Debat wijziging Elektriciteitswet, Gaswet en Warmtewet



De Eerste Kamer heeft op dinsdag 10 december gedebatteerd met minister Kamp van Economische Zaken over wijzigingen van de Elektriciteitswet, Gaswet en Warmtewet naar aanleiding van het Energierapport 2011. Deze wijzigingen werden mede ingezet naar aanleiding van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de definitie van ‘aansluiting’ en de motie-Jansen c.s. die de regering verzoekt met voorstellen te komen om verenigingen van eigenaren in staat te stellen zelf opgewekte elektriciteit te laten 'salderen' met het elektriciteitsverbruik van de leden van de vereniging van eigenaren. Salderen is het verrekenen van teruggeleverde elektriciteit met afgenomen elektriciteit. Op 17 december wordt over dit wetsvoorstel en over een door senator Vos ingediende motie gestemd.

Senator Faber-van de Klashorst (PVV) haalde aan dat het opwekken van duurzame energie door windmolens een gevaar vormt voor vogels en vleermuizen.  De senator vroeg of de minister de gevolgen van het opwekken van duurzame energie voor dierenwelzijn kon laten zien. Faber-van de Klashorst gaf aan dat Nederland niet enkel kan draaien op windmolens, zonnecellen en het verstoken van biomassa en vroeg wat er nu gebeurt als traditionele energiemaatschappijen onverhoopt tekortschieten. Verder vroeg de senator of het voordeel van het overnemen van de Duitse BEB door de Nederlandse Gasunie wel bij de consumenten terecht komt en naar de gevolgen van het  aanbieden van gassen op het nationale gasnet. Over het salderen van elektriciteitsverbruik  merkte zij op dat het niet zo mag zijn dat dit een verkapte lastenverschuiving is.

Senator Vos (GL) sprak in haar bijdrage mede namens de SP. Zij stelde dat de mogelijkheid tot salderen voor eigenaren van appartementen of wooncomplexen veel beperkter is dan voor eigenaren van woningen. Zij vroeg de minister in hoeverre hij de motie-Jansen c.s. gaat uitvoeren en of hij bereid is om te onderzoeken of er voor verenigingen van eigenaren een zelfleveringsmogelijkheid gecreëerd kan worden.

Ook vroeg senator Vos, dit keer ook mede namens D66, naar de implicaties van opheffen van het zogeheten ‘ontzorgmodel’  waarbij de eigenaar van bijvoorbeeld een zonnestroominstallatie de volledige energiebelasting moet betalen. Senator Vos diende tezamen met senator Koning (PvdA) een motie in die de regering verzoekt dit ontzorgmodel voor de opwek van zonnestroom te handhaven zodat de verbruiker geen energiebelasting hoeft af te dragen, conform artikel 50 Wet Belastingen op Milieugrondslag. Deze motie werd door minister Kamp ontraden. Verder vroeg zij om een meer fundamentele herziening van de Elektriciteitswet, waarbij decentraal opgewekte elektriciteit een gelijkwaardige positie krijgt. Vos betreurt dat er in Nederland niet vaker experimenten als de 'directe lijn' plaatsvinden, waarbij consumenten rechtstreeks de door hen opgewekte energie kunnen gebruiken.

Senator Koning (PvdA) gaf aan dat het wetsvoorstel de duurzame energieopwekking door groepen particulieren en organisaties onnodig belemmert. De senator vroeg waarom de korting op de elektriciteitsbelasting alleen geldt voor de kleinverbruikers die in coöperatief verband duurzame energie opwekken én in de “postcoderoos” rond duurzame-energie-installaties wonen. Ook vroeg zij hoe duurzame energieproductie door woningcorporaties, scholen en zzp'ers wordt gestimuleerd.

Minister Kamp gaf aan dat het kabinet een hoge ambitie heeft voor lokale, duurzame energievoorziening. Deze ambitie is vastgelegd in het regeerakkoord en in een breed gedragen Energieakkoord. Dit wetsvoorstel is hier een uitvloeisel van. Aan senator Koning zei de minister dat het uitbreiden van de mogelijkheden voor salderen niet mogelijk is. In de wet is opgenomen dat alleen degene die de energie zelf opwekt, in aanmerking kan komen voor saldering. Dit maakt het onmogelijk om het bereik uit te breiden. Ook gaf de minister aan dat het niet mogelijk is voor flatgebouwen en wooncomplexen om ten volle van de salderingsregeling gebruik te maken. Wel is het mogelijk om de opgewekte energie in te zetten voor centrale voorzieningen zoals liften en gangverlichting

Minister Kamp benadrukte dat het lokaal opwekken van duurzame energie naast salderen ook wordt gestimuleerd door de SDE+ subsidieregeling en door belastingkortingen. Hierdoor wordt duurzame energie goedkoper en wordt het draagvlak onder consumenten groter. Dit is volgens de minister van groot belang voor het welslagen van de projecten. De minister gaf aan dat er dit jaar alleen al 300 aanvragen binnen zijn gekomen voor SDE + subsidies. Aan senator Faber-van de Klashorst zei de minister dat er bij de vergunningverlening een milieurapportage wordt opgemaakt waarin expliciet aandacht is voor dierenwelzijn. In 2012 bedroeg het aandeel duurzame of hernieuwbare energie 4,7% van het nationale energieverbruik. Het kabinet wil het percentage duurzame energie laten groeien tot 14% in 2020 en 16% in 2023.

Aan senator Vos zei minister Kamp dat er via een AMvB experimenten kunnen worden uitgevoerd die eventuele barrières in stimuleringsregelingen voor lokaal opwekken duurzame energie wegnemen. Het breder introduceren van de 'directe lijn' waardoor consumenten rechtstreeks hun opgewekte energie verbruiken is niet mogelijk, aangezien hiervoor in ieder huishouden een digitale energiemeter aanwezig moet zijn die de elektriciteits- en gasstand op afstand doorgeeft.


Deel dit item: