T00510

Toezegging Definitie terrorismebegrip (30.164)



Minister Hirsch Ballin zegt toe met de AIVD te zullen spreken over de te hanteren definitie van het begrip terrorisme.


Kerngegevens

Nummer T00510
Oorspronkelijke nummer tz_JUST_2007_6
Status voldaan
Datum toezegging 7 november 2006
Deadline 1 januari 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie
Kamerleden mr. R.H. van de Beeten (CDA)
Commissie commissie voor Justitie (Just.)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen terrorisme
Kamerstukken Verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven (30.164)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 5 – 216

Blz. 220

(…)

Minister Hirsch Ballin: Een meer algemeen punt dat de heer Van de Beeten in relatie tot het begrip aanwijzingen aan de orde stelde, betrof het verschil in werkdefinities die men tegenkomt in de verschillende wettelijke regelingen in de context van de AIVD en van de opsporings- en vervolgingsautoriteiten.

De heer Van de Beeten (CDA): Ik heb de minister erop gewezen dat de definitie die in het Wetboek van Strafrecht wordt gehanteerd afwijkt van de definitie die de AIVD in zijn jongste rapport over de jihadistische dreigingen hanteert. Dat lijkt mij een belangrijk punt. (…) Het gaat mij erom dat de AIVD voor haar werkzaamheden blijkens het jongste rapport een definitie van het begrip ’’terrorisme’’ hanteert die inhoudelijk afwijkt van het begrip dat wij hanteren in het Wetboek van Strafrecht. Wanneer wij zeggen dat wij strafvorderlijk van aanwijzingen uit de hoek van de AIVD gebruik gaan maken die behelzen dat er een terroristisch misdrijf is of zal worden gepleegd, moet dat natuurlijk wel gerelateerd zijn aan de definitie van het begrip ’’terrorisme’’ in het Wetboek van Strafrecht. Anders krijgen wij voor een deel informatie niet die wel relevant is voor het strafvorderlijk onderzoek en krijgen wij voor een deel informatie waarvan wij denken dat die terroristisch van aard is, terwijl de AIVD een ruimer begrip hanteert dan het Wetboek van Strafrecht. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Vandaar mijn vraag aan de minister om dit met zijn collega van BZK te bespreken en om nog eens in een brief aan ons uit te leggen hoe dit probleem zal worden opgelost. Anders hebben wij te maken met een lastig probleem voor de hanteerbaarheid van dit wetsvoorstel.

Minister Hirsch Ballin: Ik begrijp het punt. Het gaat dus niet om de wettelijke  omschrijvingen waaraan men zich moet houden maar om de werkdefinitie, die blijkens uitgegeven publicaties door de AIVD wordt gehanteerd. Ik zal op dit punt bij de eerstkomende gelegenheid de aandacht vestigen. Om de nadere vraag van de heer Van de Beeten voor te zijn wanneer die eerstkomende gelegenheid zich zal voordoen, voeg ik hieraan toe dat dat binnen het komend etmaal zal zijn.


Brondocumenten


Historie