T03581

Toezegging Brief gevolgen uitspraak Nevele op Omgevingswet (34.287/29.383)



De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toe dat zij – in afstemming met de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening – de Kamer voor de zomer een brief zal sturen met de stand van zaken en de consequenties van de uitspraak Nevele op de Omgevingswet in den brede.


Kerngegevens

Nummer T03581
Status deels voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Kamerleden prof. mr. P. Nicolaï (PvdD)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen Nevele
Omgevingswet
uitspraak
MER-procedures
Kamerstukken Implementatie herziening mer-richtlijn (34.287)
Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu (29.383)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2022/23 34287/29383, X , p. 10

De heer Nicolaï (Partij voor de Dieren):

“Even een aanvullende vraag. Is de uitspraak van de Raad van State na Nevele bij het bestuurlijk overleg al op tafel gebracht? Is er al gewaarschuwd dat deze een enorme impact kan hebben voor de omgevings- en waterschapsverordeningen, enzovoorts? Wat is de stand van zaken?”

Staatssecretaris Heijnen:

“De uitspraak rondom Nevele is iets wat heel nadrukkelijk wordt besproken in de overleggen die mijn collega Hugo de Jonge heeft over de Omgevingswet. Daar is dat continu onderwerp van gesprek. Het is best complex. Ik kan de heer Nicolaï toezeggen om een brief te sturen met de stand van zaken, zodat beter inzichtelijk is wat er gebeurt vanuit het kabinet om aandacht te vragen voor de uitspraak en wat die vervolgens betekent voor de Omgevingswet maar ook voor MER-procedures.”

Kamerstukken I 2022/23 34287/29383, X , p. 14-15

De heer Nicolaï (Partij voor de Dieren):

“Toch nog even in aansluiting op wat de heer Janssen zegt:

in dat interbestuurlijk overleg moeten we de rijksoverheid ook niet vergeten. Wat MER-plichtig is en hoe dat loopt, is nu allemaal redelijk goed overzichtelijk. Dat is bij provincies en bij gemeentes, en af en toe bij het Rijk. De aardverschuiving die er nu plaatsvindt door de uitspraak na Nevele, is dat al die ministeries die AMvB's of ministeriële regelingen maken waarin milieunormen vervat zijn, in één keer onder de MER-plicht vallen. Dat zijn dus al die rijksregels, dus niet de regels bij de provincies en de gemeentes. Dat staat alleen nergens aangegeven in de wet. Dat was met die windturbines ook niet zo. We hebben daar ook nooit over nagedacht. Maar in één keer zegt de Raad van State nu: ja, op grond van de Europese richtlijn zijn dat allemaal regels waar een MER voor gemaakt moet worden. Dat staat niet in de wet, maar dat vloeit gewoon voort uit de Europese richtlijn. Is men zich dat op de ministeries wel bewust? Wat kan u als staatssecretaris eraan doen om dat bewustzijn te vergroten en om te voorkomen dat daar een enorme ravage ontstaat? Dat is

mijn vraag.”

Staatssecretaris Heijnen:

“Het is natuurlijk niet zo dat álle regels ineens een MER moeten gaan hebben, maar we zijn ons wel heel bewust van de impact van de uitspraak en wat die gaat betekenen. Dat gaat iets vragen, dat weten we. Maar we zijn ons er wel terdege van bewust, om antwoord te geven op die vraag.

De heer Nicolaï (Partij voor de Dieren):

“Voorzitter, als u het mij toestaat, toch nog even aanvullend. Ja, ik ben me dat ook bewust. Iedereen is zich dat bewust. Maar die uitspraak is natuurlijk al van ongeveer twee jaar geleden. Wat gebeurt er op dit moment om op dat punt ook de rijksoverheid in de start te zetten dat daar als de sodemieter aan gewerkt wordt? Kunnen we daar een overzicht van krijgen? Dat zijn mijn vragen. Ik ben daar heel angstig over.”

De voorzitter:

“Ik dacht dat de staatssecretaris daarop een toezegging had gedaan.”

Staatssecretaris Heijnen:

“Ik had inderdaad een toezegging gedaan, omdat het niet alleen mijn portefeuille betreft, maar ook de manier waarop collega's er bijvoorbeeld mee omgaan. Ik zeg graag toe dat ik daar een brief over stuur, ook omdat het vrij complex is en omdat het echt wel iets betekent. Dan denk ik dat een brief meer recht doet aan een zorgvuldige beantwoording dan dat ik nu in drie zinnen probeer uit te leggen hoe wij als totale rijksoverheid omgaan met de interpretatie van deze uitspraak.”

De heer Nicolaï (Partij voor de Dieren):

“Ik ben blij met die toezegging; die had ik al gehoord. Maar het gaat er een beetje om of deze staatssecretaris daar nou regie heeft of niet. Dat is de belangrijke vraag. Zo ja, hoe wordt die regie opgepakt?”

Staatssecretaris Heijnen:

“Regie? Waar het mij om gaat, is dat we uiteindelijk met z'n allen weten dat we tot goede besluitvorming moeten komen. Zo'n arrest betekent iets. Daar moet iedereen ook rekening mee houden vanuit zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. Ik heb wel veel vertrouwen in mijn collega's dat ze dat op een gepaste manier doen. De heer Nicolaï vraagt mij: geef mij nou inzicht in alles wat iedereen doet. Daarvan heb ik toegezegd dat ik dit op een goede manier in kaart zal proberen te brengen, zodat hij hopelijk wat meer gerustgesteld is dan nu. Maar het is evident dat dit iets betekent. Er zijn vele uitspraken van de rechter op het gebied van milieueffecten, die wij allemaal op een eigen manier moeten interpreteren. De geuruitspraak van de rechter is daar ook een voorbeeld van. Dat betekent iets voor mijn ministerie, maar ook iets voor mijn collega's bij LNV, om maar eens een ministerie te noemen, maar ook bij EZK, want die hebben te maken met de industrie. We moeten met z'n allen zorgen dat we alles op een goede manier interpreteren. Wat wij kunnen doen vanuit mijn ministerie, is ervoor zorgen dat iedereen de goede kennis en kunde ter beschikking heeft. Daar willen we wel nog slagen in maken; zo eerlijk is het verhaal ook. Als je kijkt naar de reden waarom we Van Aartsen hebben gevraagd om aanbevelingen te doen om het VTH-stelsel te versterken, is die niet dat we vinden dat dit al optimaal functioneert. Dus die hele keten moet op een goede manier functioneren. We zien dat daar ook nog verbeteringen mogelijk zijn. Die willen we graag doorvoeren, maar daar hebben we wel tijd voor nodig. Dat is het voordeel als je spreekt met de Eerste Kamer; die kijkt vaak wat meer mee op de langere termijn. Dat is natuurlijk ook wel heel erg van belang, zeker als het aankomt op alles wat te maken heeft met dingen binnen mijn portefeuille. Of het nou gaat om milieu of om mobiliteit, dat zijn allemaal zaken die soms vragen om een lange adem, terwijl we eigenlijk het liefste willen dat ze gisteren geregeld waren.”

Kamerstukken I 2022/23 34287/29383, X p. 17

De voorzitter:

(…)

“Naar aanleiding van met name de interventie van de heer Nicolaï heeft u een brief toegezegd, waarvan ik wel even zou willen weten over welke termijn we dan praten. Op zich gaat het collectieve geheugen hier nooit verloren, want we hebben een geweldige toezeggingenregistratie, enzovoorts. Maar het zou wel mooi zijn als dit eventueel voor de Kamerwisseling zou kunnen.”

Staatssecretaris Heijnen:

“Ik kan 'm toezeggen voor de zomer. Eind mei is wel heel rap. Ik zal kijken wat ik kan doen, maar ik beloof sowieso dat die voor de zomer wordt verzonden.”


Brondocumenten


Historie