T03629

Toezegging Overleg sociale partners over gezond doorwerken tot het pensioen ook na 2025 (36.067)



De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe dat zij de komende tijd met sociale partners gesprekken zal voeren over wat er ook na 2025 op het thema duurzame inzetbaarheid en doorwerken of niet-doorwerken tot de pensioengerechtigde leeftijd gedaan kan worden. De uitkomsten daarvan worden voor Prinsjesdag 2023 gedeeld met de Kamer.


Kerngegevens

Nummer T03629
Status deels voldaan
Datum toezegging 23 mei 2023
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Kamerleden drs. F.J.M. Crone (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen doorwerken
Prinsjesdag
sociale partners
Wet toekomst pensioenen
Kamerstukken Wet toekomst pensioenen (36.067)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 33, item 8 - blz. 22.

De heer Crone (PvdA):

(…)

“Het pensioenakkoord ziet dus wel op een langere termijn dan alleen tijdelijk. Ik ben natuurlijk helemaal akkoord. Eigenlijk zouden mensen langer moeten kunnen doorwerken. Werkgevers en werknemers worden daarin geholpen. Er zijn talloze potjes bij werkgevers en werknemers. Zij moeten dat het liefst zelf betalen, want dan worden zij ook geprikkeld om voor goed werk te zorgen.

Maar er zullen toch in 2025 heel wat mensen zijn, zo vraag ik u, die toch nog niet zullen kunnen doorwerken, zoals stratenmakers, maar ook mensen in nachtdiensten, bijvoorbeeld verpleegkundigen, enzovoorts? Ik accepteer dus zeker dat u zegt nog heel veel dingen uit te gaan zoeken, zoals het anders gebruiken van de deelfactor en andere dingen. Maar er zal toch een gaatje open moeten blijven om de regeling door te laten gaan, misschien anders, beter, of slechter, en desnoods afgekapt voor hogere inkomens. Ik wil er toch wel op kunnen rekenen dat er dan op Prinsjesdag met sociale partners iets, desnoods een ruzie — we komen er niet uit — op tafel wordt gelegd. U heeft het toegezegd aan de Tweede Kamer en ik wil u en de sociale partners graag helpen om daar toch snel uit te komen.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 33, item 8 - blz. 23.

Minister Schouten:

“Ik ben zeker bereid om mijn best te doen om met de sociale partners te kijken wat we ook na 2025 op het thema van de duurzame inzetbaarheid kunnen gaan doen. Ik proef bij de heer Crone dat hij eigenlijk wil dat het eerder stoppen met werken daar ook op tafel ligt. Dat gesprek wordt nu ongeveer opgestart met de sociale partners. Ik heb daar, eerlijk gezegd, nog niet aan tafel gezeten, want zij zijn eerst zelf begonnen om die gesprekken vorm te geven. Ik wil wel benadrukken dat wij nu in een tijd van arbeidsmarktkrapte zitten en dat het juist ideaal is dat wij eigenlijk iedereen in staat stellen om door te werken. Dat is echt de bedoeling van deze aanpak. Daarbij zal dit thema, wat je na 2025 doet met eventueel doorwerken of niet-doorwerken tot de pensioengerechtigde leeftijd, ook echt wel op tafel liggen, denk ik. Als dat aan de orde komt, is dat ook een onderdeel dat gewoon op tafel ligt. Maar ik ga niet vooruitlopen op wat daaruit komt, ook met het oog op de grote arbeidsmarktvraagstukken die we in deze tijd hebben.”

De heer Crone (PvdA):

“Nee, u hoeft ook niet vooruit te lopen op iets wat we nog niet eens kunnen beoordelen, maar ik ben blij dat u die inzet wilt plegen. Dus ik denk dat we er in tweede termijn even op terug kunnen komen en dat u de maximale steun krijgt om dat te doen, want ik denk dat het breed lag in het pensioenakkoord maar ook hier in de Kamer.”

Handelingen I 2009-2010, nr. 33, item 8 - blz. 24.

Minister Schouten:

(…)

“Ik heb net aan de heer Crone toegezegd dat ik met de sociale partners ga bekijken wat er na 2025 zal zijn. Daarbij wil ik als disclaimer meegeven dat mijn primaire inzet duurzame inzetbaarheid is, maar dat ik mij kan voorstellen dat dan het vraagstuk op tafel komt wat je doet met eerder stoppen. Dat is een vraag die we daar moeten bespreken, met de werkgevers erbij, want die betalen daar nu ook voor. Over de uitkomst van die gesprekken zal ik de Kamer informeren. Ik geloof dat de heer Crone Prinsjesdag noemde. Maar ik ga niet op voorhand zeggen: dit wordt gelijk een uitgebreidere regeling, of wat dan ook. Maar binnen die kaders gaan we het gesprek met de sociale partners voeren.”


Brondocumenten


Historie