T01901

Toezegging reparatievoorstel bij Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (33.520)



De Minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Scholten (D66), mede namens de leden van de fracties van de VVD en het CDA, toe met spoed een reparatiewetsvoorstel naar de ministerraad te sturen waarin wordt verduidelijkt dat de regels van consumentenkoop niet van toepassing zijn op overeenkomsten betreffende levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager wordt geleverd en waarin wordt verduidelijkt wat de positie van de tussenpersoon is die bij de consumentenkoop kan optreden als vertegenwoordiger van de verkopende partij.


Kerngegevens

Nummer T01901
Status voldaan
Datum toezegging 11 maart 2014
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden Mr. M.C. Scholten (D66)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen consumentenkoop
consumentenrechten
reparatiewetsvoorstel
streaming-overeenkomsten
tussenpersonen
Kamerstukken Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (33.520)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 22, item 4 − blz. 1-2

Mevrouw Scholten (D66):

Met dit wetsvoorstel wordt richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten geïmplementeerd. De minister is er een beetje laat mee, hebben we begrepen. De inbreukprocedure is al aangezegd. De minister zit dus in blessuretijd. Ik zal het hem daarom niet te moeilijk maken. Ik zeg er bij dat ik hier ook namens de fracties van het CDA en de VVD spreek, en dat ook de SP en de PVV belangstelling hebben getoond om mij hierover het woord te laten voeren.

Het overzetten van een richtlijn naar nationale wetgeving dient secuur te gebeuren. De ene richtlijn geeft de nationale wetgever meer ruimte dan de andere. Dat is afhankelijk van de harmonisatie-eisen. Het is onze taak daar goed op te letten. De wetgever zal immers dienen te voorkomen dat de rechter bij incorrecte implementatie de nationale wet buiten toepassing verklaart, want die bevoegdheid heeft de rechter. Als rechtgeaard jurist hecht ik eraan de regels in het Burgerlijk Wetboek duidelijk en eenvoudig te houden en te laten passen in de gekozen systematiek. We moeten voorkomen dat we daarin regels opnemen die daar niet horen of aanleiding kunnen geven tot misverstanden. We hebben daarom in de schriftelijke ronde twee punten aan de orde gesteld die nog aandacht behoeven omdat die volgens het wetsvoorstel voor een kwalificatie- en een interpretatieprobleem kunnen zorgen. Ten eerste: is een contract betreffende levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager zoals een cd of een dvd wordt geleverd, een consumentenkoop? Ten tweede: wordt met het wetsvoorstel het begrip "vertegenwoordiging" op de juiste wijze geïmplementeerd?

Over dat eerste punt het volgende. Cd's en dvd's raken uit. Streamingdiensten als Spotify, Netflix en binnenkort de digitale bibliotheek zijn de toekomst. Dat is digitale inhoud. Maar de vraag is: koop je die of abonneer je je daarop? Zoals artikel 5, lid 5, van Boek 7 is geformuleerd, kan worden geoordeeld dat de koopregels daarop van toepassing zijn, hetgeen niet de bedoeling is. Ik vat dit aldus heel kort samen. De minister heeft in de nadere memorie van antwoord toegegeven dat die formulering tot misverstanden kan leiden en hij heeft toegezegd deze onduidelijkheid weg te nemen. Daar zijn we blij mee. Liever hadden we gezien dat de minister de route van een novelle had gekozen, maar we hebben er begrip voor dat de minister de voorkeur geeft aan een reparatiewetje. De inbreukprocedure moet niet langer duren dan strikt nodig. Wel vragen we de minister om spoed bij het indienen van deze reparatiewet. De inwerkingtreding van deze wet is bepaald op 13 juni 2014. De minister zal dus haast moeten maken. Anders geven we toch de voorkeur aan een novelle.

Het tweede punt gaat over de formulering van de verkopende partij en diens mogelijke vertegenwoordiging bij de consumentenkoop in artikel 5, lid 1, van Boek 7 BW. De positie van de tussenpersoon is hierin onduidelijk. Kan hij als vertegenwoordiger van de achterman bij klachten nu wel of niet worden aangesproken? De minister heeft zich bereid getoond om dit probleem op te lossen en in de nadere memorie van antwoord toegezegd dat hij in genoemd artikellid de woorden "al dan niet mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt" zal schrappen. Ook zal de minister aan de artikelen 7, 9 en 11 van Boek 7 BW een lid toevoegen waarin wordt bepaald dat wanneer de koopovereenkomst tot stand is gekomen door tussenkomst van een tussenpersoon, de consument zowel de achterman als de tussenpersoon kan aanspreken. We hebben goede nota genomen van deze toezeggingen van de minister. Deze wijzigingen verhogen de rechtsbescherming van de consument. Ook daar zijn we blij mee. We zien ook op dit punt de indiening van de beloofde reparatiewet met spoed tegemoet. Kan de minister dit toezeggen?

Minister Opstelten:

Ik ben inderdaad in blessuretijd, dus er is wat haast bij. Dat is gewoon goed voor de Staat der Nederlanden en ook voor ons. Wat mevrouw Scholten heeft aangegeven, kan ik toezeggen. Ik zal een wijzigingswet ter verduidelijking — dit zeg ik er nadrukkelijk bij — opvoeren en die ook met spoed in de ministerraad aanbieden. Ik kan in grote lijnen reeds aangeven wat daarin staat, want gezien de tijd ging heb ik het wetsvoorstel eigenlijk al klaargemaakt, geschreven in mijn eigen handschrift.

Dit wetsvoorstel voorkomt onduidelijkheden, want je moet inderdaad precies zijn. De vraag betreffende het bereik van artikel 1 van Boek 7 was of de koopregels van toepassing zijn op overeenkomsten waarbij de digitale inhoud, zoals film en muziek, wordt geleverd op een andere wijze dan op een dvd of een cd. Wij denken dan natuurlijk aan Spotify en streaming, waarvan sommigen dagelijks genieten. Ik zal ten eerste in Boek 7 verklaren dat dit niet van toepassing is op streaming. Ten tweede zal ik aangeven dat boek 6 wel van toepassing is op streaming. Dan zou dat misverstand weg zijn.

Het punt van een overeenkomst tot stand gekomen door tussenkomst van een tussenpersoon staat in artikel 5, lid 1, van Boek 7. Wij moeten ervoor zorgen dat ook daarover geen misverstanden bestaan. Daarom zullen wij in artikel 5, lid 1, van Boek 7 de tussenpersoon schrappen, zoals mevrouw Scholten al aangaf. Ik ben dus iets later dan mevrouw Scholten bij het formuleren van het wetsvoorstel. Aan de artikelen over leveringen, risico en overdracht voegen wij bovendien een regel toe. Daarin bepalen wij dat de consument voor de nakoming van de regels zowel de tussenpersoon als de andere handelaar, de achterman, kan aanspreken. Om iedere twijfel hierover uit te sluiten, wil ik dit uitschrijven in de wet. Juist daarom heb ik een wijzigingswet voorgesteld. Ik benadruk wel dat met de iets ruimere uitleg van de bepaling niet in strijd is gehandeld met de in de richtlijn voorgeschreven maximale harmonisatie. Dit komt omdat die uitleg alleen effect heeft op de regels, waaronder de non-conformiteitsregels, die vallen buiten het bereik van de richtlijn.

Verder is van belang dat het hier alleen om consumentenkoopovereenkomsten gaat en dus niet om handelstransacties tussen bedrijven. Ik benadruk dat consumentenkoopovereenkomsten vrijwel nooit tot stand komen door tussenkomst van een tussenpersoon, maar je moet daar wel precies in zijn. Ik heb daarvan echter geen voorbeeld kunnen vinden, hoewel wij dat gisteren en vandaag hebben geprobeerd. Dit neemt echter niet weg dat wij dit wel toevoegen, want je moet dit met precisie aangeven. De kwestie van vertegenwoordiging speelt echter in de praktijk bij deze overeenkomsten eigenlijk niet; althans dat is onze ervaring. Wij doen dit echter wel.

Ik zeg dus ja tegen de uiteindelijke conclusie van mevrouw Scholten. Dit is dus toegezegd. Ik stel mij voor dat ik de wetswijziging in april in de minsterraad zal brengen. Ik zal de Kamer vervolgens informeren als wij die naar de Raad van State hebben gestuurd. Ik hoop dat ik mevrouw Scholten hiermee tevreden heb kunnen stellen.


Brondocumenten


Historie