T03616

Toezegging Bij de besluitvorming voor de Voorjaarsnota wordt direct de fiscale wetgevings- en beleidsagenda gedeeld (36.202)



De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden De Boer (GroenLinks) en Van Rooijen (50PLUS), toe dat bij de besluitvorming voor de Voorjaarsnota begin juni, direct de fiscale wetgevings- en beleidsagenda wordt gedeeld.


Kerngegevens

Nummer T03616
Status voldaan
Datum toezegging 13 december 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks)
drs. M.J. van Rooijen (50PLUS)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen beleidsagenda
fiscale wetgevingsagenda
voorjaarsnota
Kamerstukken Belastingplan 2023 (36.202)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 2 - blz. 3

Staatssecretaris Van Rij:

(…)

“De spreiding van de fiscale wetgeving. Mevrouw De Boer begon daarover en de heer Van Rooijen overigens ook. Ik ben het daar natuurlijk helemaal mee eens. Het is een uitzonderlijk jaar. Dat is niet zozeer een rechtvaardiging, maar toch wel een verklaring waarom we nu elf wetsontwerpen hebben. Het is eigenlijk veel te veel om in zo'n korte tijd elf wetsontwerpen te kunnen bestuderen en grondig te bestuderen.

(…)

In de eerste plaats zitten er twee wetsontwerpen bij die ik nog geërfd heb van het vorige kabinet. Dat is nog niet-afgerond werk. Het gaat om de wet over excessief lenen en de wet over de aandelenoptierechten. Vervolgens hadden we het arrest van de Hoge Raad van 24 december vorig jaar. Toen moesten we snel in de benen met herstelwetgeving box 3 en overbruggingswetgeving box 3. Dat zijn ook weer twee wetsontwerpen. Dan hebben we nog wat er altijd traditioneel vanuit de EU komt; dat is DAC7. Dat is er ook weer een. Laten we ook heel eerlijk zijn: dit kabinet heeft een ambitieuze fiscale agenda. Alle voorstellen van het eerste jaar zitten hier natuurlijk ook in, met name de vergroeningsvoorstellen. Maar het is zeker niet de bedoeling om dit kunstje volgend jaar te herhalen.

Ik wijs er overigens op — daar zijn we kennelijk niet goed in geslaagd dit jaar; ik sta open voor andere ideeën daarover — dat wij direct na de Voorjaarsnota de fiscale wetgevings- en beleidsagenda met uw Kamer gedeeld hebben. De gedachte daarachter was dat daarin al vrij uitgebreide plannen staan, natuurlijk nog niet in wetteksten, maar wel vrij uitgebreid. Die plannen zijn uiteindelijk terechtgekomen in het Belastingplan. Daar hebben we bij de Voorjaarsnota eerlijk gezegd weinig aandacht aan kunnen besteden, omdat de Voorjaarsnota heel erg in het licht stond van de situatie zoals die zich dit jaar heeft ontwikkeld als gevolg van de oorlog in Oekraïne, de inflatie en de koopkracht. De Voorjaarsnota stond eigenlijk helemaal in het teken daarvan. We hebben in de Eerste Kamer dus geen aandacht kunnen besteden aan de fiscale wetgevings- en beleidsagenda.

Misschien moeten we dat dan apart doen, zodat u de gelegenheid heeft om het kabinet uw eerste inzichten over die fiscale plannen mee te geven, want uitgebreide wetsvoorstellen maken ... In de eerste week waarin ik begon, zei ik: "Geef eens even een lijst. Dat moet anders. Die wetsvoorstellen moeten er eerder zijn." Maar we hebben gewoon een bepaald schema. Dat is u ook bekend. De wetsontwerpen moeten gemaakt worden. Dan volgt bij voorkeur — dat is altijd wel de bedoeling, maar dat lukt niet altijd bij het Belastingplan — een internetconsultatie. In het traject zitten uiteraard ook het advies van de Raad van State en een uitvoeringstoets; die kosten in de regel ook nog eens twee maanden. Voor volgend jaar gaan we dus zeker ons best doen. We zullen dus weer direct — begin juni zal dat zijn — bij de besluitvorming voor de Voorjaarsnota met de fiscale wetgevings- en beleidsagenda komen. Verder wil ik ook de Fiscale verzamelwet sowieso voor de zomer, eerst in de Tweede Kamer en dan in de Eerste Kamer, behandelen.”


Brondocumenten


Historie