T03387

Toezegging Controle NVWA levende have (35.734)



De minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe om aan de minister van Landbouw, Natuur en Visserij te vragen om te reflecteren op de gang van zaken rondom de controles door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij levende have en de Kamer na dit beraad te informeren over de uitkomsten.


Kerngegevens

Nummer T03387
Status voldaan
Datum toezegging 12 april 2022
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden mr. B.O. Dittrich (D66)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen levende dieren
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Kamerstukken Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud (35.734)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 25, item 3– blz 9-10 .

De heer Dittrich (D66):

Ik heb een vraag over de controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bij levende have, dus bij dieren. Ik heb begrepen dat er tijdens de pandemie eigenlijk geen controles bij fokkers van konijnen, honden en katten plaatsvonden. Dat gaat nu weer opgepikt worden, na corona, heb ik begrepen. Als er misstanden gezien worden — helaas zijn er in de sector nogal wat misstanden als het gaat over dierenwelzijn — wordt een waarschuwing gegeven, maar worden er geen boetes opgelegd. Mijn vraag aan de minister is of dat een juiste waarneming is. Zo ja, vindt u dat een goede gang van zaken, of denkt u dat er met meer kracht controle op het dierenwelzijn uitgeoefend moet worden door de controleurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit?

Minister Weerwind:

Ik kan over de uitspraak over de COVID-19-periode en de controles door de autoriteit die u aangaf niet met u meespreken, of het tegenspreken. Die kennis ontbreekt mij op dit moment. Ik kan wel mijn eigen mening weergeven. Ik zal dit bespreken met mijn collega, de minister van Landbouw, Natuur en Visserij. Daarbij zal ik hem hiernaar vragen. Ergens spreek ik ook vanuit mijn praktijkervaring als voormalig burgemeester van een gemeente die een grotere koeiendichtheid dan mensendichtheid had. Daarbij ben ik in het verleden ook geconfronteerd met misstanden op de boerderij, met dieren, waarbij het niet moest blijven bij een waarschuwing, maar je meteen óf de veestapel moest weghalen óf een fikse boete moest geven, afhankelijk van of de boer eenmalig of meerdere keren in overtreding was geweest. Dat is de praktijkervaring en de kennis die ik heb. Ten aanzien van de toekomst kan ik het volgende aangeven. Iedere keer moet je maatwerk bieden en kijken waar je het over hebt en welk leed is aangedaan. Op grond daarvan kan je kiezen voor een waarschuwing, maar ik kan me ook voorstellen dat je een boete kiest of zelfs nog erger.

De heer Dittrich (D66):

Mag ik de minister vragen om na het overleg met de minister van Landbouw de Kamer te informeren over de uitslag van dat beraad, zodat wij eventueel verdere stappen kunnen ondernemen?

Minister Weerwind:

Dat zeg ik toe.


Brondocumenten


Historie