T01613

Toezegging Eventuele tegenstrijdigheden Gids en ARW bezien en prevaleren wet opnemen in voorwoord (32.440)



De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Reuten, toe om de Gids Proportionaliteit en het ARW nog eens minutieus naast elkaar te leggen om te bezien of er ergens nog tegenstrijdigheden te vinden zijn, alsmede om een voorwoord te maken voor het ARW waarin is opgenomen dat artikel 1.4 van het wetsvoorstel prevaleert boven artikel 3.4 van de gids.


Kerngegevens

Nummer T01613
Status voldaan
Datum toezegging 23 oktober 2012
Deadline 1 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Aanbestedingsreglement Werken
ARW
Gids Proportionaliteit
Kamerstukken Aanbestedingswet 20.. (32.440)


Uit de stukken

Handelingen I 2012/13, nr. 4 - blz. 46-47

De heer Reuten (SP):

(..) Ik dank de minister voor de toezegging dat bij strijdigheid van de richtsnoeren en de wet, de wet altijd voorrang heeft. Eigenlijk zou je dat niet hoeven te zeggen, maar het is goed dat het hier nog eens wordt vastgelegd. In het bijzonder prevaleert artikel 1.4 van het wetsvoorstel boven voorschriften 3.4a en 3.4b van de gids.

Een groot aantal zaken die ik daarstraks naar voren heb gebracht, betreft geen politieke punten, maar meer punten waarbij het wetsvoorstel wringt met de AMvB en de richtsnoeren. Dat ligt aan het wetgevingsproces. Er zit een leemte in de verhouding tussen de regering en de Tweede Kamer. Dat gaat met name over al die delegatieproblemen. Wat gebeurt er namelijk? In een vrij late fase in het proces aan de overkant kwamen er allerlei amendementen. Om de een of andere reden neemt de regering geen tijd om die amendementen te verwerken in het wetsvoorstel. Daar wringt het. Als er na indiening van amendementen tijd genomen wordt om nog eens het hele wetsvoorstel door te lopen op consistentie met die amendementen, dan is er een heleboel te herstellen. Dat is een suggestie.

Wij hebben gesproken over de status van de gids en het ARW. Ik vraag de minister om het voorwoord van de gids toch nog eens te lezen. Daarin staat: wat hier volgt, is de opvatting van de leden van de schrijfgroep; de leden van de schrijfgroep bevelen u het volgende van harte aan. Dat klinkt niet als een voorschrift. De lezer van zo'n gids wordt dan op het verkeerde been gezet. Er staat niet zoiets van: dit moet je dwingend uitvoeren, zoals besproken. Ik vraag de minister om dat voorwoord nog eens samen met de schrijfgroep door te nemen.

Het ARW is niet dwingend voor diensten en leveringen. De minister heeft toegezegd dat hij dat in het voorwoord en het communiqué zal opnemen. Het is wel een beetje lastig als je in het voorwoord van het ARW gaat stellen: hetgeen volgt, is niet dwingend voor diensten en leveringen. Maar dat moet dan maar, want zo is het.

Ik blijf problemen houden met de keuze voor het soort aanbestedingen in de gids. Wij hebben daar straks bij interruptie van gedachten over gewisseld. Ik heb daarover ook even met de heer Franken overlegd. Het gaat hierbij met name om voorschriften 3.4a en 3.4b. Als de voorschriften echt ook zouden gaan over de procedurekeuze en niet slechts over de eisen aan inschrijving en inschrijvers, dan had dat onder artikel 1.4 geplaatst moeten zijn. Dat blijft onduidelijk voor mij. Ik vraag de minister om daar nog wat over te zeggen.

Ik blijf zorgen houden over de juridisering als gevolg van dit alles. Ik vraag de minister daar binnenkort een nulmeting van te doen. Hoe gaat het nu? Wat is het huidige aantal juridische procedures? Kan hij vervolgens bijhouden hoeveel het er zijn de komende twee jaar?

Dan kom ik op de kwestie van de aanbestedende dienst en de aanbesteder in het ARW. De minister heeft toegezegd dat hij daar in zijn tweede termijn nog wat over zal zeggen; dat wacht ik af. Het lijkt mij verstandig om ergens in de AMvB op te nemen dat bij strijdigheid tussen de gids en het ARW een van de twee voorrang heeft. Dat voorkomt problemen. Vanwege de ervaring met voorgangers van het ARW zou ik zeggen dat het ARW voorrang zou moeten krijgen.

Handelingen I 2012/13, nr. 4 - blz. 50-51

Minister Verhagen:

(..) De heer Reuten wijst ook op een tegenstrijdigheid tussen de Gids Proportionaliteit en het ARW. Zou niet in de AMvB bepaald moeten worden dat dan het ARW voorgaat? Welnu, het is niet mogelijk om dat in de AMvB te bepalen, want daarvoor is geen wettelijke basis geschapen in het wetsvoorstel dat wij vandaag bespreken. Als er verschillen zijn tussen het ARW en de Gids Proportionaliteit – over één daarvan waren wij het eens, namelijk de aantallen drie tot vijf en twee tot zes – moeten die worden bijgesteld. Ik heb ook toegezegd dat het ARW op dat punt zal worden aangepast. Het wetsvoorstel biedt ook de ruimte om dat te doen. De heer Reuten zei dat er op meer plaatsen verschillen voorkomen. Wat ik hem toezeg, is dat ik de Gids Proportionaliteit en het ARW nog eens minutieus naast elkaar zal leggen. Ik zal alle pagina's doorakkeren om te bezien of er ergens nog tegenstrijdigheden zijn die ik, ondanks het voortreffelijke werk dat mijn ministerie, het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft geleverd, gemist zou hebben. Die eventuele tegenstrijdigheden moeten dan worden weggenomen. Ik vind dat de heer Reuten op zichzelf genomen terecht wijst op het feit dat wij wel een logische samenhang moeten hebben in die dingen. Ik neem dit mee in de aanpassingen die ik eventueel zal doorvoeren naar aanleiding van het advies van de Raad van State. Dat staat echter los van het wetsvoorstel dat voorligt. Het gaat om de AMvB en de gids, en er is op zich geen reden om de stemming op te houden, zeg ik van mijn kant. Nogmaals, artikel 1.4 van het wetsvoorstel prevaleert boven artikel 3.4 van de gids.

De heer Reuten (SP):

Kunt u ook toezeggen om in de inleiding van het ARW duidelijk te maken wat u zojuist hebt gezegd?

Minister Verhagen:

Ik wil dat best doen. Ik heb het ARW niet geschreven, en mijn ministerie heeft dat net zo min gedaan. Maar los daarvan: wij maken er een goed voorwoordje voor.


Brondocumenten


Historie