Informatiedossier Ultimate forward rate (ufr)



Achtergrond mondeling overleg Ultimate Forward Rate (UFR) 

  • Sinds het debat in de Eerste Kamer over de Wet aanpassing financieel toetsingskader (16 december 2014; dossier 33972) is de commissie SZW met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in overleg over de hoogte van de UFR voor pensioenfondsen, naar aanleiding van haar toenmalige toezegging de Kamer te laten weten of de Nederlandsche Bank (DNB) instemde met het verzoek om uitstel van de per 1 januari 2015 voorziene wijziging van de ultimate forward rate (UFR) voor pensioenfondsen, in verband met het aangekondigde onderzoek naar het stroomlijnen van deze ufr met de ufr van EIOPA voor Europese verzekeraars.
  • De Kamer werd op 17 juli 2015 door de staatssecretaris geïnformeerd over het besluit van DNB om de UFR van pensioenfondsen aan te passen (EK 33972, Q en bijlage Besluit DNBPDF-document). De brief van 17 juli 2015 en de brief van 9 november 2015 met de kabinetsreactie (EK 33972, R) op het onderzoek naar de gevolgen van de lage rente en de UFR voor de financiële positie van pensioenfondsen (bijlagePDF-document) vormden voor de commissie SZW aanleiding voor schriftelijk overleg met de regering (EK 33972, T) over dit onderwerp.
  • Dit werd gevolgd door een mondeling overleg met de staatssecretaris van SZW en de minister van Financiën op 19 januari 2016 (EK 33972, U). Bij dit mondeling overleg werd ook de brief van de staatssecretaris van SZW van 17 december 2015 betrokken, met het kabinetsstandpunt (EK 33972, S ) over het DNB-onderzoek Wijziging risicoprofiel pensioenfondsen (bijlagePDF-document). 
  • Naar aanleiding van dit mondeling overleg volgden nog twee schriftelijke gedachtewisselingen met beide bewindspersonen: de commmisiebrief van 10 maart 2016 (EK 33972, V), met een reactie van de bewindsperonen op 20 mei 2016 (EK 33972, X); gevolgd door nadere vragen van de commissie op 22 juni 2016, met een reactie van de staatssecretaris van SZW en de minister van FIN op 13 september 2016 (verslag schriftelijk overleg, EK 33972, Y
  • Naar aanleiding van de reactie van 13 september 2016 (EK 33972, Y) op de nadere vragen van de commissie over de ufr-methode, besloot de commisie de staatssecretaris van SZW en de minister van FIN op 29 november 2016 opnieuw uit te nodigen voor een mondeling overleg.
  • De commissie besloot tevens om voorafgaand aan dit mondeling overleg op 15 november 2016 een aantal deskundigen te raadplegen (EK 33972, Z). 
  • In verband met de afwezigheid van de minister van FIN werd het mondeling overleg over de gehanteerde ultimate forward rate (UFR) voor verzekeraars en pensioenfondsen verplaatst naar 20 december 2016. Op 13 december jl. besluit de commissie het mondeling overleg over de UFR te verplaatsen naar begin 2017, en hierbij ook het onderwerp pensioenen te betrekken.

Ter informatie bijgevoegd