Stemming Vereenvoudiging en digitalisering procesrecht



Verslag van de vergadering van 12 juli 2016 (2015/2016 nr. 38)

Aanvang: 14.03 uur

Status: gecorrigeerd


Stemming Vereenvoudiging en digitalisering procesrecht

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (34059).

(Zie vergadering van 5 juli 2016.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn fractie heeft zorgen geuit over het proces van digitalisering en met name over het tempo daarvan, de onduidelijkheid over het draagvlak voor de criteria van een "go/no go"-moment en ook de onduidelijkheid over het draagvlak voor de beslissing zelf: wanneer mag er worden overgegaan naar een volgende fase? Wij vinden het draagvlak onder alle ketenpartners cruciaal, omdat dat nodig is voor een zorgvuldige implementatie. Ketenpartners en burgers dienen baat te hebben bij digitalisering en dienen daarvan geen nadeel te ondervinden. De minister heeft duidelijke toezeggingen gedaan over dit proces en over het vereiste draagvlak. Hij heeft ook toegezegd dat wij hier op elk moment tijdig over worden geïnformeerd. Daarom kunnen wij toch voor het voorstel stemmen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ruers i (SP):

Mevrouw de voorzitter. Als u het goed vindt, wil ik gelijk ook een stemverklaring afgeven over de andere zogenoemde KEI-wetsvoorstellen, die hierna in stemming komen.

De voorzitter:

Ja, doet u dat maar. Dat is efficiënt.

De heer Ruers (SP):

Ja, anders moet ik vier keer hierheen komen. Dat lijkt mij onhandig.

Ik begin dus met wetsvoorstel 34059 en ga vervolgens in op de andere wetsvoorstellen die op de stemmingslijst staan. Onze fractie heeft met gemengde gevoelens kennisgenomen van het debat over de KEI-wetsvoorstellen, als ik ze zo mag noemen. Enerzijds stellen wij met tevredenheid vast dat de minister belangrijke toezeggingen heeft gedaan, waardoor er nu meer zekerheid is dat in het KEI-proces geen vervolgstappen zullen worden genomen zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de opvattingen van de ketenpartners. Dat is vooral van belang omdat tijdens het rondetafelgesprek van 7 juni jl. is gebleken dat er bepaald nog geen overeenstemming bestaat tussen de Orde van Advocaten en de Raad voor de rechtspraak. Anderzijds hebben wij geconstateerd dat de minister op verschillende vragen van deze Kamer geen bevredigend antwoord heeft gegeven. Dat betreft met name de financiële risico's van het KEI-project, die een reële bedreiging betekenen voor het slagen van het ingewikkelde en jaren durende proces, dat het KEI-project toch is.

Bijzondere zorgen hebben wij daarnaast over de ICT-veiligheid van KEI. De minister heeft erkend dat de grote netwerkstoring van 23 mei jl. heeft laten zien dat het ICT-niveau nog onvoldoende is. Opmerkelijk daarbij was dat de minister enkele uren na de afronding van het debat in dit huis de werkelijke gevolgen van de storing naar buiten bracht in de beantwoording van de vragen die daarover in de Tweede Kamer waren gesteld: een verlies van circa 30.000 arbeidsuren en een bedrag van 1,8 miljoen euro schade, alleen al voor de rechtspraak.

De voorzitter:

Dit is een stemverklaring, hè?

De heer Ruers (SP):

Ja, nog één regel, mevrouw de voorzitter. Het zou de minister gesierd hebben als hij ons die informatie tijdens het debat gegeven zou hebben. Alles afwegende geven wij het KEI-project bij de huidige stand van zaken echter het voordeel van de twijfel. Wij zullen dus voor de wetsvoorstellen stemmen.

De voorzitter:

Dat geldt dus voor alle vier de wetsvoorstellen.

Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.