T03836

Toezegging Brief afbouwregeling (35.594)



De minister voor Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Crone (GroenLinks-PvdA), Schalk (SGP) en Van Rooijen (50PLUS), toe, binnen een week, een brief te sturen met betrekking tot het benutten van evaluatiemomenten, het voorkomen van te hoog oplopende cijfers, waar de genoemde 80% uit bestaat en de kosten van 717 miljoen euro in 2031. Ook gaat de minister in de brief uitgebreid in op de effecten van dit wetsvoorstel op de schatkist, maar vooral ook op de effecten op de huishoudens. De minister gaat in op twee elementen. Het ene is hoe je huishoudens in de huursector ondersteunt die afhankelijk zijn van een verhuurder. Het tweede element gaat over huishoudens met een particuliere koopwoning en een kleinere portemonnee.


Kerngegevens

Nummer T03836
Status voldaan
Datum toezegging 6 februari 2024
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Kamerleden drs. F.J.M. Crone (GroenLinks-PvdA)
drs. M.J. van Rooijen (50PLUS)
P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen afbouwregeling
saldering
terugleververgoedingen
Kamerstukken Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers (35.594)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 19, item 10, blz. 6

Minister Jetten:

(…)

“Ik zou voor de heer Crone in een brief wat uitgebreider kunnen uitleggen hoe we de evaluatiemomenten benutten om de zorg van de heer Crone te ondervangen. Wat ik als minister doe, is actief met voorstellen komen om daar eventueel de afbouwregeling op aan te passen.”

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

“Dat lijkt mij sowieso nuttig, inderdaad. Dank. Wat de cijfers betreft, wil ik het niet beter weten dan anderen. Maar u kiest voor cijfers, door wie ook geadviseerd, die alleen maar de terugverdientijd kunnen verhogen, zoals de terugleververgoeding van 10,4 cent. Dat zal nooit hoger worden, maar wel lager. Extra onderhoudskosten en financiering kóst extra geld. Het zal nooit minder dan zeven jaar worden, maar wel meer. Dat verbaast me zo, want mensen die nu investeren, doen dat voor de lange termijn. Zij zullen niet nu akkoord gaan met 10,4 cent met het risico dat over twee jaar uit evaluatie blijkt dat het maar de helft is. Mensen willen juist die zekerheid hebben. Ze leggen die zonnepanelen voor lange tijd neer. Ik wil in die brief dan ook zien wat er gebeurt als die cijfers wel hoger worden en je de kosten meerekent die Milieu Centraal buiten beschouwing laat.”

Minister Jetten:

“We sturen op die zeven jaar, omdat we weten dat dat het omslagpunt is waarop mensen bereid zijn om die investeringen te doen. Wordt het minder dan zeven jaar, dan wordt het alleen maar aantrekkelijker. Iedereen die de afgelopen twee jaar zonnepanelen heeft geïnstalleerd, heeft het ruim binnen die zeven jaar terugverdiend. Het is interessant als het oploopt. Hoe voorkom je dat het te ver oploopt? Maar ik heb de heer Crone goed gehoord en ik zal zorgen dat deze verduidelijking binnen een week uw kant op komt.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 19, item 8, blz. 5

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

(…)

“Dat brengt mij meteen op mijn kernpunt in dezen: de minister volgt een heel optimistische terugverdienvergoeding van 10,4 cent per kilowattuur. Dat doen ook Milieu Centraal en TNO. Dat is echter 80% van de kale levering. De energiebedrijven zeggen dan tegen mij: dan heb je bijna de saldering in stand gehouden. 80% is immers bijna 100%. 10,4 cent is veel meer dan de marktprijs die TNO een halfjaar geleden nog noemde, namelijk 6 cent. Dat was het langetermijncontract. De marktwaarde van een spotmarktcontract is zelfs maar 3 cent. Niemand kan dus de toekomst voorspellen, maar ik wil wel van de minister weten hoe hij aan die hoge terugleververgoeding komt. Dit nog los van de vraag of die wettelijk voor twee jaar gegarandeerd wordt, want we spreken hier natuurlijk over een periode van tien tot twintig jaar. Over tien of twintig jaar zal de terugleververgoeding niet zo hoog zijn. Die zal veel lager zijn, tenzij we daar een stokje voor weten te steken. Dat is een cruciale vraag.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 19, item 10, blz. 11

Minister Jetten:

(…)

“De heer Crone vroeg heel specifiek waar die 80% uit bestaat. In het wetsartikel is opgenomen dat het gaat om 80% van de kosten die een leverancier is overeengekomen met de afnemer van elektriciteit per kWh, met uitzondering van de te berekenen belastingen en heffingen. Het gaat dus echt om de tarieven die in het contract van de consument met de leverancier zijn afgesproken. Ik vind dat ook meer dan terecht, want stel dat je een contract hebt afgesloten met hogere tarieven, waarvoor je moet betalen, dan verdien je ook 80% van die hogere tarieven. Milieu Centraal hanteert in haar meest recente berekeningen de PBL-prognoses voor die ontwikkeling en gaat voor 2030 uit van een leveringstarief van 24 cent. Als je daar de energiebelasting en de btw vanaf haalt, dan is het kale tarief 13 cent en dan is 80% daarvan 10 cent. Dat is de simpele berekening, maar in de zojuist aan de heer Crone toegezegde brief zal dat nader terugkomen.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 19, item 10, blz. 11

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

“Dank, minister, voor uw toezegging om dat bij die huurders nog eens goed onder de aandacht te houden. Huurders zijn inderdaad een hele andere groep, want die krijgen bijvoorbeeld te horen dat ze €1 of €2 per zonnepanel per maand moeten betalen, wat dan €6 of €12 per maand is. Daarnaast moet dan de inschatting zijn of de energierekening dan met diezelfde €6 of €12 euro omlaaggaat. Als dan de terugleververgoeding van je energiebedrijf te laag is, dan doe je het niet. Dus adviseert nu de Woonbond — ze hebben mij een paar voorbeeldbrieven laten zien — om het nu niet te doen. Dat is dus inclusief het afbouwpad. Dus voorlopig gaat er niks, mis maar na een paar jaar wel. Dat is natuurlijk een groot verschil met een eigenaar, want die kan nog zeggen: dan verdien ik het maar over een langere periode terug; het is een waardevergroting van mijn huis en ik zie het wel. Bij huurders kan dat dus niet. Daar zit dus een extra dilemma dat bij uw brief over de cijfertjes misschien apart aandacht zou moeten kunnen krijgen.”

Minister Jetten:

“Ik vind dat een goede vraag. Het lijkt me nuttig om in de brief die deze week nog komt, onderscheid te maken tussen particuliere eigenaren en huurders die op een iets andere manier het voordeel van die zonnepanelen gaan terugzien in hun servicekosten dan wel in hun totale energiekosten. Dus dat zal ik in die brief nog extra duidelijk maken.”

De heer Van Rooijen (50PLUS):

“Dank dat de minister die cijfers hier noemde. In 2031, als de regeling is afgebouwd, is het structureel 717 miljoen. Hoe kan de minister dat uitleggen? Kan hij ons dat anders per brief laten weten? Het is mij namelijk niet helemaal duidelijk. Als die regeling afloopt en cumulatief 2,8 miljard kost, hoe kan die daarna dan nog structureel 717 miljoen zijn of welk bedrag dan ook?”

Minister Jetten:

“Als het wetsvoorstel wordt verworpen geldt dat. Ik zal dit ook in de brief die deze week nog komt nog een keer aan u toelichten.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 19, item 10, blz. 11-12

Minister Jetten:

(…)

“De heer Crone en de heer Schalk en proberen allebei naar een oplossing te zoeken. De heer Crone heeft mij een brief gevraagd, die ik deze week aan u zal doen toekomen. In die brief ga ik, nogmaals, uitgebreid in op de effecten van dit wetsvoorstel op de schatkist, maar vooral ook op de effecten op de huishoudens. Wat betekent dit nou voor de terugverdientijden, welke cijfers hebben we onder die berekeningen gebruikt en hoe kunnen we met zekerheid op die twee evaluatiemomenten bijsturen als dat nodig is? Ik hoop dat ik met die brief uw Kamer iets meer comfort kan geven, zodat u dat kan meewegen in uw besluit voor de stemmingen.”

De heer Schalk (SGP):

“Nochtans denk ik dat we altijd moeten blijven nadenken en dat er dan wellicht nog nieuwe creatieve ideeën komen. Even terug naar de redenering van de minister. Die begrijp ik. Hij probeert comfort te bieden aan zowel de heer Panman als de heer Crone. Ik heb geprobeerd om een bruggetje te slaan. Dat bruggetje van mij gaat ook over het volgende. Op het moment dat deze wet zou worden aanvaard, willen we denk ik allemaal heel graag dat er op de een of andere manier iets komt waardoor je het stimuleren van mensen om te verduurzamen vooruit blijft duwen. Die stimulans moet dus blijven. Dat staat een beetje los van die andere twee opties. Wij hebben het denk ik nodig dat mensen in het land comfort krijgen om zich mede verantwoordelijk te gaan voelen voor klimaat, verduurzaming, enzovoort. Daar zoek ik naar.”

Minister Jetten:

“Overigens voelen heel veel mensen die medeverantwoordelijkheid, maar dat bedoelt u ook niet. De vraag is vooral hoe we in de maatschappij het draagvlak en het enthousiasme houden om hier de komende jaren volop mee door te gaan.”

De heer Schalk (SGP):

“Ik dank u, voorzitter. Ik wil daarbij vooral aandacht hebben voor mensen met een kleine beurs en voor hoe zij geholpen kunnen worden, enzovoorts.”

Minister Jetten:

“Dan stel ik voor dat ik de brief van eind deze week nog wat uitbreid. Ik ga dan in op twee elementen. Het ene is hoe je huishoudens in de huursector ondersteunt die afhankelijk zijn van een verhuurder die de uitrol van de zonnepanelen moet organiseren, in het licht van de discussie over 100 miljoen of meer. Het tweede element gaat over huishoudens met een particuliere koopwoning en een kleinere portemonnee die nu soms nog koudwatervrees voelen om van het Warmtefonds gebruik te maken, en van alle regelingen die we daarin hebben. Dus: hoe kunnen we ons maximaal inspannen om juist ook die mensen te ondersteunen bij de aanschaf van zonnepanelen? Ik zal dat nogmaals uiteenzetten. Hopelijk helpt dat bij het slaan van de brug, waar de heer Schalk naar zoekt.”


Brondocumenten


Historie