T02938

Toezegging Stand van de overheidsfinanciën (35.466)



De minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Backer (D66), toe om de brief die eind juni aan de Tweede Kamer is verstuurd inzake de stand van de overheidsfinanciën ook aan de Eerste Kamer te doen toekomen.


Kerngegevens

Nummer T02938
Status voldaan
Datum toezegging 7 juli 2020
Deadline 1 oktober 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Jhr.mr. J.P. Backer (D66)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Financiën, begroting
Noodpakket banen en economie (maatregelen ten aanzien van het coronavirus)
COVID-19
Kamerstukken Derde incidentele suppletoire begroting Financiën 2020 inzake noodpakket banen en economie 2.0 en COVID-19 crisismaatregel SURE (35.466)


Uit de stukken

Handelingen 1 2019-2020, nr 36, item 4, p. 7.

De heer Backer (D66):

[…]

Hiermee ben ik aan de inhoud aangekomen. Eerst spreek ik even over Nederland zelf. De noodpakketten die gisteren en vandaag in dit huis werden en worden besproken, zullen cumulatief het beslag op de rijksuitgaven significant vergroten. En de belastinginkomsten worden uitgesteld, dus aan de inkomstenkant valt het ook nog tegen. Bij de laatste Raming, in de Voorjaarsnota, van 24 april van dit jaar, was het EMU-saldo ingeschat op -11,8%, en de schuld op 65,2%. Wat is, vraag ik de minister, het meest recente inzicht over die percentages? Dat het begrotingstekort en de schuldquote oplopen is evident, en later zullen leningen ook oninbaar blijken te zijn. Er is weinig verantwoordingsdruk geweest vanwege de snelheid, vanwege de urgentie.

Handelingen 1 2019-2020, nr 36, item 17, p. 8.

De heer Backer (D66):

Mijn vraag scheert ook een beetje langs de randen van wat voorligt, namelijk de drie fondsen. Maar collega Schalk merkte het ook op: tegen welke achtergrond doen we die uitgave? Ik had een hele precieze vraag aan de minister. We hadden de laatste stand bij de Voorjaarsnota; dat was in april. Daarbij ging het over een tekort van 11,8% en -65,2%. Wat is de huidige stand, bij benadering of precies?

Minister Hoekstra:

Ik zal zorgen dat de heer Backer de brief krijgt die anderhalve week geleden naar de Tweede Kamer is gestuurd, want daar staat een update in. Ik zeg er wel het volgende bij. Volgens mij heb ik eerder in dit debat — of misschien was het in het vorige debat, het KLM-debat — benoemd dat die inschattingen, van het Planbureau, maar ook van het ministerie van Financiën, met die verschillende scenario's zo'n bizarre bandbreedte aan uitkomsten laten zien dat je de conclusie moet trekken dat eigenlijk niemand het precies weet. Zie de vier meest recente scenario's van het Planbureau. Maar dat laatste stuk zal ik ook aan de vaste Kamercommissie voor Financiën van de Eerste Kamer doen toekomen.


Brondocumenten


Historie