T01598

Toezegging Pleegzorgvergoeding (32.529)



De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Ester en Quik-Schuijt, toe voor 1 maart 2013 meer duidelijkheid te bieden over een mogelijke verbetering van de pleegzorgvergoeding. Het recht van pleegouders op kostendekkende vergoeding zou eventueel meegenomen kunnen worden in de nieuwe jeugdwet. 


Kerngegevens

Nummer T01598
Status voldaan
Datum toezegging 27 november 2012
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
mr. A.C. Quik-Schuijt (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen pleegzorg
vergoedingen
Kamerstukken Verbetering positie pleegouders (32.529)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 9-3-6

De heer Ester (ChristenUnie):

Op het punt van de beloofde verbetering van de pleegvergoeding moet de staatssecretaris echt meer uit de kast halen. Dit punt achtervolgt ons nu al een jaar of drie. Het is moeilijk meer te vatten. Nu is het wetsvoorstel wel heel erg pover geworden en komt het niet meer overeen met de oorspronkelijke doelstelling om zowel de juridische als de financiële positie van pleegouders substantieel te verbeteren. Wij vragen van de staatssecretaris dan ook een krachtig signaal. Mijn fractie heeft een motie op dit punt die ik u graag overhandig.

Handelingen I 2012-2013, nr. 9-3-11 / 12

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik heb ook goed begrepen dat diverse Kamerleden hebben gevraagd of het nu voortvarend gaat. Ik zeg toe dat ik mijn uiterste best zal doen om daarover op 1 maart duidelijkheid te geven. Ik beloof nu niet dat dat tot een regeling leidt die de pleegzorgvergoeding verhoogt. Ik heb eerst de informatie van de provincies nodig om te zien of daar voldoende muziek in zit. Echter, een inspanning van mijn kant om voor 1 maart op dat punt duidelijkheid te geven, wil ik wel toezeggen. [...] Ik wil hier verder ook graag uitspreken dat het niet mijn intentie is om die pleegzorgvergoeding te verlagen. Integendeel, we hebben zojuist besloten om voor 2013 weer de indexering toe te passen. Ook beleidsmatig zou het geen verstandige maatregel zijn. Er zullen dan minder personen bereid gevonden worden om als pleegouder te fungeren, terwijl een pleeggezin het beste alternatief is als een kind uit huis wordt geplaatst. Daarbij komt, zoals de heer Ester zei, dat een verblijf in een instelling veel duurder is dan een verblijf in een pleeggezin. Het is dus van groot belang om voldoende pleegouders te behouden. Een korting op de pleegvergoeding zou daarmee niet sporen.

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

Ik dank de staatssecretaris voor zijn welwillendheid. Het gaat mij echter om de wetgevingstechniek. De norm hoort in de wet. Is de staatssecretaris het daarmee eens? De Wet op de jeugdzorg gaat op de schop en daarvoor in de plaats komt een nieuwe Jeugdwet. Daar zal dat allemaal in komen. Maar is de staatssecretaris bereid ervoor te zor-gen dat in de nieuwe wet komt te staan dat pleegouders recht hebben op een kostendekkende vergoeding? De Hoge Raad heeft het nu weliswaar gezegd, maar het hoort mijns inziens ook in de toekomstige wet.

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik zal dat meenemen bij het denken over de vormgeving van de nieuwe wet, de Wet op de jeugdzorg. [...] Over de motie: ik heb al toegezegd dat ik mijn uiterste best zal doen om op 1 maart duidelijkheid te hebben over de vraag of het mogelijk is, een regeling te maken. Ik zeg niet toe dat er op 1 maart een verhoging is. Ik heb namelijk tijd nodig om afspraken te maken met de provincies. Ik heb toegezegd dat ik die duidelijkheid voor 1 maart wil geven, zodat ik me kan voorstellen dat de motie wordt aangehouden tot die duidelijkheid er is.


Brondocumenten


Historie