering uit voor de stappen die gezet worden met oog voor zowel de agrarische sector als het brede platteland. Juist in een tijd van grote transities zijn degelijke investeringen essentieel. De begroting laat zien dat voedselzekerheid, natuurbeheer en het perspectief voor boeren steeds serieuzer worden genomen. Dat is een goede ontwikkeling, maar wat ons betreft nog maar het begin.
De 600 miljoen die wordt uitgetrokken voor de stikstofmaatregelen kan, mits goed besteed, het begin zijn van een herstel van vertrouwen tussen overheid en boer. Niet alles hoeft van bovenaf te worden opgelegd. Wij roepen het kabinet op om deze middelen via de gebiedsgerichte aanpak in te zetten, met de boeren aan tafel, want vertrouwen groeit van onderop. Specifiek in de regio's zoals de Peel en de Veluwe, waar de stikstofdruk hoog is, kunnen deze middelen het verschil maken. In de Peel kunnen deze middelen bijvoorbeeld worden ingezet voor extensivering van veehouderijbedrijven en innovatieve mestverwerking. Op de Veluwe liggen er kansen voor de proeftuinen, waterbeheer en het combineren van landbouw met natuur. Wij pleiten voor maatwerk in deze gebieden, niet van bovenaf opgelegd, maar in overleg met de regio en met respect voor het boerenerf. Graag een reactie van de minister.
Mevrouw Kluit i (GroenLinks-PvdA):
Dit is een mooi geluid vanuit de BBB. Zouden we dit ook niet in de rest van Nederland kunnen doen? Hoe verschilt dit van het NPLG, dat er eerder was?
De heer Jaspers (BBB):
Het NPLG, dat er eerder was, was vooral een papieren tijger, waarbij de middelen vooral beschikbaar werden gesteld aan de adviesbureaus en niet bij de primaire sector terechtkwamen. Daarbij zie je dus niet het duidelijke maatwerk. Dat misten we bij het NPLG, maar daar zetten we nu wel duidelijk op in.
Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):
Begrijp ik dan goed dat u het budget niet via de provincies wil laten lopen, en niet via de gebiedsgerichte aanpak, zoals het nu loopt? Dan begrijp ik het verschil misschien nog niet helemaal.
De heer Jaspers (BBB):
Provincies zijn voor de ontwikkeling en de gebiedsgerichte plannen uiteindelijk de uitvoerende partij. Uiteindelijk zullen we het samen met alle partijen, dus gemeente, provincie, Rijk en overheid, moeten gaan doen, om specifiek dat maatwerk te kunnen leveren.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Kluit.
Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):
Tot slot. Is dit dan ook een aanpak voor de rest van Nederland?
De heer Jaspers (BBB):
Laten we eerst eens in de regio's beginnen. Dan kijken we hoe we verder kunnen gaan. Ik denk dat dat verstandiger is.
Voorzitter. Daarnaast vragen we aandacht voor de praktische uitvoering. Hoe zorgen we ervoor dat de middelen ook echt in de regio belanden? Hoe voorkomen we dat het geld blijft steken in plannen, onderzoek en overlegtafels, zonder dat er op het erf iets verandert? Dat vraagt om een overheid die uitvoerbaar beleid maakt en durft te vertrouwen op de mensen in het veld. Ook hierop graag een reactie van de minister.
Verder zijn we blij met de voorgestelde aanpassing van de wetgeving wat betreft de 1 mol. Ik vraag aan de minister: hoeveel PAS-melders kunnen hiermee gelegaliseerd worden?
De afroming van de productierechten. De stikstofexcretie blijft volgens het CBS onder het nationaal plafond met -1,4%. Acht u het verantwoord om met deze prognose het afromingsbeleid ongewijzigd voort te zetten of ziet u aanleiding om een nieuwe koers te bepalen? Kan de minister aangeven onder welke omstandigheden het kabinet bereid is om het afromingspercentage per sector bij te stellen, bijvoorbeeld wanneer de plafondonderschrijding structureel blijkt te zijn? Graag een reactie.
Een indicatie van de NVWA en de RVO is een broodnodige erkenning. De extra middelen voor uitvoeringsorganisaties zoals de NVWA en de RVO zijn belangrijk. Jarenlange onderinvestering heeft sporen nagelaten. Dat we nu zorgen voor een stabiel fundament, is een stap vooruit. Wij vragen wel aandacht voor efficiëntie, zodat deze organisaties slagvaardiger worden en niet bureaucratischer. Wat BBB betreft mogen deze diensten beter aansluiten bij de praktijk. Als een agrariër zes maanden moet wachten op een vergunning of drie keer dezelfde controle krijgt, gaat er iets mis. Dat kost vertrouwen en energie. Digitalisering, kennis van de praktijk en klantgerichtheid moeten prioriteit krijgen.
De beheerskosten voor AERIUS: realisme boven idealisme. De structurele meerkosten voor AERIUS-beheer worden transparant benoemd. Dat waarderen wij. Wij vragen wel om een langetermijnvisie. Hoe maken we dit systeem gebruiksvriendelijk voor boeren en beleidsmakers? Daarnaast vragen we of het kabinet bereid is om te investeren in alternatieve of aanvullende rekenmodellen, zodat we kunnen toetsen en verbeteren waar dat nodig is. Blindvaren op één systeem zonder kritische reflectie past niet bij een lerende overheid.
Het advies van de commissie-Hordijk was: AERIUS is doelongeschikt. Toch blijven we het gebruiken, met als gevolg uitgebreide juridische procedures. Kan de minister toezeggen dat er niet meer afgegaan wordt op modellen, maar op doelstellingen? Graag een reactie hierop van de minister.
Ruimte voor voedselzekerheid en innovatie. We zien met genoegen dat voedselzekerheid explicieter in het vizier komt. Dat sluit aan bij de kernwaarden van BBB. Wij hopen dat dit leidt tot meer ruimte voor innovatieve boeren die willen verduurzamen zonder dat zij vastlopen in regels, zoals bij de subsidie voor de stikstofkraker en Kopros. Wanneer gaan we echt inzetten op innovatie, minister? Zeker in deze onzekere tijden met geopolitieke spanningen en klimaateffecten is het investeren in de eigen voedselproductie van strategisch belang. Nederland moet niet alleen koploper zijn in duurzaamheid, maar ook in robuustheid.
Tot slot, voorzitter. De LVVN-begroting biedt een basis om vooruit te kijken. Wat de BBB-fractie betreft gaan we nu doorpakken: minder wantrouwen, meer maatwerk, meer innovatie en bovenal het boerenerf niet vergeten, maar juist versterken. Laat deze Voorjaarsnota het begin zijn van een koers waarin boer, natuur en samenleving samen optrekken met respect voor elkaar.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.