Deskundigenbijeenkomst Toekomst EMU



De vaste commissies voor Financiën en Europese Zaken hebben op dinsdag 13 februari een deskundigenbijeenkomst gehouden over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie (EMU).

De aanleiding voor deze bijeenkomst vormden de discussienota en recente voorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot de verdieping van de Economische en Monetaire Unie en de voltooiing van de bankenunie. Door het spreken met de deskundigen beoogden de aanwezige senatoren meer overzicht en inzicht ten aanzien van de diverse voorstellen te krijgen en tevens kennis te nemen van de verschillende visies op de toekomst van de euro. Ook diende de bijeenkomst als een voorbereiding op de Algemene Europese Beschouwingen waarover het debat op dinsdag 13 maart met het kabinet zal worden gevoerd.

Tijdens het eerste deel van de bijeenkomst werd door verschillende deskundigen ingegaan op de economische, monetaire en begrotingsunie. Centraal stonden de economische beleidscoördinatie binnen de EMU, begrotingsdiscipline en de beschikbare en gewenste instrumenten voor stabilisatie in het geval van economische schokken.

De heer Carlo Trojan van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken constateerde in zijn inleiding op het eerste thema dat er nu momentum is voor de verdere verdieping van de EMU. Hij lichtte enkele stappen toe die hiervoor zouden kunnen worden genomen, zoals het koppelen van uitgaven uit de Europese structuur- en cohesiefondsen aan structurele hervormingen. De heer Hans Vijlbrief, voorzitter van de Eurogroep Werkgroep, gaf een toelichting op de recente 'decembervoorstellen' van de Europese Commissie voor verdieping van de EMU en blikte - ook procesmatig - vooruit op de weg naar voltooiing van de bankenunie. Mevrouw Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau, ging in op complexiteit van het 'fiscal compact', het belang van solide begrotingen in de lidstaten en het te voeren begrotingsbeleid. De heer André ten Dam, onafhankelijk euro-onderzoeker, wees erop dat de huidige vigerende visies op de toekomst van de euro uitgaan van een 'one size fits all-euro', terwijl er grote verschillen zijn tussen de lidstaten.

Het tweede thema van de bijeenkomst betrof het bestuur van de economische en monetaire unie, in het bijzonder de effectiviteit hiervan, het huidige en gewenste toekomstige institutionele kader en de wijze van democratische verantwoording binnen de EMU.

Mevrouw Michal Diamant, auteur van Het budgetrecht van het Nederlandse parlement in het licht van het Europees economisch gaf een inleiding op dit thema. Zij merkte op dat de wens om slagvaardiger en effectiever op te treden gepaard gaat met het voorstel het unanimiteitsvereiste in de besluitvormingsprocedures op te geven, waardoor de positie van nationale parlementen verzwakt, terwijl dit niet in evenwicht wordt gebracht met een versterking van de positie van het Europees parlement. Dit ondergraaft de democratische legitimiteit. Tevens was er een bijdrage van de heer Pieter de Gooijer, Nederlands ambassadeur in Frankrijk en voormalig Nederlands permanent vertegenwoordiger bij de EU. Hij ging in op de ontwikkeling van de Franse positie in het debat over de EMU sinds het aantreden van president Macron. Ten aanzien van de positie van de nationale parlementen gaf hij aan dat een verbetering van de transparantie ook behulpzaam zou kunnen zijn om de controlerende taak waar te kunnen maken.

Mevrouw Joanne Kellermann, bestuurslid van de Single Resolution Board, stelde in haar inleiding bij het derde thema 'de financiële unie: bankenunie en kapitaalmarktunie' dat ten aanzien van de bankenunie nog veel werk te verzetten is. Zo zou het Single Resolution Fund, dat wordt ingezet voor de afwikkeling van noodlijdende banken, verder ontwikkeld moeten worden en moet er een achtervangmechanisme komen om ervoor te zorgen dat alle banken afwikkelbaar zullen zijn. In navolging van mevrouw Kellermann pleitte ook de heer Dirk Schoenmaker, hoogleraar banking and finance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, voor het voltooien van de bankenunie. Hij stelde onder meer voor om het depositogarantiestelsel op Europees niveau te beleggen en onder te brengen bij de Single Resolution Board.

Per thema was er ruimte voor de aanwezige senatoren om met de deskundigen het gesprek aan te gaan.


Deel dit item: