T03429

Toezegging Evaluatie (35.455/35.670)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Koole (PvdA) en Baay-Timmerman (50PLUS), toe om de evaluatie van de eerste stemming met model 2 aan de Kamer te sturen. Na deze evaluatie zal de minister de mogelijke vervolgstappen afwegen, waaronder de mogelijkheid om na bevredigend resultaat niet meer te experimenteren met model 1. Voorts zal de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen met de Kamer worden gedeeld.


Kerngegevens

Nummer T03429
Status openstaand
Datum toezegging 24 mei 2022
Deadline 1 augustus 2024
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Mr. M.H.H. Baay-Timmerman (50PLUS)
Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen stembiljetten
verkiezingen
Kamerstukken Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35.670)
Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35.455)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 29, item. 10, p. 10.

De heer Koole (PvdA):

Omdat de minister naar het volgende blokje gaat, nog even een vraag over die modellen. Een van de vragen die ik had gesteld, was hoe lang we doorgaan met het experimenteren met model 2. Als dat niet succesvol zou blijken te zijn, is er dan nog voldoende tijd om binnen de wettelijke termijn, die maximaal tien jaar is, geloof ik, nog te experimenteren met model 1? Wanneer houdt het op? Is er dan nog voldoende tijd over voor een eventueel ander model?

Minister Bruins Slot:

Die verwachting heb ik wel. Sowieso wil ik de evaluatie van de eerste stemming met model 2 met deze Kamer delen, dat wilde ik nog zeggen. Dat lijkt me ook het geëigende moment om met de Kamer het gesprek aan te gaan over het verder doorontwikkelen van model 1.

De heer Koole (PvdA):

Dus ik begrijp het goed dat de minister na het experiment met model 2, wat de uitkomst ook is, altijd opnieuw het gesprek aangaat met beide Kamers?

Minister Bruins Slot:

Ik wil in ieder geval de evaluaties aan de Kamer toesturen. Dan is het natuurlijk aan de Kamer om wel of niet daarover met mij in gesprek te gaan.

(…)

Handelingen I 2021/22, nr. 29, item. 10, p. 11.

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

Ik had de minister ook nog gevraagd of ze, mocht uit de evaluatie blijken dat model 2 eigenlijk zeer succesvol is, dan bereid is om model 1 volledig te schrappen. Of blijft dat altijd nog boven de markt hangen?

Minister Bruins Slot:

Ik heb net toegezegd dat ik na het eerste experiment en de evaluatie zal wegen welke vervolgstappen ik ga zetten. Daar wil ik niet op vooruitlopen. De conclusie kan bijvoorbeeld ook zijn dat ik het eerste model niet meer test, omdat het tweede model gewoon goed gaat. Maar in deze fase wil ik dat eigenlijk nog niet geheel uitsluiten, omdat we natuurlijk eerst in de praktijk moeten kijken hoe het werkt.

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

Uit de woorden van de minister begrijp ik dat zij altijd nog de mogelijkheid wil behouden om model 1 ook in te voeren of daarmee te experimenteren, maar ik denk toch — ik weet niet in hoeverre de minister dat met mij eens is — dat dat een veel gecompliceerdere structuur vergt dan model 2.

Minister Bruins Slot:

Er is inderdaad een geëigende reden waarom we met model 2 beginnen. Dat is tot nu toe het beste beproefd en getest en heeft de beste basis. Wanneer niet alleen ik als minister, maar ook de Kamers concluderen dat model 1 eigenlijk geen toekomstbestendig model is, dan kunnen we altijd de AMvB weer wijzigen, maar ik wil in deze fase niet zeggen dat ik model 1 schrap. Het is namelijk ook aan de Kamer om een afweging over deze wet te maken. Om het samen te vatten: we beginnen met model 2 en als blijkt dat model 1 niet nodig is, kunnen we dat altijd uit het experimentenbesluit halen.

De heer Koole (PvdA):

Toch even voor de duidelijkheid. Ik had uit de beantwoording van de schriftelijke vragen begrepen dat als model 2 succesvol is, er dus niet meer wordt overgegaan naar model 1. De minister leek nu nog open te houden of dat dan nog moet. Het kan niet meer worden gedaan. Maar uit de beantwoording van de vragen heb ik begrepen dat als model 2 succesvol is, er verder niet meer wordt geëxperimenteerd.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Als inderdaad uit de eerste experimenten blijkt dat model 2 succesvol is, ben ik niet van plan om model 1 in te zetten. Ik kan in deze fase natuurlijk nog niet voluit concluderen dat model 2 succesvol is. Ik zeg ook tegen deze Kamer dat model 1 nog niet in het experimentenbesluit zit dat ik voor ga leggen. Ik kom met het experimentenbesluit alleen met model 2 naar de Kamer toe.

(…)

Handelingen I 2021/22, nr. 29, item. 10, p. 13.

Minister Bruins Slot:

Dan kom ik bij een aantal algemene vragen die verder zijn gesteld over de samenhang van de diverse wetsvoorstellen. Ik wil toezeggen aan deze Kamer dat ik de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen ook aan deze Kamer stuur. Dan zal ik iets zeggen over de samenhang van de voorstellen die in de Verkiezingsagenda 2030 zitten, om daar een beeld van te geven. Daarbij geldt sowieso dat we bij de diverse wetsvoorstellen naar elkaar verwijzen welke verschillende verhoudingen die hebben.


Brondocumenten


Historie