E140021
  klaver icoon
Laatste revisie: 12-11-2014

E140021 - Voorstel voor een verordening tot wijziging van de OLAF-verordening (EU, Euratom nr. 883/2013) in verband met de aanstelling van een toezichthouder op de procedurele waarborgen



Het doel van dit voorstel is om de procedurele waarborgen te versterken voor personen die in een onderzoek van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) betrokken zijn. De Europese Commissie stelt voor een toezichthouder op de procedurele waarborgen aan te stellen. Het voorstel vervolledigt de herziening van de OLAF-verordening waar in 2013 na intensief onderhandelen een akkoord over werd bereikt en is geïnspireerd op de procedurele waarborgen in het verordeningsvoorstel tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie (E130041). Tevens bouwt het voorstel voort op een eerdere mededeling van de Europese Commissie over de governance van OLAF (E130043).


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) besloot op 7 oktober 2014 het voorstel vooralsnog niet in behandeling te nemen.

Europees

De Europese Commissie publiceerde op 11 juni 2014 het voorstel voor een verordening tot wijziging van de OLAF-verordening (EU, Euratom nr. 883/2013) in verband met de aanstelling van een toezichthouder op de procedurele waarborgen.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2014)340PDF-document, d.d. 11 juni 2014

rechtsgrondslag

artikel 325 VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) besloot op 7 oktober 2014 het voorstel vooralsnog niet in behandeling te nemen.

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) besprak op 9 september 2014 het BNC-fiche bij het voorstel. De commissie besloot de procedure aan te houden tot na het algemeen overleg over het voorstel op 25 september 2014 in de Tweede Kamer.

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) besloot op 24 juni 2014 de behandeling aan te houden in afwachting van nadere informatie over het voorstel uit de Tweede Kamer.

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) heeft dit voorstel als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2014 van de Europese Commissie.


Behandeling Tweede Kamer

De Tweede Kamer zal op 7 oktober 2014 plenair stemmen over het al dan niet opheffen van het behandelvoorbehoud bij dit voorstel.

De commissie voor Veiligheid en Justitie hield op 25 september 2014 een algemeen overleg met de minister van Veiligheid en Justitie over het behandelvoorbehoud. Met de regering zijn in dit algemeen overleg de volgende afspraken gemaakt:

  • De Kamer wordt tijdig geïnformeerd, voorafgaand aan de JBZ-Raad waarin er een standpunt wordt ingenomen.
  • De Kamer wordt geïnformeerd over eventuele wijzigingen in het kabinetsstandpunt.
  • De Kamer wordt geïnformeerd over wijzigingen in het voorstel.
  • De Kamer ontvangt regelmatig een update.
  • De Kamer wordt tijdig geïnformeerd over een aanstaand akkoord.

Op 23 september 2014 organiseerde de Tweede Kamer een (besloten) technische briefing over het verordeningsvoorstel.

Op 1 juli 2014 heeft de Tweede Kamer plenair ingestemd met het plaatsen van een behandelvoorbehoud bij dit voorstel.

De commissie van Veiligheid en Justitie heeft dit voorstel ook als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2014 van de Europese Commissie. Op 18 juni 2014 besloot de commissie de Tweede Kamer te verzoeken een behandelvoorbehoud te plaatsen. Daarnaast besloot de commissie het voorstel te agenderen voor aan algemeen overleg over het behandelvoorbehoud en voorafgaand hieraan OLAF en het ministerie van Veiligheid en Justitie te verzoeken een technische briefing te verzorgen.


Standpunt Nederlandse regering

In het BNC-fiche bij dit voorstel van 11 juli 2014 laat het kabinet onder andere weten dat Nederland hecht aan de bescherming van procedurele rechten in lijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het kabinet ziet weliswaar de mogelijke meerwaarde van de aanstelling van een controleur voor procedurele waarborgen, maar vraagt zich tegelijkertijd wel af waarom de Commissie zo kort na de inwerkingtreding van Verordening 883/2013, die na jarenlange onderhandelingen tot stand is gekomen, nu al met een wijzigingsvoorstel komt en niet afwacht totdat er meer duidelijkheid is over de oprichting van het Europees OM en de gevolgen daarvan voor OLAF. Het kabinet heeft daarbij behoefte aan nadere verduidelijking van de rol van deze nieuwe onafhankelijke controleur ten opzichte van het reeds bestaande mechanisme voor interne advisering en controle bedoeld in artikel 17, zevende lid van Verordening 883/2013 en de rol van het Comité van Toezicht in artikel 15 van diezelfde Verordening. Het kabinet wil zich er ook van verzekeren dat deze binnen de structuur van OLAF werkzame functionaris voldoende onafhankelijk kan opereren. Afhankelijk van de ontwikkelingen op deze punten zal Nederland zich, mede in het licht van het totale krachtenveld, beraden op zijn definitieve standpunt terzake.

De minister van Veiligheid & Justitie heeft op 26 juni 2014 per brief laten weten dat het BNC-fiche over het voorstel niet binnen de daarvoor geldende drie-weken termijn naar de Kamer kan worden verzonden.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het doel van dit voorstel is om de procedurele waarborgen te versterken voor personen die in een onderzoek van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) betrokken zijn. De Europese Commissie stelt voor een toezichthouder op de procedurele waarborgen aan te stellen. Het voorstel vervolledigt de herziening van de OLAF-verordening waar in 2013 na intensief onderhandelen een akkoord over werd bereikt en is geïnspireerd op de procedurele waarborgen in het verordeningsvoorstel tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie (E130041). Tevens bouwt het voorstel voort op een eerdere mededeling van de Europese Commissie over de governance van OLAF (E130043).

De toezichthouder op de procedurele waarborgen zal belast worden met twee taken. Ten eerste het behandelen van klachten van personen die betrokken zijn bij een OLAF-onderzoek. De toezichthouder dient er zorg voor te dragen dat deze klachten snel, efficiënt en transparant worden behandeld. De toezichthouder zal na het aanhoren van zowel de aanklager als OLAF een niet-bindende aanbeveling doen aan de Directeur-Generaal van OLAF. Indien de Directeur-Generaal van OLAF de aanbeveling van de toezichthouder niet volgt zal hij dit moeten motiveren in een bijlage bij het eindverslag aan de bevoegde gerechtelijke autoriteiten. Het uiteindelijke oordeel zal net zoals in de huidige situatie worden gegeven door een rechter.

Ten tweede zal de toezichthouder op de procedurele waarborgen OLAF moeten autoriseren om bepaalde onderzoeksmaatregelen toe te passen, zoals het doorzoeken van kantoren van een lid van EU-instelling of inbeslagname van documenten. Volgens de Europese Commissie heeft dit een dubbel voordeel. Aan de ene kant geeft het erkenning aan de gekozen of aangewezen positie van deze leden, hun specifieke verantwoordelijkheden en hun onafhankelijkheid. Aan de andere kant zal het ervoor zorgen dat OLAF kan verwijzen naar het mandaat dat door de toezichthouder is gegeven indien er weerstand is tegen dergelijke inspecties.

De toezichthouder op de procedurele waarborgen zal worden geworven buiten de EU-instellingen en zal volledig onafhankelijk kunnen opereren. De toezichthouder zal worden benoemd door de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad voor een niet-verlengbare termijn van 5 jaar.

Volgens de Europese Commissie doet dit voorstel op geen elke wijze afbreuk aan de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de lidstaten om maatregelen te nemen ter bestrijding van fraude, corruptie en andere illegale activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.


Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

De Europese Rekenkamer (ERK) publiceerde op 11 november 2014 een advies over het voorstel. In het advies steunt de ERK het voorstel van de Europese Commissie tot aanstelling van een toezichthouder op de procedurele waarborgen. De ERK beveel echter een aanpassing van het voorstel aan om de toezichthouder onafhankelijker te maken en om beter te definiëren hoeveel ruimte hij of zij heeft om op te treden.

EUoberserver publiceerde op 9 september 2014 wederom een kritisch artikel over onderhavig voorstel. Dit maal wordt de kritiek geuit door de huidige toezichtscommissie op OLAF, volgens hen is de in het voorstel beoogde toezichthouder op de procedurele waarborgen niet nodig.

EU observer publiceerde op 18 juni 2014 een kritisch artikel over onderhavig voorstel getiteld: Reform proposal to limit powers of EU anti-fraud staff.


Alle bronnen