Correctie en aanpassing van de Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw BW (dertiende gedeelte)

De Tweede Kamer heeft het voorstel op 17 maart 1992 met algemene stemmen aangenomen.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 juni 1992 als hamerstuk afgedaan.

ingediend

titel

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

• 1. 

  Met ingang van 1 januari 1992. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 1991, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 1992.
• 2. 

  Onze Minister van Justitie kan deze wet en gedeelten van de Invoeringswetgeving betreffende de Boeken, 3, 5 en 6 nieuw B.W. splitsen en samenvoegen tot de Invoeringswet 3, 5 en 6, zulks met de daartoe nodige vernummering.
• 3. 

  Waar, buiten de Boeken 3-7A van het Burgerlijk Wetboek en de Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw B.W., in een wet artikelen, paragrafen, afdelingen en titels van de Boeken 3-7A worden aangehaald, brengt Onze Minister van Justitie die aanhalingen in overeenstemming met de op grond van artikel XIX van de Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw B.W. (zevende gedeelte) (Stb. 1989, 616) vastgestelde nieuwe nummering.
• 4. 

  Hij draagt zorg dat de overeenkomstig het derde lid bijgewerkte tekst in het Staatsblad wordt geplaatst.

3