T01660

Toezegging Kamer informeren over KEI-programma (32.450)



De Minister van Veiligheid & Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Engels, toe de Kamer in februari over het KEI-programma te informeren. 


Kerngegevens

Nummer T01660
Status voldaan
Datum toezegging 11 december 2012
Deadline 1 maart 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden prof. mr. J.W.M. Engels (D66)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen KEI
Kamerstukken Wet aanpassing bestuursprocesrecht (32.450)


Uit de stukken

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 40

De heer Engels (D66): Ik kom nu op een algemene visie op het bestuursrecht en het bestuursprocesrecht. Inmiddels is er naar onze mening een terechte behoefte aan een meer algemene visie op de plaats, de functie en de ontwikkeling van het bestuursrecht, mede in de verhouding met het strafrecht en het privaatrecht. Dat is met het oog op de eenheid van het recht bij uitstek een verantwoordelijkheid van de wetgever.

Wij hebben echter de indruk dat de regering een fundamentele discussie over en een herbezinning op de aard en functie van een modern bestuurs- en bestuursprocesrecht uit de weg gaat, hoewel er toch een aantal niet onbelangrijke ontwikkelingen heeft plaatsgevonden. Ik wijs bijvoorbeeld op de vraag naar de afnemende functie van het Awb-procesrecht ten dienste van de handhaving van het objectieve recht, de introductie van meer civiele trekken in het bestuursrecht door bijvoorbeeld meer vanuit het model van procespartijen te werken, de gevolgen van het meer vooropstellen van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en de door dit alles veranderende procespositie van de rechtzoekende burger. Graag vraag ik de minister of hij bereid is te bezien in hoeverre aan deze behoefte aan een fundamentele en systematische reflectie tegemoet gekomen kan worden.

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 61

Minister Opstelten: Over de modernisering van het bestuursrecht wil ik ook een aantal woorden zeggen. Zoals ik nog verder zal toelichten, is dit wetsvoorstel een belangrijke stap in de modernisering van het bestuursrecht. Aan die modernisering wordt overigens nog verder gewerkt. Ik noem het programma Kwaliteit en Innovatie van de Rechtspraak (KEI), waarin ik met de Raad voor de rechtspraak samenwerk om de procedures in het burgerlijk procesrecht en het bestuursprocesrecht verder te vereenvoudigen en ook te versnellen. Het programma is ook gericht op het verder digitaliseren van de rechterlijke procedures. Ik verwijs ook naar het regeerakkoord op dit punt.

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 62

De heer Engels (D66): De minister schetst hoe wij met het algemeen bestuursrecht zijn begonnen en dat wij jaren hebben ingespeeld op wensen uit de praktijk. Mijn verzoek aan de minister om te kijken of wij langzamerhand niet eens moeten reflecteren op wat nu als een tussenresultaat voorligt, is ingegeven door de zorg dat het bestuursrecht en het bestuursprocesrecht voor de burgers een beetje overzichtelijk en hanteerbaar moeten blijven. Voor doorgewinterde juristen is er altijd wel een uitkomst. De vraag is wanneer dat moment is gekomen. Wij hebben heel veel wetgeving tot stand gebracht en daaraan doe ik niets af. Daar waren goede redenen voor en mijn fractie heeft er altijd mee ingestemd.

In het wetsvoorstel zitten elementen van de zorg voor de rechtseenheid. Dat vind ik een terecht punt. Wij spreken vanuit onze rol en verantwoordelijkheid binnen het wetgevend orgaan. Vraagt de zorg voor de rechtseenheid niet op zijn minst om eens te reflecteren op de vraag wanneer het moment is gekomen om te kijken of er qua systematiek niet meer harmonisatie zou moeten komen? Dat is de achtergrond van mijn vraag.

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 62-63

Minister Opstelten: Ik heb dat goed begrepen en heb er iets over gezegd in mijn antwoord op dit gedeelte van het betoog van de heer Engels. Op enig moment moet je, nadat wij het hier nog een keer buitengewoon goed hebben afgewogen, in zo'n proces, dat nu bij de eindstreep is als wetgever een besluit nemen over dit wetsontwerp. Dit is dan ook het moment van reflectie. Dan kun je vervolgens vragen of je bereid bent om een fundamentele herbezinning te geven op de ontwikkeling van het bestuursrecht en op de uitgangspunten van het bestuursprocesrecht. Een uitgebreide visie is neergelegd in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. Daaraan is door vriend en vijand gewerkt en die is door vriend en vijand tegen het licht gehouden. Ook daar zijn wij niet over één nacht ijs gegaan. Verschillende bewindspersonen hebben daarvoor verantwoordelijkheid gedragen en ook willen dragen. Telkens waren er evaluatiemomenten, zoals ik aan het begin van mijn betoog heb gezegd. Een verdere visie wordt ontwikkeld in het programma Kwaliteit en Innovatie van de Rechtspraak. Daarin staat ook de verdere modernisering van het bestuursrecht prominent op de agenda. Bij de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer heb ik gezegd dat de Eerste Kamer, net zoals de overburen, daarover in februari wordt geïnformeerd. Met dit punt geef ik de wijze waarop ik omga met de inzet die ik wil plegen aan.

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 63

Minister Opstelten: Er is dus een modernisering van het bestuursrecht aan de orde en ik zal dat hier natuurlijk verder brengen. Ik zal de Kamer in februari over het KEI-programma – ik mag die afkorting wel hanteren – informeren.

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 71

De heer Engels (D66): Het eerste betreft mijn vraag naar de algemene visie op het bestuursrecht. Het is heel karaktervormend dat de minister niet meteen zegt: dat gaan wij doen. Ik had daarmee rekening gehouden. Mijn punt is dat ik graag had gehoord dat de minister de zorg deelt voor het belang dat wij als wetgevend orgaan naar de kwaliteit en de eenheid van rechtsontwikkelingen kijken. Ik heb begrepen dat de minister deze zorg van mijn fractie deelt. Ik kende het KEI-project niet. Dat heeft diepe indruk op mij gemaakt. Alles wat met innovatie te maken heeft, beoordeel ik meteen positief. Dus over kwaliteit en innovatie van het procesrecht worden wij in februari aanstaande net als de Tweede Kamer geïnformeerd. Ik ben heel benieuwd. Die ruimte geef ik dan ook vanuit de gedachte dat de minister de zorg met mijn fractie deelt. 


Brondocumenten


Historie