Dinsdag 3 juni 2025, commissie Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)




Agenda

1.Vaststellen agenda (LET OP: VERGADERING IS AANSLUITEND AAN I&A/JBZ + J&V)


2.36332

Verblijf en toegang hooggekwalificeerde derdelanders

Beslispunt

Welke procedure wenst de commissie te volgen:

  • een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag;
  • volstaan met een blanco verslag (geen vragen of opmerkingen, afdoen als hamerstuk of stemming);
  • volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (geen schriftelijke behandeling, wel een mondelinge behandeling plenair)?

Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen

Cf. de notitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:

36.372

Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden.

Er zijn geen uitvoeringstoetsen. Wel gaat de memorie van toelichting (TK, 3) op pagina 4 kort in op de uitvoeringsconsequenties voor de IND.

NB. Er is nog geen gewijzigd voorstel van wet beschikbaar. Daarom zijn het oorspronkelijke wetsvoorstel, de twee nota's van wijziging en de aanvaarde amendementen bijgevoegd.


Procedure




3.36300

Gebruik biometrie bij automatische grenscontrole

Beslispunt

Wenst de commissie:

  • een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een derde verslag?
  • het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
  • aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?

NB. De nota naar aanleiding van het verslag heeft als ontvangstdatum 15 mei 2025, maar deze is pas op 23 mei 2025 door de Eerste Kamer ontvangen omdat de stukken door het ministerie abusievelijk naar de Tweede Kamer waren gestuurd.


Nadere procedure

4.T04002

Toezegging Schoolgang kinderen noodopvang (36.600 XX)

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Bij brief van 23 april 2025 heeft de minister van A&M de Kamer een afschrift gestuurd van haar brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken betreffende de verbetering van de situatie van kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv's) in de asielopvang. In paragraaf III van de brief gaat de minister mede in op de door haar tijdens de plenaire behandeling van de Begrotingsstaten Asiel en Migratie 2025 (36600 XX) gedane toezegging T04002. In haar vergadering van 20 mei jl. besloot de commissie de toezegging als openstaand te blijven beschouwen en heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg.


Inbreng voor schriftelijk overleg

5.T03988

Brief van de minister van A&M ter aanbieding van de Tweede Kamerbrief over de actuele situatie asielketen en Oekraïense ontheemden; Verlenging beslistermijnen in asiel- en nareiszaken; Toezegging Afschrift brief Tweede Kamer (36.349)

Beslispunten

  • Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 30 mei 2025 met de minister van A&M in overleg te treden?
  • Kan de commissie ermee instemmen toezegging T03988 als voldaan aan te merken?

Toelichting

Bij brief van 30 mei 2025 biedt de minister van A&M de Kamer, conform haar eerdere toezegging T03988, de Kamer een afschrift aan van haar brief van 2 december 2024 aan de Tweede Kamer inzake de Actuele situatie asielketen en Oekraïense ontheemden. De minister benadrukt hierbij dat de cijfers die zijn opgenomen in bedoelde brief cijfers betreffen van de Meerjaren Productie Prognose (MPP) 2024-2. Het huidige beeld ziet er volgens de minister heel anders uit en zal worden meegenomen in de MPP 2025 die is voorzien in augustus.

T03988 - Toezegging Afschrift brief Tweede Kamer

De minister van Asiel en Migratie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Huizinga-Heringa (ChristenUnie), toe de Kamer op korte termijn een afschrift van haar brief aan de Tweede Kamer van 2 december 2024 te doen toekomen waarbij de Tweede Kamer is geïnformeerd over diverse moties, waaronder een motie van de leden Van Nispen, Piri en Bontenbal met betrekking tot een plan van aanpak van de IND over het verkorten van de beslistermijnen in de asiel- en nareiszaken en het wegwerken van de wachtlijsten. (huidige status: openstaand)


Bespreking brief en status toezegging

6.32317, PJ / nr. 946

Brief regering; Herziene versie EU-verordening identiteitskaarten en verblijfsdocumenten - toepassing instemmingsrecht; JBZ-Raad

Beslispunt

Stelt de commissie de Kamer voor om:

  • 1. 
    het instemmingsverzoek te honoreren en bijgevoegde conceptbrief ter besluitvorming door te geleiden naar de plenaire vergadering van 10 juni 2025 of
  • 2. 
    het instemmingsverzoek niet te honoreren, omdat de commissie bijvoorbeeld nog vragen wil stellen over het voorstel?

NB. In het tweede geval zal een brief worden doorgeleid naar de plenaire vergadering ter besluitvorming over de onthouding van instemming. Overigens kan de commissie ook besluiten in te stemmen en separaat vragen ter verheldering te stellen.

Toelichting

Bij brief van 27 mei 2025 heeft de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de instemming van de Kamer gevraagd om in de Raad van ministers van de EU akkoord te gaan met het voorstel voor een herziene verordening betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (COM(2024)316).

Op grond van artikel 113 van het Reglement van Orde besluit de Kamer op voorstel van deze commissie over het verlenen van instemming met ontwerpen van besluiten die beogen het Koninkrijk te binden als bedoeld in artikel 3 van de Rijkswet houdende goedkeuring van het Verdrag van Lissabon. Van een dergelijk besluit is in dit geval sprake.

Herziene Verordening

  • De huidige verordening ─ Verordening (EU) 2019/115 ─ is door het Hof van Justitie van de Europese Unie op 21 maart 2024 ongeldig verklaard omdat deze was vastgesteld op een onjuiste rechtsgrondslag. Het voorstel van de Europese Commissie (COM(2024)316) strekt ertoe om de bestaande verordening opnieuw vast te stellen, ditmaal op de juiste rechtsgrondslag, namelijk artikel 77 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en volgens de voor dat artikel geldende totstandkomingsprocedure.
  • De rechtsgevolgen van de ongeldig verklaarde verordening blijven voorlopig nog wel van kracht, tot uiterlijk 31 december 2026 of totdat de nieuwe verordening in werking treedt.
  • De JBZ-Raad zal naar verwachting op 12-13 juni 2025 over de nieuwe verordening besluiten (zie de geannoteerde agenda, geagendeerd in de vergadering I&A/JBZ + J&V). De staatssecretaris vraagt de Kamer dan ook om vóór 11 juni een besluit op het instemmingsverzoek te nemen. In de praktijk betekent dit: in de vergadering van 10 juni aanstaande.
  • Het kabinet staat blijkens de brief positief tegenover het herziene voorstel. Tijdens onderhandelingen over de vorige verordening had Nederland reeds opmerkingen geplaatst over de juridische grondslag van het oorspronkelijke voorstel. Het is van belang dat er tijdig sprake is van een herziene verordening, zodat voorkomen wordt dat de huidige verordening nietig wordt zonder alternatief. Ook hierom steunt het kabinet spoedige aanname van de verordening.

Rechtsbasis instemmingsrecht

  • Beide Kamers van de Staten-Generaal hebben een instemmingsrecht ter zake van een beperkt aantal EU-besluiten. Dit instemmingsrecht geldt op grond van artikel 3 van de Rijkswet goedkeuring Verdrag van Lissabon ook voor verordeningen op grond van artikel 77 lid 3 VWEU.
  • Er geldt een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf het moment waarop het ontwerp-Raadsbesluit aan de Kamer is voorgelegd. Deze termijn loopt tot en met 11 juni 2025.
  • De Eerste Kamer dient plenair te besluiten over het al dan niet verlenen van instemming. Indien de commissie het instemmingsverzoek wenst te honoreren, zal zij middels een brief aan de Voorzitter de Kamer verzoeken het instemmingsverzoek op 10 juni a.s. plenair af te handelen als hamerstuk of na stemming.
  • Als de Kamer niet binnen de vijftien-dagentermijn op het verzoek heeft gereageerd, is de gevraagde instemming stilzwijgend verleend (artikel 3 lid 3 Goedkeuringswet).

Limité document

Bijgevoegd vindt u besloten een Europees document met een limité markering. Het document betreft de compromistekst voor de verordening van het voorzitterschap. Het document (of gedeelten ervan) kunt u niet delen met derden, noch kunt u eruit citeren in een eventuele openbare gedachtewisseling met de regering.

Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft de onderstaande brief geagendeerd voor de procedurevergadering van de commissie Binnenlandse Zaken op 5 juni 2025, nog zonder behandelvoorstel.


Bespreking

7.32317, PL / nr. 947

Verzoek instemming aanvaarding toetreding van Moldavië tot het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996

Beslispunt

Stelt de commissie de Kamer voor om:

  • 1. 
    het instemmingsverzoek te honoreren en bijgevoegde conceptbrief ter besluitvorming door te geleiden naar de plenaire vergadering van 10 juni 2025 of
  • 2. 
    het instemmingsverzoek niet te honoreren, omdat de commissie bijvoorbeeld nog vragen wil stellen over het voorstel?

NB. In het tweede geval zal een brief worden doorgeleid naar de plenaire vergadering ter besluitvorming over de onthouding van instemming. Overigens kan de commissie ook besluiten in te stemmen en separaat vragen ter verheldering te stellen.

Toelichting

Bij brief van 28 mei 2025 heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming de Kamer gevraagd in te stemmen met medewerking van de Nederlandse regering aan de totstandkoming van een Raadsbesluit tot het niet maken van bezwaar tegen de toetreding van Moldavië tot het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 (HKBV). Op grond van artikel 113 van het Reglement van Orde besluit de Kamer op voorstel van deze commissie over het verlenen van instemming met ontwerpen van besluiten die beogen het Koninkrijk te binden als bedoeld in artikel 3 van de Rijkswet houdende goedkeuring van het Verdrag van Lissabon. Van een dergelijk besluit is hier sprake.

Raadsbesluit t.a.v. Moldavië - Toetreding

  • De Nederlandse inzet is sinds jaar en dag gericht op een zo groot mogelijk bereik van het HKBV. Dit is in het belang van alle kinderen die verhuizen van het ene land naar het andere.
  • Moldavië heeft op 11 maart 2025 medegedeeld dat het wil toetreden tot het HKBV.
  • Uit de informatie van de Nederlandse centrale autoriteit bij het verdrag volgen geen bezwaren tegen de toetreding van Moldavië bij het verdrag.
  • Besluitvorming over het al dan niet bezwaar maken tegen de toetreding van Moldavië tot het HKBV is ook binnen Europa nog in voorbereiding. Een (ontwerp)besluit is daarom nog niet openbaar beschikbaar. Het is voor het Nederlandse parlement wel in te zien via het delegates portal. Ook is dit Limité document besloten bijgevoegd aan dit agendapunt.

Procedure bij de Eerste Kamer

  • De staatssecretaris Rechtsbescherming heeft de Kamer(s) op 28 mei 2025 verzocht om in te stemmen met medewerking van de Nederlandse regering aan de totstandkoming van het Raadsbesluit tot het niet maken van bezwaar tegen toetreding van Moldavië tot het HKBV.
  • Er geldt een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf het moment waarop het ontwerp-Raadsbesluit aan de Kamer is voorgelegd. Deze termijn loopt tot en met 12 juni 2025.
  • Er dient plenair te worden besloten inzake het al dan niet verlenen van instemming. Indien de commissie instemt, zal zij middels een brief aan de Voorzitter de Kamer verzoeken het instemmingsverzoek op 10 juni a.s. plenair af te handelen.
  • Als de Kamer niet binnen de vijftien-dagentermijn op het verzoek heeft gereageerd, is de gevraagde instemming stilzwijgend verleend.

Rechtsbasis instemmingsrecht

Beide Kamers van de Staten-Generaal hebben een instemmingsrecht ter zake van een beperkt aantal EU-besluiten. Dit instemmingsrecht geldt op grond van artikel 3 van de Rijkswet goedkeuring Verdrag van Lissabon juncto artikel 81 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ook voor maatregelen betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen, tenzij de Raad op voorstel van de commissie bepaalde aspecten van het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen heeft aangewezen waarvoor de gewone wetgevingsprocedure kan worden gevolgd.

Limité document

Bijgevoegd vindt u besloten een Europees document met een limité markering. De documenten (of gedeelten ervan) kunt u niet delen met derden, noch kunt u eruit citeren in een eventuele openbare gedachtewisseling met de regering.

Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft de onderstaande brief geagendeerd voor de procedurevergadering van de commissie J&V op 5 juni 2025, nog zonder behandelvoorstel.


Bespreking

8.COM(2025)259

Beslispunten

  • Wenst de commissie het voorstel in behandeling te nemen?
  • Zo ja, wenst de commissie dan een datum te bepalen voor het leveren van inbreng of wenst zij de Nederlandstalige versie en/of het BNC-fiche af te wachten?

Toelichting

Op 20 mei 2025 heeft de Europese Commissie het voorstel gepubliceerd voor een verordening over de toepassing van het concept 'veilig derde land' (Proposal for a Regulation amending Regulation (EU) 2024/1348 as regards the application of the ‘safe third country’ concept). Het lid Karimi (GroenLinks-PvdA) heeft in de vergadering van de commissie BDO van 27 mei jl. verzocht om agendering van het voorstel in deze commissie.

Er is nog geen Nederlandstalige versie van het voorstel beschikbaar. De termijn voor een eventuele subsidiariteitstoets of een parlementair behandelvoorbehoud is daarom nog niet van start gegaan. Ook is er nog geen BNC-fiche verschenen.

De commissie kan desgewenst besluiten de Nederlandstalige versie en/of het BNC-fiche af te wachten alvorens inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en/of de Europese Commissie te leveren.


Procedure

9.E250006

Voorstel voor een Terugkeerverordening

Beslispunt

Hoe wenst de commissie te oordelen over het voorstel tot het plaatsen van een parlementair behandelvoorbehoud?

Toelichting

Op 11 maart 2025 heeft de Europese Commissie het voorstel gepubliceerd voor een Terugkeerverordening. Het voorstel was ook opgenomen in het Werkprogramma 2025 van de Europese Commissie. De commissie I&A/JBZ-Raad heeft het voorstel in haar vergadering van 8 april 2025 als prioritair aangemerkt en vervolgens op 20 mei 2025 besloten om op 17 juni aanstaande inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en/of de Europese Commissie te leveren. In de vergadering van 20 mei jl. deed het lid Thijssen (GroenLinks-PvdA) bovendien het voorstel om een parlementair behandelvoorbehoud bij het voorstel te plaatsen. Een uitgewerkt voorstel is ter besluitvorming bijgevoegd.

Achtergrond: Het parlementair behandelvoorbehoud is vastgelegd in artikel 4 van de Rijkswet houdende goedkeuring van het Verdrag van Lissabon en wordt nader uitgewerkt in artikel 112 van het Reglement van Orde. Het instrument is, kort gezegd, bedoeld voor wetgevende Europese voorstellen die de Kamer van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd. Het moet dan ook leiden tot afspraken over de wijze van informatieverstrekking door de regering en is niet bedoeld om de Kamer een verkapt instemmingsrecht toe te kennen. Hoewel het parlementair (behandel)voorbehoud al sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 kon worden ingezet, heeft de Eerste Kamer er – anders dan de Tweede Kamer – lange tijd geen gebruik van gemaakt. Bij de behandeling van Europese voorstellen werd tot voor kort de grondwettelijke inlichtingenplicht van de regering (artikel 68 Grondwet) steeds een voldoende basis geacht voor adequate informatievoorziening aan de Kamer. Recent heeft echter ook de Eerste Kamer het instrument een aantal keer ingezet. Dit was bijvoorbeeld het geval bij het voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van minimumvoorschriften ter voorkoming en bestrijding van mensensmokkel (dossier E240003 op de Europapoort).

Procedure: In het kort komt de procedure voor het instellen van het behandelvoorbehoud op het volgende neer:

  • De commissie stelt een voorstel op waarin zij motiveert waarom zij het voorstel voor een Terugkeerverordening van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd. Dit voorstel behoeft een meerderheid in de commissie.
  • Het voorstel wordt plenair geagendeerd en behoeft daar eveneens een meerderheid.
  • Plenaire agendering kan in dit geval op 10 juni aanstaande. De deadline voor een parlementair behandelvoorbehoud is 29 juni 2025, dus 10 juni is ruim op tijd.
  • Indien de Kamer het voorstel aanvaardt (na stemming of als hamerstuk), wordt dit besluit schriftelijk aan de regering meegedeeld.
  • De regering maakt vervolgens een parlementair voorbehoud in de Raad van ministers van de EU.
  • De commissie voert binnen vier weken na de mededeling aan de regering (dus uiterlijk 8 juli 2025) een mondeling overleg met de regering over het bijzondere politieke belang van het voorstel. Desgewenst kan zij ook kiezen voor schriftelijk overleg. Daar kan aanleiding voor zijn als het lastig blijkt nog voor het zomerreces een mondeling overleg in te plannen. Het nadeel van schriftelijk overleg is wel dat de regering niet direct - en mogelijk pas na het zomerreces - reageert, wat het ook ingewikkelder maakt tot afspraken over de wijze van informatieverstrekking te komen.
  • In het mondeling of schriftelijk overleg geeft de commissie aan over welke aspecten van het voorstel of de behandeling daarvan zij in het bijzonder geïnformeerd wenst te worden, en binnen welke termijn.
  • Tijdens het overleg gemaakte afspraken over de wijze van informatieverstrekking door de regering worden schriftelijk vastgelegd en aan de regering ter kennis gebracht.
  • Na afloop van het mondeling of schriftelijk overleg deelt de Kamer de regering mee dat het parlementair behandelvoorbehoud kan komen te vervallen.

Bespreking voorstel voor een parlementair behandelvoorbehoud


10.E250006

Voorstel voor een Terugkeerverordening

Beslispunt

Hoe oordeelt de commissie over de beslispunten in het bijgevoegde voorstel voor een deskundigenbijeenkomst over het voorstel voor een Terugkeerverordening?

Toelichting

De commissie besloot in een eerdere vergadering op enig moment een deskundigenbijeenkomst over het voorstel voor een Terugkeerverordening te organiseren. De commissie sprak de voorkeur uit deze vóór het zomerreces te plannen, met als richtdatum 1 juli 2025. De griffie werd verzocht de verdere opzet van de bijeenkomst uit te werken aan de hand van de geleverde suggesties, zodat deze heden in de commissie nader kan worden besproken. Een uitgewerkt voorstel met mogelijkheden en beperkingen is ter bespreking bijgevoegd. Het voorstel bevat zeven punten ten aanzien waarvan de commissie een beslissing dient te nemen.

Indien de commissie expliciet de selectie van de uit te nodigen deskundigen wenst te bespreken, wordt geadviseerd dit in beslotenheid te doen in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.


Bespreking voorstel voor een deskundigenbijeenkomst

11.Mondeling overleg met de minister van Asiel en Migratie op 10 juni 2025

Gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen; Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs

Beslispunt

Wenst de commissie het geplande mondeling overleg met de minister van A&M op 10 juni aanstaande nog nader af te bakenen?

Toelichting

De commissie besloot in haar vergadering van 20 mei jl. op korte termijn een mondeling overleg met de minister van A&M te houden over de uitvoering van de op 5 maart 2024 aanvaarde gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen (36373, H). De motie heeft de status 'deels uitgevoerd'. Met de motie hangen samen twee brieven die de commissie aan de minister heeft gestuurd:

  • een brief van 2 juli 2024 met vragen over toezegging T03726 en de gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen.
  • een brief van 11 februari 2025 met vragen naar aanleiding van de actualisering van de Uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen, in het bijzonder in het licht van de gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen.

De commissie is nog in afwachting van beantwoording van beide brieven. Het mondeling overleg is gepland op 10 juni 2025, 18:30-19:30 uur.


Voorbespreking


12.CLXXII, A

Brief van de voorzitter van de vaste commissie voor Digitalisering ter aanbieding van een lijst met vragen en aandachtspunten bij de beoordeling van wetgeving met een digitaliseringscomponent; Digitale transformatie

Beslispunt

Wil de commissie nota nemen van de 'lijst met vragen en aandachtspunten ter ondersteuning van de beoordeling van wetgeving met een digitaliseringscomponent ' en zich voornemen deze lijst gedurende één jaar te gebruiken met het oog op evaluatie in het voorjaar van 2026?

Toelichting

In de afgelopen periode heeft de vaste commissie voor Digitalisering invulling gegeven aan één van de in de instellingsbrief genoemde focusgebieden, te weten het ontwikkelen van toetsingscriteria voor beoordeling van wetgeving (CXLVII, nr. N). De commissie heeft op 20 mei 2025 een lijst met vragen en aandachtspunten vastgesteld ter ondersteuning van de beoordeling van wetgeving met een digitaliseringscomponent. Aangezien wetgeving met een digitaliseringscomponent ook binnen andere Kamercommissies aan de orde is, acht de commissie het wenselijk dat voornoemde lijst met vragen en antwoorden bij alle commissies wordt aangereikt.

De commissie Digitalisering stelt voor de lijst gedurende een periode van één jaar te gebruiken, alvorens een definitieve versie vast te stellen. In het voorjaar van 2026 zal een evaluatie plaatsvinden. Ook tussentijds kunnen bevindingen, opmerkingen of voorstellen tot aanvulling worden doorgegeven aan de staf van bedoelde commissie. Het staat de commissie Digitalisering voor ogen om deze lijst met vragen en aandachtspunten over een jaar op te laten nemen als aanvulling op de Aandachtspunten voor Wetgevingskwaliteit.


Bespreking

14.Rondvraag