T00464

Toezegging Mandatering strafbeschikkingsbevoegdheid (29.849)



De minister van Justitie zegt toe dat bij de implementatie van het wetsvoorstel nader zal worden bezien in hoeverre de strafbeschikkingsbevoegdheid van de officier van justitie, zeker in de middelzware categorie van zaken, al dan niet kan worden gemandateerd aan bij het parket werkzame ambtenaren. Het zal nader besproken worden in het College van PG’s en de minister zal rapporteren over de uitkomsten.


Kerngegevens

Nummer T00464
Oorspronkelijke nummer tz_JUST_2006_10
Status voldaan
Datum toezegging 4 juli 2006
Deadline 1 januari 2010
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie
Kamerleden mr. A. Broekers-Knol (VVD)
Commissie commissie voor Justitie (Just.)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen mandatering
strafbeschikkingen
Kamerstukken Wet OM-afdoening (29.849)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 36 – 1703

Blz. 1703-1704

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): In het nader voorlopig verslag is door de VVD-fractie naar voren gebracht dat de bevoegdheid van de officier van justitie om een strafbeschikking uit te vaardigen, dusdanig ingrijpend is dat het niet juist is om deze bevoegdheid aan parketsecretarissen te mandateren. In de nadere memorie van antwoord blijkt de minister deze mening niet te delen. Wél is hij bereid om te voorzien in een transparant mandateringssysteem van

officiersbevoegdheden. Die toezegging neemt de bezwaren van de VVD-fractie niet weg. Vooral tegen het opleggen van een taakstraf of het ontzeggen van de rijbevoegdheid door parketsecretarissen blijft de VVD-fractie haar bezwaren houden. Een taakstraf is weliswaar geen vrijheidsstraf – die is voorbehouden aan de rechter – maar is toch dermate zwaar dat mandatering ervan aan parketsecretarissen naar het oordeel van de VVD-fractie niet gewenst is. Ook niet mandatering tot de grens van 120 uur, zoals op pagina 10 van de nadere memorie van antwoord wordt gesteld. Voor onder meer het opleggen van een taakstraf is er een hoorplicht van verdachte. Betekent dit dan dat de verdachte gehoord wordt door de parketsecretaris of is dit altijd de officier van justitie, omdat wellicht nog niet duidelijk is of de taakstraf onder de grens van 120 uur uitkomt? Kortom mevrouw de voorzitter, de VVD-fractie zou graag van de minister vernemen of hij bereid is om het opleggen van taakstraffen en het ontzeggen van de rijbevoegdheid uit te sluiten van mandatering aan parketsecretarissen.

Blz. 1726

Minister Donner: Ik zeg de Kamer toe dat bij de implementatie van het wetsvoorstel nader zal worden bezien in hoeverre de strafbeschikkingsbevoegdheid van de officier van justitie, zeker in de middelzware categorie van zaken, al dan niet kan worden gemandateerd aan bij het parket werkzame ambtenaren. Daarbij kan het ook gaan om boetes. Bij het voornemen in het kader van de uitwerking tot nu toe ligt de grens bij 120 uur taakstraf, waarboven in ieder geval niet kan worden gemandateerd. Ik noteer de wens van mevrouw Broekers-Knol dat dit überhaupt niet zou mogen bij een taakstraf. (…) Derhalve zeg ik u gaarne toe – zoals ik al eerder heb gedaan – dat ik zal bezien op welke wijze in het besluit meer algemeen kan worden voorzien in een transparant mandateringssysteem, waarbij duidelijk is wat wel en niet kan en bij welke grenzen. Daarbij zal ik ook de rechtspraak van de Hoge Raad betrekken, waarin de mandateringsbevoegdheid binnen de parketten ook al is onderworpen aan criteria. (…) Ik zeg u gaarne toe op welke wijze dit inzichtelijk kan worden gemaakt. Ik zal aangeven op welke wijze de jurisprudentie van de Hoge Raad erbij betrokken wordt. (…) In de tweede plaats heb ik al toegezegd dat ik na overleg met het Openbaar Ministerie zal komen tot een algemene maatregel van bestuur, waarin op basis van artikel 126 Wet op de rechterlijke organisatie een duidelijke mandateringsregeling is opgenomen voor de interne werkverdeling binnen het OM. Daarbij gaat het inderdaad om de parketsecretarissen en de wijze waarop die onder leiding en supervisie van de officier van justitie functioneren. Die algemene maatregel van bestuur zal bij de Kamers worden bekendgemaakt voordat hij wordt vastgesteld.

(…)

Blz. 1734

Minister Donner: Dan kom ik nu op de mandatering. Er heeft overleg plaatsgevonden met het Openbaar Ministerie. De criteria zijn het product van consultatie met de uitvoering, waarin uitdrukkelijk tot uitdrukking is gekomen dat ontzegging van de rijbevoegdheid niet zou moeten worden gemandateerd. Hetzelfde geldt voor gedragsvoorschriften en voor taakstraffen boven de 120 uur. De overwegingen die mevrouw Broekers naar voren heeft gebracht, zal ik nog eens bespreken met het College van procureurs-generaal. Het gaat om vrij forse straffen. Op sommige punten trekt men de lijn de ene kant op en op sommige punten de andere kant. Ik bestrijd overigens het beeld dat er binnen het Openbaar Ministerie een onderscheid wordt gemaakt in de zin dat, als het om een officier van justitie gaat, er plotseling een heel andere kwaliteit aan de orde komt dan als het om een parketsecretaris gaat. Bij rechters wordt ook niet gevraagd wie precies de vonnissen hebben geschreven. Hoe zij tot stand komen is vaak een kwestie van wat het meest doelmatig is. Binnen het OM is het zeker niet zo dat parketsecretarissen met betrekking tot de taken die zij hebben, mindere kwaliteit leveren.

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Ik stel het zeer op prijs dat de minister bereid is om de mandatering van de taakstraf nog eens met het College van procureursgeneraal te bespreken. Zou hij zo vriendelijk willen zijn, de resultaten daarvan aan ons te laten weten?

Minister Donner: Dat zal ik zeker doen; ik loop nu vooruit op de AMvB die bij de Kamer zal worden bekendgemaakt.


Brondocumenten


Historie