Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 14 oktober 2025 (2025/2026 nr. 04)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 17.57 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Wanneer ik in de plenaire vergadering spreek over wetgeving die het wetenschappelijk onderwijs mede raakt, waaronder de begrotingen, meld ik altijd conform ons Reglement van Orde vooraf dat ik zelf als hoogleraar verbonden ben aan de Vrije Universiteit, waar ik enkel op decentraal niveau ook bestuursverantwoordelijkheid draag.

Onderwijs is het fundament waar de toekomst van onze samenleving op rust. Dat geldt voor de economie, onze kenniseconomie en onze concurrentiekracht. Zonder goed onderwijs en zonder publiek gefinancierd onderzoek is er geen sprake van innovatie, industrieën van de toekomst en ASML's. Is de minister het met mij eens dat onderwijsonderzoeken fundamenteel zijn voor onze kenniseconomie? Vindt hij ook met de SP-fractie dat je daarom juist zou moeten investeren in onderwijs en wetenschap, omdat je zo ook investeert in de toekomst van ons land?

Onderwijs en wetenschap zijn niet alleen een bron van innovatie en het fundament van onze economie van de toekomst, maar uiteraard zijn onderwijs en wetenschap ook voor de samenleving als geheel fundamenteel, voor de veerkracht ervan en de cohesie. Zonder goed onderwijs is er ook geen sterke democratie. "Kennis is macht en die macht moeten we spreiden", om maar eens een aloude sociaaldemocratische wijsheid van stal te halen. Een democratie floreert bij kritische, mondige, maar ook goed geïnformeerde burgers. Zij floreert ook bij waarheidsvinding en het kunnen spreken van de waarheid tegenover de macht. Ook hiervoor hebben we onderwijs en wetenschap nodig, met uiteraard volledige academische vrijheid. Deelt de minister die opvatting?

Onderwijs, zo weten we ook allemaal, is ook een motor van emancipatie, van destijds de kleine luyden van Abraham Kuyper, net als voor nieuwkomers in de onze samenleving vandaag de dag. Of denk aan de vele eerstegeneratiestudenten aan onze universiteiten. Om al deze redenen is het evident dat je in onderwijs moet investeren, in plaats van er telkens weer op te bezuinigen. Toch heeft dit dubbel demissionaire kabinet daar opnieuw voor gekozen, helaas met steun van beide Kamers uiteindelijk. Het is niet zomaar een bezuiniging, maar een megabezuiniging. Het is de grootste bezuiniging op onderwijs sinds vele jaren, zo niet sinds het begin van deze eeuw. Deze minister is nog maar net begonnen en het is in zekere zin de erfenis van zijn voorganger, maar ik ben wel benieuwd hoe hij ertegen aankijkt, want hij heeft immers nu wel voor deze erfenis getekend en draagt dus nu medeverantwoordelijkheid voor deze bezuinigingen.

Nu ligt er een suppletoire begroting waarin de eerdere bezuinigingen niet worden teruggedraaid, maar er zelfs nog nieuwe bij komen. De lopende en al aangenomen OCW-begroting bevat in de eerste plaats desastreuze bezuinigingen op het hoger onderwijs en op het wetenschappelijk onderzoek. De bezuinigingen op de startersbeurzen en het daarmee eenzijdig opzeggen van het bestuursakkoord zijn bovendien zeer waarschijnlijk onrechtmatig. Om al deze redenen hadden wij deze begroting hier, denk ik, niet moeten laten passeren. Inmiddels zijn alle universiteiten ook een rechtszaak gestart, omdat wij ons werk hier niet gedaan hebben. We wachten de uitkomst daarvan af.

De lopende bezuinigingen treffen ook het funderend onderwijs. Ik denk aan de bezuinigingen op het programma School en Omgeving, dat juist is bedoeld om kinderen die opgroeien in armoede en die vanuit huis al op achterstand staan, extra lessen, activiteiten en ondersteuning aan te bieden. Terwijl dit kabinet niks extra's aan de kinderarmoede wil doen, laat het ook in het onderwijs de meest kwetsbare kinderen in de steek.

Het bezuinigingspakket dat nu na goedkeuring van de lopende Onderwijsbegroting tot uitvoering is gebracht, was en is rampzalig, maar de bezuinigingen worden ten opzichte van het hoofdlijnenakkoord verzacht. Dit komt doordat het CDA, de ChristenUnie, SGP en JA21 in de Tweede Kamer ervoor hadden gekozen om het toen al voortdurende strompelende kabinet uit de brand te helpen door in een zogenaamd monsterverbond met de coalitie bepaalde bezuinigingen uit het pakket te halen. De SP vond en vindt die verzachting van destijds volstrekt onvoldoende. Het was beter geweest als je je rug recht had gehouden. Dan hadden we gewoon tegen die bezuinigingen kunnen stemmen in de Tweede Kamer of uiteindelijk in de Eerste Kamer. Dat vinden wij uiteraard nog steeds. Maar de genoemde partijen kozen een andere weg en de fracties in deze Kamer volgden die lijn uiteindelijk.

Iedereen kan dan ook begrijpen dat zij zeer onaangenaam verrast waren toen bij de Voorjaarsnota bleek dat de coalitie had besloten boven op de al eerder door deze partijen geaccordeerde bezuinigingen van 1,2 miljard, nog eens 400 miljard extra te bezuinigen. De grootste, meest onbegrijpelijke en asociale nieuwe bezuiniging van 177 miljard structureel betrok het afschaffen van de onderwijskansenregeling hierbij. Die is bedoeld om de leerlingen die dat het hardst nodig hebben, extra ondersteuning te geven in het voortgezet onderwijs. Zoals we allemaal weten wordt deze bezuiniging gelukkig teruggedraaid, al staat deze nog wel in deze begroting. Maar er staan nog steeds andere extra bezuinigingen in deze suppletoire begroting, die het onderwijs hard raken. Er wordt bezuinigd op praktijkleren. Er wordt bezuinigd op het voortgezet onderwijs. De bekostiging van het mbo, hbo en wo wordt opnieuw verlaagd.

Voorzitter: Koffeman

De voorzitter:

U heeft een interruptie van de heer Rietkerk.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Mijn tijd loopt nog door, voorzitter. Daar ben ik minder gelukkig mee.

De heer Rietkerk i (CDA):

Ik heb een meer feitelijke vraag. Er wordt gesproken over bezuinigingen van 400 miljard en 177 miljard. Via de voorzitter vraag ik of dat wel juist is. Naar mijn idee gaat het namelijk om miljoenen. Dat is nog fors, maar u spreekt over miljarden. Voor de feiten lijkt mij dat onjuist. Klopt dat?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik had het over 1,2 miljard aan bezuinigingen uit de eerdere onderwijsbegroting voor dit jaar en over de bezuiniging van 400 miljoen in deze suppletoire begroting, waarvan 177 miljoen teruggedraaid wordt met Prinsjesdag of met de komende OCW-begroting van 2026. Ik denk dat het zo correct is. Dan zijn we het daarover eens.

Terwijl ik geïnterrumpeerd werd, liep de klok door. Volgens mij heb ik dus nog een minuut meer dan hier op mijn scherm staat. Waar was ik gebleven? De compensatie voor de loon- en prijsstijgingen wordt niet volledig doorgevoerd in de begroting van de Voorjaarsnota. Erkent de minister dat dit een structurele bezuiniging is omdat toekomstige compensaties, ook als die wel weer volledig zijn, gebaseerd zullen zijn op het dan verlaagde bedrag? Waarom kiest het kabinet ervoor om zo nog eens extra te bezuinigen op het middelbaar en hoger onderwijs? Is dit een bewuste keuze of was het alleen maar bedoeld om het financiële plaatje van de Voorjaarsnota sluitend te krijgen? Is het onderwijs hier opnieuw het kind van de rekening omdat het visieloze kabinet ons onderwijs gewoon niet belangrijk genoeg vindt? Graag een reactie van de minister.

In het hoger en wetenschappelijk onderwijs blijft de werkdruk ondertussen toenemen. Er dreigen reorganisaties of die zijn al gaande. Er worden hele opleidingen opgedoekt. Als gevolg van deze bezuinigingen komt de kwaliteit van het onderwijs nog verder onder druk te staan.

Voorzitter. We bespreken hier de suppletoire Onderwijsbegroting die hoort bij de Voorjaarsnota van inmiddels alweer een halfjaar geleden. Maar ondertussen is Prinsjesdag geweest en is de OCW-begroting voor 2026 ingediend. Ik had het daar net al over. Die gaan we te zijner tijd hier in de Eerste Kamer natuurlijk ook netjes behandelen, maar toch is het alvast goed om hier een blik op te werpen in het licht van de behandeling van de suppletoire begroting die vandaag voorligt.

Aan de positieve kant van de balans constateren we dat dankzij de politieke druk vanuit beide Kamers en de maatschappelijke druk vanuit de sector zelf, de onbegrijpelijke bezuiniging op de onderwijskansenregeling, die zo belangrijk is voor de kansengelijkheid in het voortgezet onderwijs, van de baan is. Maar de andere net door mij genoemde onderwijsbezuinigingen uit de Voorjaarsnota blijven gewoon nog intact, noch wordt er ook maar iets teruggedraaid van de eerdere bezuinigingen van 1,2 miljard — ik kijk nog even naar de heer Rietkerk — van dit kreupele kabinet, dat rust op 32 zetels in de Tweede Kamer en 22 in deze Kamer. Ondertussen worden de negatieve gevolgen van de bezuinigingen steeds zichtbaarder en voelbaarder. Graag een reactie van de minister.

De balans blijft dus helaas negatief. Zo knaagt het demissionaire kabinet aan het fundament van onze samenleving en dat van onze toekomst. Er komen zelfs nog bezuinigingen bij. Zo stelt universiteitenvereniging UNL dat door het opnieuw niet volledig vergoeden van de zogeheten prijsbijstelling, universiteiten een deel van de gestegen salariskosten uit eigen zak moeten betalen. Dit is een extra bezuiniging van nog eens 25 miljoen. Klopt dit, zo vraag ik de minister. Zo ja, waarom kiest hij hiervoor? En klopt het dat hetzelfde geldt voor het hbo en het mbo? Dat is dus opnieuw een structurele bezuiniging. Dreigen we hiermee niet door het ijs te zakken, zo vraag ik de minister. Ons land investeert al veel minder dan andere landen in onderzoek en innovatie en dat blijft zo dalen onder dit dubbel demissionaire kabinet. Mijn fractie vindt het ongelofelijk kortzichtig en dom. We gaan de begroting voor 2026 hier nog behandelen, maar het zou toch fijn zijn als de minister hier alvast op in kan gaan. Dat scheelt mogelijk latere schriftelijke vragen. Het is in ieder geval tekenend voor de onderwijsvisie waar dit kabinet voor staat, of liever gezegd het totale gebrek aan visie, anders dan dat het goedkoper moet omdat er nu eenmaal bezuinigd moet worden. Daarbij ontbeert de bezuinigingsdwang elke economische logica.

In tegenstelling tot dit kabinet wil de SP, en met ons gelukkig ook andere partijen die vandaag het woord voeren, juist investeren in de kracht van onze samenleving en in de economie van de toekomst. De SP wil investeren in leraren, in het eindelijk oplossen van het lerarentekort en in kleinere klassen. De SP wil investeren in het funderend onderwijs, zodat er eindelijk echte kansengelijkheid ontstaat, en investeren in alle geledingen van het onderwijs. Onderwijs is immers een recht en moet voor iedereen toegankelijk zijn zonder schulden te maken. Studenten in het mbo mogen hierbij niet achtergesteld worden ten opzichte van studenten in het hoger onderwijs. Overigens hoorden wij deze minister warme woorden spreken over het mbo. Wij zullen hem daaraan houden. De SP wil investeren in vooruitgang en innovatie en investeren in onderzoek en wetenschap en in de vermindering van werkdruk voor onderzoekers, om ervoor zorgen dat onderzoekers echt de tijd krijgen om nieuw licht te kunnen werpen op de vraagstukken van deze tijd, om direct of indirect aan de oplossing van die vraagstukken te kunnen bijdragen.

Voorzitter, ik rond af. We hoorden het al eerder vandaag: doe het niet. Dat was en is de slogan van de protestacties vanuit de hele sector tegen de onderwijsbezuinigingen. Dat is en blijft het devies. Deze suppletoire begroting uit de Voorjaarsnota maakt de situatie alleen nog maar bonter, ook nu de onderwijskansenregeling behouden blijft. Mijn fractie staat dus niet te springen bij de begroting die nu voorligt. Mijn onderwijshart gaat er ook niet harder van kloppen, integendeel. Uit deze begroting spreekt weinig liefde voor het onderwijs en weinig kennis van de waarde ervan. Maar ik wacht nu eerst met belangstelling de antwoorden van de minister af.

De voorzitter:

Een interruptie van de heer Kemperman.

De heer Kemperman i (FVD):

Ik hoorde de heer Van Apeldoorn zeggen: zonder investeringen in onderwijs geen kennisontwikkeling en geen innovatie. Volgens mij zei hij ook zelfs letterlijk: zonder investeringen geen ASML. Nou is de SP met haar economische principes niet bepaald een partij die opkomt voor de grote ondernemingen. Die economische principes binden dit soort ondernemingen ook niet direct aan het land, integendeel. Ik wil het graag holistischer zien. Zou het kunnen, vraag ik via de voorzitter aan de heer Van Apeldoorn, dat de loonpolitiek, de belastingdruk, de regelgeving en de milieuregelgeving, die ook uw partij voorstaat, misschien wel een groter negatief effect hebben op het behouden, of eigenlijk het zien vertrekken van grote ondernemingen uit Nederland? Kunt u dat eens in een breder perspectief beschouwen dan alleen de bezuiniging op onderwijs? U haalt namelijk zelf het vertrek van ASML aan. We zien dat soort bedrijven vertrekken. Kunt u daar misschien op ingaan?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Volgens mij is dit een ander onderwerp dan dat er vandaag op de agenda staat. Voor zover ik weet, staat ASML niet op het punt te vertrekken. Dat zouden wij als SP ook betreuren. Er zijn overigens manieren om dat te voorkomen. Je zou als overheid bijvoorbeeld een gouden aandeel kunnen nemen. Je zou een exitbelasting kunnen gaan heffen om vertrek te voorkomen. Je zou werknemers zeggenschap kunnen geven, waar wij als SP voor zijn, over een vijandige overname of een vertrek. De SP is erg voor een verstandige industriepolitiek waarbij we investeren in innovatie en ontwikkeling, uiteindelijk ook ter ondersteuning van grote bedrijven. Maar ik denk dat we dat op een hele andere manier zouden doen dan uw partij, Forum voor Democratie, zeg ik richting de heer Kemperman.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft uw betoog afgerond, denk ik.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja. Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dan is het woord is aan de heer Rietkerk.