T02189

Toezegging Stand van zaken schilderijen Rembrandt (34.109)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Atsma (CDA) en Schnabel (D66), toe, zodra zij de details kan delen, de Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg tussen Frankrijk en Nederland en het Louvre en het Rijksmuseum over de verwerving, het onderhoud en het beheer van twee schilderijen van Rembrandt.


Kerngegevens

Nummer T02189
Status voldaan
Datum toezegging 8 december 2015
Deadline 1 juli 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden J.J. Atsma (CDA)
Prof.dr. P. Schnabel (D66)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Maerten Soolmans
Oopjen Coppit
Rembrandt van Rijn
Kamerstukken Erfgoedwet (34.109)


Opmerking

Zie ook T02159

Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 11, item 7 - blz. 1

De heer Atsma (CDA): Kijk naar het Binnenhof zelf, maar denk ook aan het korte debat dat wij hier een aantal weken geleden voerden over de aankoop van de Rembrandts. Ook dat is cultureel erfgoed en verdient zeker alle aandacht. Die heeft het trouwens ook terecht gekregen.

Als ik zo vrij mag zijn om de minister via de voorzitter te vragen wat op dit moment de stand van zaken in dat erfgoed is, zeker waar het gaat om het onderhoud en beheer, doe ik dat graag.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 11, item 7 - blz. 1

De heer Schnabel (D66): Het is inderdaad nog maar een paar weken geleden dat we in deze Kamer het terug verwerven, voor heel veel geld, goed hebben gevonden van twee kostbare schilderijen die in de negentiende eeuw naar het buitenland zijn verdwenen, in de hoop om op die manier de portretten van Maerten Soolmans en Oopje Coppit terug te krijgen. Net als de heer Atsma hoop ik dat de minister ons iets kan vertellen over het lot en de situatie van Maerten en Oopje op dit moment. Anders gezegd, zijn zij weer thuis?

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 11, item 7 - blz. 9-10

Minister Bussemaker: De heer Schnabel en de heer Atsma vroegen allebei naar de stand van zaken ten aanzien van Maerten en Oopjen. Ik hoef eigenlijk verder geen toelichting meer te geven. Ik hoef alleen maar deze twee namen te noemen. Ik kan u vertellen dat er bij de aankoop van de twee Rembrandts goed wordt samengewerkt door Frankrijk en Nederland en door beide musea. Het is wel een uitdagend proces om met twee landen twee schilderijen die niet van elkaar gescheiden mogen worden, die kwetsbaar zijn en die de grootst mogelijke zorg nodig hebben die cultureel denkbaar is, te kopen. Daar zitten ook ingewikkelde juridische aspecten aan vast. Het is dus een delicate kwestie en we zitten in een delicate fase van het proces van aankoop. Dat betekent dat ik nu geen details met u kan delen. Ik zeg wel graag toe dat ik, zodra ik de details kan delen, zowel de Eerste als de Tweede Kamer zal informeren over de uitkomsten van het overleg tussen Frankrijk en Nederland en het Louvre en het Rijksmuseum.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 11, item 7 - blz. 10

De heer Atsma (CDA): Ik kom ten slotte op de discussie over de aankoop van de Rembrandts. Dat het delicaat is, hebben we een paar maanden geleden al vastgesteld. Het is echter ook voor deze Kamer — althans, het CDA hecht daar zeer aan — buitengewoon van belang om op tijd te worden geïnformeerd over de beheersvorm, de juridische entiteit waarbinnen beide Rembrandts worden ondergebracht. Dat het ingewikkeld is, hebben we twee maanden geleden al aangegeven, maar we zijn er wel buitengewoon benieuwd naar. We zijn ook benieuwd naar de stand van zaken met betrekking tot de tijdsvolgorde. Wanneer kunnen we eventueel fysiek een en ander in ogenschouw nemen van datgene waarover we hebben gesproken en van wat we hebben aangekocht of — ik weet niet precies wanneer de handtekening precies is gezet of wordt gezet — voornemens zijn aan te kopen? Ook die vraag is voor ons nog steeds relevant in dit verband.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 11, item 7 - blz.

Minister Bussemaker: De vragen van de heer Atsma over de Rembrandts begrijp ik heel goed. Het gaat inderdaad over een juridische indemniteit en over een beheersnorm. Het gaat ook over de tijdsvolgorde. Wanneer zijn ze in het Louvre? Wanneer zijn ze in het Rijksmuseum? Kunnen ze wel of niet gaan reizen? Dat zijn allemaal zeer belangwekkende vragen. Ik hoop dat ik de Kamer in één keer op al die vragen kan antwoorden, maar dan ook wel in één keer en als ik zeker weet dat we zover zijn dat ik dat verantwoord en goed kan doen. Dan zal ik de Tweede Kamer en de Eerste Kamer daarover op hetzelfde moment informeren.


Brondocumenten


Historie