T01891

Toezegging Overleg met VNG en het Kwaliteitsinstituut (33.674 / 33.684)



De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Beuving (PvdA) en Slagter-Roukema (SP), toe in overleg te treden met de VNG en het Kwaliteitsinstituut over het invullen van de medeverantwoordelijkheid van gemeenten voor wetenschappelijk onderzoek, richtlijnontwikkeling, opleidingen, innovatie en instellingen en de onderlinge samenwerking en verantwoordelijkheden tussen Rijk, Gemeente en Kwaliteitsinstituut.


Kerngegevens

Nummer T01891
Status voldaan
Datum toezegging 11 februari 2014
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Mr.dr. J. Beuving (PvdA)
drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen jeugdzorg
kwaliteitsinstituut
verantwoordelijkheidsverdeling
VNG
Kamerstukken Jeugdwet (33.684)
Gebruik burgerservicenummer in de jeugdzorg (33.674)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 19, item 5 - blz. 47

Staatssecretaris Van Rijn:

(...)

Naar aanleiding van een vraag van mevrouw Beuving en mevrouw Slagter zeg ik nog het volgende. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de doorontwikkeling van de kwaliteit van de jeugdzorg, waaronder de jeugd-ggz, maar ook het Rijk zal zijn taak hierin houden. Ik ben met de VNG in gesprek over de positionering van de richtlijnontwikkeling, onderzoek en innovatie. Het Rijk blijft via de academische component investeren in een academische kennisinfrastructuur, ook voor de jeugd-ggz. De opleiding tot psychiater blijft landelijk georganiseerd en gefinancierd. Op verzoek van de beroepsgroepen is rond 2007 het curriculum van de opleiding voor het specialisme psychiatrie aangepast en is meer ruimte gecreëerd, die ook zal worden gehandhaafd. Het Kwaliteitsinstituut, waarnaar mevrouw Slagter vroeg, speelt straks inderdaad een rol bij het verspreiden van kennis en innovatie en van best practices op het gebied van de inhoud van de zorg. In de Jeugdwet wordt waar mogelijk aangesloten op de kwaliteitsregelgeving van VWS. Met gemeenten waarvoor dat instituut nieuw is, zal besproken moeten worden hoe de aansluiting zal zijn tussen het Kwaliteitsinstituut en het gemeentelijke domein. Ik ben hierover in gesprek met de VNG en het Kwaliteitsinstituut en zal dat blijven.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 19, item 5 - blz. 48

Mevrouw Beuving (PvdA):

Ja. Ik wil nog even heel kort terugkomen op het puntje voor de interruptie. Ik meende toen begrepen te hebben dat de staatssecretaris inging op mijn vraag naar de verantwoordelijkheid voor wetenschappelijk onderzoek en naar opleidingen en innovatie in instellingen. Heb ik uit zijn antwoord goed begrepen dat de regering daarvoor verantwoordelijk blijft en de gemeenten niet? Of is het het Rijk naast de gemeenten? Daar wilde ik nog even duidelijkheid over hebben. Dat is mijn puntje.

Staatssecretaris Van Rijn:

Het is en-en. De ervaringen die we straks opdoen in het gemeentelijke domein en met de zorg aan de voorkant, zullen leiden tot opvattingen en nieuwe inhoud die we moeten verwerken in de richtlijnen. Het Rijk zal daarin ook een taak houden. Ik noemde al de academische component. Verder ben ik met de VNG in gesprek over de positionering van de richtlijnontwikkeling, onderzoek en innovatie. Ik denk namelijk dat dat meer dan ooit een gezamenlijke inspanning zal moeten zijn.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 19, item 5 - blz. 75

Mevrouw Beuving (PvdA):

(...)

Ten derde heeft de staatssecretaris toegezegd met de VNG in overleg te zullen gaan over het invullen van de medeverantwoordelijkheid van gemeenten voor wetenschappelijk onderzoek, opleidingen, innovatie en instellingen. Ik vraag de staatssecretaris nog wel of hij bereid is om deze Kamer te berichten over de uitkomst van dat overleg en zo ja, op welke termijn dat waarschijnlijk gaat plaatsvinden.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 19, item 5 - blz. 47

Staatssecretaris Van Rijn:

(...)

Mevrouw Beuving herhaalde een aantal toezeggingen van mij. De bewoordingen waarin dat gebeurde, kan ik bevestigen. 


Brondocumenten


Historie