Stemming Opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces in de Grondwet



Verslag van de vergadering van 5 juli 2022 (2021/2022 nr. 36)

Aanvang: 13.34 uur

Status: gecorrigeerd


Stemming Opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces (35784).

(Zie vergadering van 28 juni 2022.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Thans zijn aan de orde de stemmingen. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, nogmaals van harte welkom. Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval. Ik heb begrepen dat er een aantal verzoeken zijn met betrekking tot de moties waarover wij straks stemmen. Ik stel voor die verzoeken te behandelen na de stemming over de grondwetswijzigingen.

Aan de orde zijn de stemmingen over zes wetsvoorstellen in tweede lezing tot wijziging van de Grondwet. Op grond van artikel 137, vierde lid van de Grondwet kan de Kamer elk van deze voorstellen slechts aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

Dan stemmen we allereerst over het wetsvoorstel 35784, Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces.

Wenst een van de leden — ik geloof dat het antwoord "ja" gaat zijn — een stemverklaring over het wetsvoorstel af te leggen? Dat is het geval. De heer Dittrich.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dittrich i (D66):

Voorzitter, met uw welnemen wil ik een stemverklaring over een aantal van de grondwetswijzigingen afleggen in één keer. Ik begin met het recht op een eerlijk proces. De fractie van D66 vindt het van enorm groot belang dat dat in de Grondwet wordt opgenomen. We tekenen daarbij aan dat we heel goed zullen letten op de vraag of de overheid zich ook aan dat eerlijke proces houdt. Dus in de praktijk moet het echt handen en voeten krijgen. Daarom zullen wij voor dat eerste wetsvoorstel stemmen.

Mijn tweede stemverklaring gaat over het kiescollege voor Nederlanders die in het buitenland wonen. Ook daar heb ik in mijn termijn van gezegd dat D66 het van groot belang vindt dat Nederlanders die in het buitenland wonen niet alleen voor de Tweede Kamer of het Europees Parlement kunnen stemmen, maar ook de samenstelling van de Eerste Kamer kunnen beïnvloeden. Daarom zullen wij voor dat wetsvoorstel stemmen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich. Wenst een van de andere leden een stemverklaring af te leggen? De heer Otten.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter, net als de heer Dittrich zal ik over alle zes de voorstellen een aantal dingen zeggen. Wij vinden het zeer goed dat het recht op een eerlijk proces nu in de Grondwet wordt gewaarborgd. Wij zijn ook zeer verheugd met de instelling — tenminste, als er voorgestemd wordt — van het kiescollege voor de Eerste Kamer voor de 1 miljoen Nederlanders die buiten Nederland wonen, zodat zij daar ook een stem krijgen. Ik zie ook dat een aantal van de mensen van buiten Nederland hier op de publieke tribune aanwezig is. Het betreft hier mogelijk acht Eerste Kamerzetels, dus we praten niet over een kleinigheid. Dus we zullen daar vol enthousiasme voorstemmen, evenals voor de andere wijzigingen, waaronder de opneming van een preambule dat Nederland een democratische rechtsstaat is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de andere leden nog een stemverklaring af te leggen op dit moment? De heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nicolaï i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik ga de stemverklaring ook meteen over alle zes doen. De fractie van de Partij voor de Dieren zal alle zes de voorstellen steunen. Bij één voorstel wil ik graag toch nog een aparte stemverklaring geven. Dat gaat over het voorstel over het stemrecht voor niet-ingezetenen, waar we in eerste lezing tegengestemd hebben. We stemden toen tegen omdat het we het grondwettelijk niet juist vonden dat er twee soorten stemrechten zouden ontstaan: kiezers in Nederland hebben niet de mogelijkheid om zelf met hun stem invloed uit te oefenen op de samenstelling van de EK en de niet-ingezetene krijgt dat wel. Door nu tegen te stemmen zouden we het voor niet-ingezetenen onmogelijk maken om te kiezen voor de EK. Dat belang moet nu worden afgewogen tegen het belang van de grondwettelijke zuiverheid. Wij vinden het belang dat Nederlanders in het buitenland ook voor de EK moeten kunnen stemmen uiteindelijk toch doorslaggevend. Het gaat inderdaad om een miljoen Nederlanders, die tegenwoordig via internet en sociale media volgen wat er in Nederland gebeurt en hun mening daarover kunnen vormen. Wetten waaraan ook de EK meewerkt, zijn van invloed op rechten van die Nederlanders en veel van hen komen ook weer terug naar Nederland; redenen genoeg om ze mee te nemen en ze het stemrecht te geven.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nicolaï. Wenst een van de andere leden op dit moment een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.

Dan stemmen we nu over het wetsvoorstel 35784, Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces. We stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.