T03654

Toezegging Communiceren goedkeuring inlogmiddelen (34.972 / 35.868)



De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe dat uitdrukkelijk wordt aangegeven, inclusief criteria, op grond waarvan bepaalde Nederlandse inlogmiddelen worden goedgekeurd. Hierdoor wordt meer aandacht besteed aan de communicatie richting burgers.


Kerngegevens

Nummer T03654
Status openstaand
Datum toezegging 21 februari 2023
Deadline 1 januari 2026
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering
Kamerleden G. Prins (CDA)
Commissie commissie voor Digitalisering (DIGI)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen communicatie
digitale overheid
erkenning
Europa
inlogmiddelen
Kamerstukken Novelle Wet digitale overheid (35.868)
Wet digitale overheid (34.972)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 20, item 8 - blz. 7-8

Mevrouw Prins (CDA):

“Ik heb nog een aanvullende vraag. Ik ga uit van wat u net zei. Dat betekent dus dat de burger straks kan kiezen. Maar hoe weet de burger dan dat er bepaalde inlogmiddelen door de Nederlandse overheid zijn gecheckt, gescreend, getoetst et cetera, en dat dat bij bijvoorbeeld een inlogmiddel uit — ik noem een heel ander land — Roemenië of Bulgarije niet het geval is? Hoe zorgen we ervoor dat de burgers weten waar ze dan tussen kiezen?”

Staatssecretaris Van Huffelen:

“Het superformele antwoord is: het wordt gepubliceerd in het Staatsblad. Dat zegt natuurlijk wel iets. Dat zegt iets over het feit dat wíj die erkenning hebben gedaan. Maar ik denk dat het van belang is dat wij aan Nederlanders ook duidelijk maken welke inlogmiddelen door ons erkend zijn, gecheckt zijn enzovoort, enzovoort. Ik hecht er dus wel aan dat Nederlanders weten welke van die inlogmiddelen ook door de Nederlandse toezichthouder, in dit geval de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, extra zijn gecheckt.”

Mevrouw Prins (CDA):

“Mag ik zover gaan dat u een duidelijke toezegging geeft dat u voor het brede publiek uitdrukkelijk gaat communiceren welke inlogmiddelen door Nederlandse autoriteiten zijn gekeurd? En kunnen we wellicht zelfs denken aan een keurmerk?”

Staatssecretaris Van Huffelen:

“Er ís dus een keurmerk, want je bent pas erkend als je dat keurmerk hebt. Je wordt pas gepubliceerd en toegelaten in Nederland als onderdeel van het Europese stelsel als je dat keurmerk hebt. Maar ik denk dat het goed is dat we twee dingen doen. We moeten gewoon laten zien welke van die inlogmiddelen in Nederland erkend zijn, zodat het voor de Nederlandse burger helder is dat er een toets gedaan is, en niet alleen maar dat die toets is gedaan door een Nederlandse partij. Nogmaals: dat laat onverlet dat er ook andere partijen toegelaten moeten worden.”

Mevrouw Prins (CDA):

“De laatste keer. Ik zou toch graag de toezegging horen dat heel uitdrukkelijk wordt aangegeven, inclusief criteria, op grond waarvan wij de bepaalde Nederlandse inlogmiddelen goedkeuren, dus niet alleen DigiD, maar ook inlogmiddelen van private aanbieders.”

Staatssecretaris Van Huffelen:

“Dat doe ik graag. Als we een inlogmiddel erkennen, vind ik het namelijk belangrijk dat we ook aangeven waarom we dat doen, en dat is dus op basis van de vereisten die we in deze wet vastleggen.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 20, item 8 - blz. 23

Mevrouw Prins (CDA):

(…)

“Ik heb als toezegging van de staatssecretaris genoteerd dat er extra aandacht wordt gegeven aan de communicatie, maar ik wil dit hier nog even extra benadrukken, omdat ik denk dat dit cruciaal is, ook voor de toekomst.”


Brondocumenten


Historie