Eerste Kamer handhaaft verzet tegen uniforme uitvoering Wabo



Een ruime meerderheid in de Eerste kamer is tegen het van bovenaf opleggen van een uniforme uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (31.953). De bezwaren van met name CDA, PvdA en VVD richten zich op het bij wet regelen van regionale uitvoeringsdiensten waarin gemeenten moeten samenwerken. De Eerste Kamer stemde tijdens een debat op dinsdag 23 maart overigens in met invoeringswet van de Wabo. Alleen de SP-fractie stemde tegen. Volgens woordvoerder Smaling zijn ook via andere wetten de resultaten te bereiken als met de Wabo worden beoogd.

Demissionair minister Huizinga-Heringa van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ontraadde dinsdag een motie waarin het bezwaar tegen de regionale uitvoeringsdiensten is verwoord. De minister wil de mogelijkheid voor een wettelijke borging van de regionale centra overlaten aan het volgende kabinet, maar de senaat steunde unaniem een motie die uitspreekt dat de vormgeving en realisatie van de Regionale uitvoeringsstructuur (Rud’s) sowieso niet bij wet dient te worden opgelegd.

Een meerderheid van de Eerste Kamer vindt dat gemeenten en provincies de ruimte en gelegenheid moet worden gelaten om zelf uitvoering te geven aan hun verantwoordelijkheden voor de invoering van de Wabo. In een brief van 16 maart aan de Eerste Kamer heeft de minister van VROM gewezen op ‘bottom-up processen’ waarin provincies en gemeenten samenwerken aan de vorming van gemeenschappelijke uitvoeringsorganisaties.

Op 31 maart en 1 april wordt deze vrijwillige samenwerking besproken tijdens een werkconferentie van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Het leek de minister gepast om aan het nieuwe kabinet over te laten om in overleg met het IPO en de VNG te beoordelen of en op welke wijze de (toekomstige) instandhouding van de met de bottom up processen bereikte resultaten uiteindelijk het beste kunnen worden geborgd. ‘Het is dus aan het nieuwe kabinet om te oordelen of het geen borging, wettelijke borging of een andere wijze van borging verkiest’, stelt minister Huizinga in haar brief van 16 maart.

De Eerste Kamer laat door het aannemen van de motie, ingediend door VVD-senator Huijbregts-Schiedon, geen ruimte voor een volgend kabinet om hierover opnieuw te onderhandelen met gemeenten. Ook liet de Eerste Kamer merken dat invoering van de Wabo niet per se hoeft per 1 juli 2010, zoals de minister nog verwacht te kunnen realiseren. Maar na aandrang uit de senaat onderschreef de minister het adagium ‘Zorgvuldigheid gaat voor snelheid’. Het gaat daarbij vooral om de vraag of de digitalisering van de benodigde gegevens voor het uitgeven van de nieuwe omgevingsvergunning op tijd rond komt. Een aantal gemeenten, waaronder Rotterdam, heeft per brief gewaarschuwd tegen te snelle invoering van de Wabo


Deel dit item: