Kamer aanvaardt motie bij verplichte PCR-test inreizen



De Eerste Kamer heeft dinsdag 12 januari een motie aanvaard die beoogt de uitvoerbaarheid van de wet die inreizigers veplicht een negatieve PCR-test te overleggen, te vergroten. De fracties van GroenLinks, Fractie-van Pareren, PvdA, PVV, ChristenUnie, SP, PvdD, Fractie-Otten, FVD, 50PLUS, SGP en OSF steunden de motie, de fracties van VVD, CDA en D66 stemden tegen.

De motie van senator Nicolaï (PvdD) verzoekt de minister om ter toelichting aan de vervoerder en alle andere betrokkenen schriftelijk aan te geven dat in concreto de toetsing of terecht een beroep kon worden gedaan op het vijfde lid van artikel 58p Wet publieke gezondheid dient te geschieden door de Nederlandse autoriteiten bij binnenkomst in Nederland.

Verworpen en aangehouden moties

Een motie van senator Recourt (PvdA) die de regering verzocht zorg te dragen voor registratie van weigering en toepassing van de uitzondering en dit bij vervoerders inzichtelijk te maken ter bevordering van de eenheid van toepassing. Deze motie was door de minister ontraden. De fracties van GroenLinks, Fractie-van Pareren, PvdA, SP, PvdD, Fractie-Otten, FVD en OSF steunden de motie.

Een andere tijdens het debat op vrijdag 8 januari ingediende motie werd door de indiener, senator Nicolaï (PvdD), aangehouden. Deze motie verzoekt de minister om ter toelichting bij het vijfde lid van artikel 58p Wet publieke gezondheid aan de vervoerder en alle andere bij de toepassing betrokkenen schriftelijk aan te geven dat het bepaalde aldus moet worden uitgelegd dat een beroep daarop kan worden gedaan indien op grond van dringende belangen van persoonlijke aard in redelijkheid niet van de betrokkene gevergd kon worden om zich te laten testen. Minister Grapperhaus had de motie ontraden.

Wetsvoorstel eerder al aanvaard

Vrijdag 8 januari debatteerde de Eerste Kamer met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over de verplichting voor mensen om een negatieve PCR-test te overleggen bij terugkeer uit het buitenland (Verduidelijking tijdelijke grondslag voor regels over de toegang van voorzieningen voor personenvervoer). Na afloop van het debat stemde de Kamer over het wetsvoorstel. De fracties van VVD, CDA, GroenLinks, Fractie-Van Pareren, D66, PvdA, PVV, SP, ChristenUnie, PvdD, 50PLUS, Fractie-Otten, SGP en OSF stemden voor, de fractie van FVD stemde tegen.

Dit wetsvoorstel voegt in het kader van de bestrijding van de covid-19-pandemie in de Wet publieke gezondheid (Wpg) een tijdelijke grondslag toe voor regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer. Met dit voorstel kan het aanbieden van personenvervoer geheel of gedeeltelijk worden verboden. De plicht van de passagier geldt, uitzonderingen daargelaten, voor alle reizigers die van het vervoer gebruikmaken, ongeacht nationaliteit.



Deel dit item: