T01364

Toezegging Meenemen versterking eerstelijnsrechtspraak in innovatieagenda (32.021)



De Minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van de Beeten, Broekers-Knol, Haubrich-Gooskens, Quik-Schuijt en Staal, toe de versterking van de eerstelijnsrechtspraak mee te nemen in de innovatieagenda.


Kerngegevens

Nummer T01364
Status voldaan
Datum toezegging 10 mei 2011
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden mr. R.H. van de Beeten (CDA)
mr. A. Broekers-Knol (VVD)
mr. C.T.E.M. Haubrich-Gooskens (PvdA)
mr. A.C. Quik-Schuijt (SP)
mr. B. Staal (D66)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen eerstelijnsrechtspraak
innovatieagenda rechtspraak
Kamerstukken Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie (32.021)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 26 - blz. 46

Minister Opstelten: "In alle beschouwingen van buiten en van deze Kamer klinkt een consensus door over de inrichting van de eerstelijnsrechtspraak. Eenvoudig, snel, informeel, waarbij de rechter zo veel mogelijk aansluit bij de belangen van de rechtzoekende. Het voorstel waarover we vandaag spreken, geeft juist in de lijn van deze gedachte meer gewicht aan de werkwijze en cultuur van de kantonrechter. Een versterking van de eerstelijnsrechtspraak neem ik ook mee in de innovatieagenda. Eigenlijk hebben we het daar niet over gehad. Ik heb in de Tweede Kamer toegezegd dat ik gelijk op wil lopen met de behandeling van het dossier en het wetsvoorstel inzake de griffierechten aan de ene kant en dat van de innovatieagenda aan de andere kant. Als ik met een wetsvoorstel over de griffierechten kom, kom ik ook met een stevige innovatie-agenda, zodat de Tweede Kamer en daarna de Eerste Kamer evenals het veld in samenhang de situatie kunnen bezien en beoordelen. Ik denk dat dit hier ook van toepassing is. Ik neem dat mee en kom er te gelegener tijd op terug. Ik kan de Kamer nu al verzekeren dat de nieuwe gerechtelijke kaart juist de voorwaarden schept om de eerstelijnsrechtspraak zo goed mogelijk in te richten. De rechtspraak kan vanuit grotere eenheden de verspreide zittingslocaties optimaal bedienen. Te zijner tijd zal bij de behandeling van het wetsvoorstel ongetwijfeld een debat plaatsvinden. Ik zal daar aandacht aan schenken en dan komen we daarop terug."


Brondocumenten


Historie