T01233

Toezegging De Eerste Kamer zal nadere informatie ontvangen over de uitvoering van de sociale vormingsplicht. De voogdijregeling zal hierbij betrokken worden (32.282)



De Minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Linthorst (PvdA) en Quik-Schuijt (SP), toe dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het voornemen heeft om voor het einde van het jaar nadere informatie aan de Kamer te doen toekomen over de uitvoering van de sociale vormingsplicht. De voogdijregeling zal hierbij betrokken worden.


Kerngegevens

Nummer T01233
Status voldaan
Datum toezegging 28 september 2010
Deadline 1 januari 2011
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden drs. M.Y. Linthorst (PvdA)
mr. A.C. Quik-Schuijt (SP)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen sociale vormingsplicht
voogdijregeling
Kamerstukken Wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES (32.282)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 1 - blz. 3

Linthorst (PvdA):

Mijn fractie meent dat er met de nieuwe staatkundige verhoudingen ook ruimte moet zijn voor een volwassen overleg over deze problematiek. Dit overleg zou wat mijn fractie betreft moeten gaan over het reguleren van de immigratie. Het uitzetten van jongeren naar het eiland van herkomst is wat mijn fractie betreft niet aan de orde, maar dan moet het reguleren van de immigratie wel handen en voeten krijgen. Om te beginnen zouden de bestaande afspraken gehandhaafd moeten worden. Die bestaande afspraken houden in dat jongeren alleen naar het Nederlandse deel van het Koninkrijk kunnen reizen, als zij de sociale vormingsplicht hebben doorlopen en zij in Nederland beschikken over een voogd.  Het is een publiek geheim dat daarop bij vertrek geen enkele vorm van controle is. Welke stappen gaat de minister zetten om deze afspraken eindelijk inhoud te geven? En, niet onbelangrijk, welke stappen gaat de nieuwe regering van het toekomstige autonome land Curaçao zetten om jongeren op het eigen eiland meer perspectief te bieden?

Handelingen I 2010-2011, nr.1 - blz. 6

Quik-Schuijt (SP):

Deze opmerking van de minister is interessant in verband met het steeds terugkerende zogenaamde ″Antillianenprobleem″. In dat verband kom ik nog even terug op de sociale vormingsplicht (SVP) en de voogdijprotocollen voor Antilliaanse jongeren. Aan de Tweede Kamer is op 7 september jongstleden toegezegd, nadere informatie te verschaffen over de SVP. Wij zouden die informatie ook gaarne rechtstreeks ontvangen. Kan de minister daarvoor zorgen? Ook over de naleving van de voogdijprotocollen zouden wij gaarne  nadere informatie ontvangen. Daarmee sluiten wij aan bij het pleidooi van de PvdA om niet te denken in termen van terugsturen, maar in termen van het regelen van de immigratie uit het land van herkomst.

Handelingen I 2010-2011, nr. 1 - blz. 20

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw Linthorst en mevrouw Quik hebben vragen gesteld over de sociale vormingsplicht. Mevrouw Linthorst vroeg welke stappen gezet zullen worden om de gemaakte afspraken nu eindelijk inhoud te geven en welke stappen de regering van het nieuwe land Curaçao gaat zetten om jongeren meer perspectief op het eiland zelf te bieden. Het is van belang om onderscheid te maken tussen de sociale vormingsplicht en de voogdijregeling. De voogdijregeling functioneert naar behoren. De minister voor Jeugd en Gezin heeft de Kamer hierover in augustus 2008 geïnformeerd. Wat de sociale vormingsplicht betreft, wil ik beklemtonen dat dit beleid van de regering van de Nederlandse Antillen is. Dat zei ik net al naar aanleiding van de opmerkingen van mevrouw Linthorst. Dit is erop gericht, de jongeren in de leeftijd van 16 tot 24 jaar een tweede kans te geven. Nederland levert daaraan een bijdrage via het Samenwerkingsprogramma onderwijs en jongeren. Er zijn geen afspraken gemaakt over de inzet van de sociale vormingsplicht als migratieregulerende maatregel. Het is wel onze bedoeling dat die helpt situaties te  voorkomen als waar mevrouw Linthorst net op doelde.

Handelingen I 2010-2011, nr. 1 - blz. 20

Quik-Schuijt (SP):

Ik heb uiteraard de door de minister genoemde brief erop nagelezen, maar daarin staat niets over de voogdijregeling. Vandaar dat ik daar nog aanvullend naar vroeg.

Handelingen I 2010-2011, nr. 1 - blz. 21

Minister Hirsch Ballin:

Aan mevrouw Linthorst en mevrouw Quik-Schuijt kan ik nog melden dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het voornemen heeft om voor het eind van het jaar nadere informatie aan de Tweede en Eerste Kamer te doen toekomen over de uitvoering van de sociale vormingsplicht. Dit kan meteen een goed voertuig zijn voor wat ik net zei over het onder de aandacht brengen van de wens ten aanzien van de sociale vormingsplicht en de voogdijregeling.


Brondocumenten


Historie