T02156

Toezegging Locatie windmolens (34.300)



De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Brinkman (CDA), toe een afschrift van de brief van de minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer over de locatie van windmolens op zee ook aan de Eerste Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T02156
Status voldaan
Datum toezegging 13 oktober 2015
Deadline 1 januari 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Algemene Zaken
Kamerleden Mr.drs. L.C. Brinkman (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen windenergie
windmolen
zee
Kamerstukken Miljoenennota 2016 (34.300)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 3 - blz. 4

De heer Brinkman (CDA): Wie de wereld wil verbeteren, moet met gezond verstand bij zichzelf beginnen. Uiteraard is het niet gemakkelijk om burgers, aandeelhouders en belanghebbenden daadwerkelijk meer voor eigen rekening en risico te laten verantwoorden in ruil voor echte lastenverlichting en -vereenvoudiging. Dat is wel de enige juiste weg, maar die blijft nu nog te veel achter de ten onrechte met windmolens gebarricadeerde horizon verborgen. Hoe staat het trouwens met de toezegging van het kabinet om na te gaan hoe die nieuwe energiebron verder weg op zee kan worden geplaatst of moeten we vrezen dat ook dit een loze toezegging is? Overal in de wereld baggeren Nederlanders ruimte op zee. Rijen windmolens langs de Afsluitdijk zouden ons in deze nieuwe tijd trots maken als Rembrandt destijds op zijn vader, maar nee, het kabinet strooit ze liefst overal zwaar gesubsidieerd rond. Let op, dat leidt tot erosie van draagvlak onder ook dit beleid!

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 41-42

De heer Rutte: Dan kom ik op de windmolens. Ik kan de Kamer melden dat tijdens de wetsbehandeling van de Wet windenergie op zee minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft toegezegd deze Kamer te informeren over het tijdschema voor het aanwijzen van de locaties in het gebied Hollandse kust en over de relatie met de evaluatie van het energieakkoord. Dat heeft hij in de brief van 19 juni aan de Eerste Kamer gedaan. De gebieden uit de routekaart voor windenergie op zee, waaronder gebieden voor de kust van Noord- en Zuid-Holland, zijn geselecteerd omdat daar windenergie tegen de laagste kosten gerealiseerd kan worden. Ga je wat verder weg liggen, dan kost dat 1,2 miljard euro extra. Er is simpelweg geen goedkoper alternatief. Wij hebben ook de bedrijven Siemens en Van Oord gevraagd om een onderbouwing. Ook die tonen aan dat de kosten van wind op zee in het gebied IJmuiden lager uitvallen dan in de gebieden voor de Hollandse kust. Nu er dus geen onderbouwd alternatief op tafel ligt, is het voornemen van de ministers van EZ en I en M om door te gaan met de ruimtelijke procedure voor het aanwijzen van de twee smalle stroken voor Zuid- en Noord-Holland op ten minste 10 nautische mijl uit de kust. Hiervoor wordt een rijksstructuurvisie aanvulling Hollandse Kust opgesteld, die begin volgend jaar ter inzage wordt gelegd. Dan kan iedereen zijn zienswijze daarop geven.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 49

De heer Brinkman (CDA): Dat geldt ook voor de kwestie van de locatiekeuzes voor energiewinning op zee. De minister van EZ heeft hier een toezegging gedaan bij de behandeling van het desbetreffende wetsontwerp een paar maanden geleden, namelijk dat hij met zijn voorgenomen keuze nog terugkomt naar deze Kamer en waarschijnlijk ook naar de overzijde. Nu zegt de minister-president dat het kabinet vast dicht bij de kust aan de slag gaat. Ik raad dit echt af; de minister-president moet zorgvuldiger omspringen met de toezeggingen die gedaan zijn. Ik heb niet voor niets gezegd dat wij geen stemvee zijn. Binnenkort komt er nog weer iets met Eneco en DELTA; ik noem het maar als voorbeeld. Wees nou voorzichtig met die vluggertjes.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 60-61

De heer Rutte: De heer Brinkman maakte een opmerking over de windmolens op zee. Er was waarschijnlijk sprake van een misverstand. Ik heb het nog even ambtelijk laten checken. Er was — als het iets anders is, dan hoor ik het graag — in de Tweede Kamer een discussie geweest met het CDA om op basis van informatie van het bedrijfsleven, van windmolenbouwers als Siemens en Van Oord, te bekijken wat de meerkosten zouden zijn van windmolens op zee op locatie IJmuiden Ver. Die zouden veel minder zijn dan de door minister Kamp van Economische Zaken gestelde meerkosten van 1,2 miljard. Dat betreft de meerkosten ten opzichte van de locaties dichter bij de kust. Kamp heeft daarop in de Kamer toegezegd dit te laten onderzoeken. Hij heeft de bedrijven Siemens en Van Oord gevraagd om de claim van het CDA te onderbouwen. De bedrijven bleken deze onderbouwing niet te kunnen leveren. Daarover is een brief aan de Kamer gestuurd. Als het diezelfde kwestie betreft, was dat de bedoeling van mijn antwoord. Als het een andere kwestie is, dan stel ik voor dat ik het opnieuw ga uitzoeken en er later op terugkom.

De heer Brinkman (CDA): Minister Kamp heeft toegezegd om ons te informeren. Die brief heb ik niet gezien, maar dat kan aan mij liggen. Ik zal dat natrekken. Als daar behoefte aan zou zijn, zouden we die bespreken. Dat er behoefte aan is, sluit ik niet uit.

Minister Rutte: Oké. Er zou inmiddels een brief daarover aan de Kamer zijn gestuurd. Ik zal checken of daarvan een afschrift aan de Eerste Kamer is gestuurd. Zo niet, dan zal ik alsnog regelen dat dit gebeurt opdat daar ook in de Eerste Kamer nog nader over gesproken kan worden. Is dat een toezegging?

De heer Brinkman (CDA): Op basis van die nadere brief, ongeacht of die er al is of nog komt, zou er nog een discussie kunnen zijn over de definitieve locatiekeuze. Dat is toegezegd. De minister heeft uiteraard recht op zijn opinie, maar daar moet nog wel een debat over komen.

Minister Rutte: Dat laatste is mij niet bekend. Daar zit waarschijnlijk het misverstand. We zorgen in ieder geval dat er een afschrift van de brief van Kamp aan de Tweede Kamer naar de Eerste Kamer gaat. We wijzen de minister van Economische Zaken nog even op het feit — hij is er vanavond niet bij wegens andere verplichtingen — dat hier het gevoel leeft dat hij toegezegd zou hebben, en ik neem aan dat dit het geval is, dat er in de Eerste Kamer nog gesproken zou kunnen worden over de locatiekeuze. We gaan het even helemaal uitzoeken opdat het procedureel goed loopt.


Brondocumenten


Historie